Oefentoets Thema 1

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Oefentoets

Dit is een oefentoets voor Thema 1

Werk zelfstandig aan de vragen

Leg uit wat stofwisseling is

Verbranding is een vorm van stofwisseling. Wat is een andere vorm van stofwisseling?

Wat doen de mitochondriën?

1. Energie produceren voor de cel
2. Energie verbruiken
3. Verbrandingsprocessen
4. Maken van eiwitten

Waarom zitten er vaak meer mitochondriën in spiercellen?

Wat is de formule van verbranding?

Wie heeft de hoogste verbranding?

1. De 2 kinderen; ze zijn jong
2. De man; hij is de oudste
3. De 2 kinderen; zij rennen
4. De man; hij wandelt

Waarom vindt er verbranding plaats in het lichaam?

Fotosynthese

Verbranding

Huig

Bronchie

Mondholte

Keelholte

Longblaasje

Neusholte

Luchtpijp

Strotklepje

Strottenhoofd

Welke weg legt lucht af tijdens het inademen?

Zet in de goede volgorde

1

2

3

4

5

Strotten-hoofd

Luchtpijp

Neusholte

Bronchiën

Keelholte

Open

dicht

open

dicht

open

dicht

huig

strotklepje

huig

strotklepje

huig

strotklepje

je kunt beter ademhalen door je neus omdat

1. de lucht dan wordt verwarmd
2. je gewaarschuwd wordt voor gevaarlijke stoffen
3. de lucht vochtig gemaakt wordt
4. alle antwoorden zijn goed

Wat is de functie van het neusslijmvlies?

1. Geur herkennen
2. Stofdeeltjes tegen houden
3. Verwarmen van de inkomende lucht
4. Zuurstof opnemen

Wat is de functie van de kraakbeenringen in de luchtpijp?

1. Om elk longblaasje liggen
longhaarvaten

2. Er kan vloeistof door de dunne
wanden van de longblaasjes en
longhaarvaten

1. beide waar
2. beide niet waar
3. 1: waar 2: niet waar
4. 1: niet waar 2: waar

Wat gebeurt er tijdens de gaswisseling?

Vindt er gaswisseling plaats bij insecten?

1. Ja
2. Nee

Inademen met de borstademhaling gebeurt in vier stappen.  Zet de stappen in de goede volgorde.

1

2

3

4

Het middenrif spant zich aan en beweegt omlaag.

De borstholte wordt groter.

De longen worden groter.

Lucht stroomt naar binnen.

Inademen met de buikademhaling gebeurt in vier stappen.  Zet de stappen in de goede volgorde.

1

2

3

4

Het middenrif spant zich aan en beweegt omlaag.

De borstholte wordt groter.

De longen worden groter.

Lucht stroomt naar binnen.

Hardlopers gaan hijgen.
Bo zegt: 'Door het hijgen, komt er meer zuurstof in de longen.’ Jet zegt: 'Door het hijgen, wordt de gaswisseling verbeterd.’ Inge zegt: 'Door het hijgen, worden de ademhalingsspieren minder gebruikt.’ Wie hebben er gelijk?

1. Alleen Bo en Jet
2. Alleen Bo en Inge
3. Alleen Jet en Inge
4. Bo, Jet en Inge.

Sporten is gezond voor je longen omdat

1. Je bronchiën groter worden
2. Je meer longblaasjes krijgt
3. Je bloed meer zuurstof kan meenemen
4. Je ademhalingsspieren sterker worden

Ademhaling bij dieren.

Sleep het dier naar het juiste ademhalings

orgaan

Kieuwen

longen en huid

cel-

membraan

tracheeën

longen

Wat is de functie van kraakbeenringen in je luchtpijp?

Wat is de functie van kraakbeenringen in je luchtpijp?

Nakijken

Bekijk welke vragen van de toets je minder goed gemaakt hebt.

• Welke onderdelen van Thema 1 vindt je nog moeilijk?
• Dit kan helpt bij het leren voor de toets.
• Check nogmaals het kennisoverizcht
• maak nogmaals je diagnostische toets.
• oefen met de andere oefentoets die in Magister bij het huiswerk staat