Hoofdstuk 12 - Gezondheid

Hoofdstuk 12 - Gezondheid
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 37 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 12 - Gezondheid

Slide 1 - Diapositive

12.1
- Je omschrijft wat gezondheid is en noemt factoren die de gezondheid beïnvloeden.
- Je herkent de onderdelen van de huid en het onderhuidse bindweefsel en benoemt functies van de huid.
- Je herkent afweermechanismen bij planten.
- Je herkent en benoemt de eigenschappen van biologische landbouw.


Slide 2 - Diapositive

Binnen is beginnen

- Telefoon in telefoontas
- Zelfwerkzaamheid, pak je boeken en planner
- Nakijken en aftekenen als je  een paragraaf af hebt
- Om 15:55 bespreken we vraag 10 (12.1)
12.1

- Je omschrijft wat gezondheid is en noemt factoren die de gezondheid beïnvloeden.
- Je herkent de onderdelen van de huid en het onderhuidse bindweefsel en benoemt functies van de huid.
- Je herkent afweermechanismen bij planten.
- Je herkent en benoemt de eigenschappen van biologische landbouw.


Slide 3 - Diapositive

Bespreken 12.1, vraag 10
10a:
- Oorzaak: regelmatig plassen
verband:
gevolg: voorkomt blaasontsteking
b:
- Ik lees: er is een anatomisch verschil waardoor vrouwen meer kans hebben op blaasontsteking dan mannen (let op: vergelijking, dus benoem zowel mannen als vrouwen in je antwoord)
ik weet:
dus:

Slide 4 - Diapositive

Huid
  • Hoornlaag beschermt tegen beschadiging, uitdroging, infectie
  • Kiemlaag levende cellen die pigmentkorrels aanmaken ter bescherming tegen uv-licht
  • Lederhuid met zweetklieren om je lichaamstemperatuur te reguleren
  • Onderhuids bindweefsel met vetcellen

Slide 5 - Diapositive

Bescherming
  • Mechanisch: haren, stekels, doorns
  • Chemisch: stoffen die niet lekker of dodelijk zijn
  • Indirect: signaalstof die natuurlijke vijand aantrekt
  • Extra celwand

Slide 6 - Diapositive

12.2
- Je beschrijft hoe het lichaam ziekteverwekkers via aangeboren afweer bestrijdt.

- Je beschrijft de werking van antibiotica en de gevolgen van overmatig gebruik.

Slide 7 - Diapositive

Binnen is beginnen

- Telefoon in telefoontas
- Zelfwerkzaamheid, pak je boeken en planner
- Nakijken en aftekenen als je  een paragraaf af hebt
- Om 12:25 bespreken we vraag 23 (12.2)
12.2

- Je beschrijft hoe het lichaam ziekteverwekkers via aangeboren afweer bestrijdt.
- Je beschrijft de werking van antibiotica en de gevolgen van overmatig gebruik.


Slide 8 - Diapositive

Bespreken 12.2, vraag 23
23a:
- Let op, er wordt hier om een verschil gevraagd. Benoem dus beide (fagocyten en NK-cellen) in je antwoord.
b:
- Vergelijk de werking van NK-cellen met andere soorten witte bloedcellen

Slide 9 - Diapositive

Niet-specifieke afweer
  • Fagocyten: witte bloedcellen
  • Herkennen ziekteverwekkers aan antigenen
  • Nemen ziekteverwekkers op via fagocytose, ziekteverwekker wordt met enzymen afgebroken

Slide 10 - Diapositive

12.3 - binas 84L
- Je beschrijft hoe in je lichaam de verworven, specifieke afweer ontstaat.
- Je beschrijft de rol van de verschillende typen lymfocyten.
- Je herkent de verschillende vormen van vaccinatie.
- Je legt uit hoe immuniteit tot stand komt.


Slide 11 - Diapositive

Niet-specifieke afweer
  • Fagocyten: witte bloedcellen
  • Herkennen ziekteverwekkers aan antigenen
  • Nemen ziekteverwekkers op via fagocytose, ziekteverwekker wordt met enzymen afgebroken

Slide 12 - Diapositive

Verworven afweer
  • Uit stamcellen in rode beenmerg ontstaan T- en B-lymfocyten
  • Lymfocyten binden aan antigeen één type ziekteverwekker 
  • B-cellen: rijping in rode beenmerg, maken antistoffen
  • T-cellen:  rijping in thymus, T-helpercellen en cytotoxische T-cellen

Slide 13 - Diapositive

Antigenen indringer binden aan MHC-II receptoren     --> Antigeen Presenterende Cel (APC)

Slide 14 - Diapositive

APC bindt aan T-lymfocyt, deze deelt en vormt T-helpercellen en cytotoxische T-cellen

Slide 15 - Diapositive

T-helpercellen activeren B-lymfocyten en cytotoxische T-cellen

Slide 16 - Diapositive

Th-cellen activeren B-lymfocyten, deze vormen B-plasmacellen en B-geheugencellen

Slide 17 - Diapositive

Antistoffen maken indringer onschadelijk

Slide 18 - Diapositive

Cytotoxische T-cellen ruimen geïnfecteerde cellen op en vormen geheugencellen

Slide 19 - Diapositive

Immuniteit
  • Geheugencellen blijven achter in lymfeknopen
  • Bij tweede infectie starten deze vorming van juiste B- en T-cellen 

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

12.4
- Je legt uit waardoor de bloedgroepen van het AB0-systeem tot stand komen.
- Je bepaalt welke bloedtransfusies bij mensen mogelijk zijn en welke niet.
- Je legt uit wat de resusfactor is.

Slide 22 - Diapositive

ABO-systeem
  • Bloedgroepen vernoemd naar antigenen
  • Antigeen A, B, beide of geen antigenen
  • Celmembranen rode bloedcellen

Slide 23 - Diapositive

Antistoffen in bloedplasma

Slide 24 - Diapositive

Bloedtransfusie rode bloedcellen

Slide 25 - Diapositive

Resusfactor
  • Resusantigeen op celmembraan
  • Rh- kan antistof resusantigeen maken na contact Rh+ bloed
  • Eerste contact weinig antiresus
  • Tweede contact grote hoeveelheid antiresus

Slide 26 - Diapositive

Resuskindje

Slide 27 - Diapositive

12.5
- Je beschrijft het verschil tussen een tumor en kanker en beschrijft manieren van behandelen van kanker.

- Je beschrijft de bouw en werking van virussen.
- Je legt uit hoe een allergische reacties ontstaat.
- Je legt uit wat auto-immuunziekten zijn.


Slide 28 - Diapositive

Binnen is beginnen

- Telefoon in telefoontas
- Zelfwerkzaamheid, pak je boeken en planner
- Nakijken en aftekenen als je  een paragraaf af hebt
- Om 12:25 bespreken we vraag 60 (12.5)
12.5
- Je beschrijft het verschil tussen een tumor en kanker en beschrijft manieren van behandelen van kanker.
- Je beschrijft de bouw en werking van virussen.
- Je legt uit hoe een allergische reacties ontstaat.
- Je legt uit wat auto-immuunziekten zijn.


Slide 29 - Diapositive

Bespreken 12.5, vraag 60
60a:
- In de vraag staat het begrip antistoffen. Op welke manier werken antistoffen? Op welk moment in de vermeerdering van het virus kunnen ze hun taak uitvoeren?
b:
- Er wordt gevraagd naar een organel dat eiwitten maakt, denk terug aan je kennis over eiwitsynthese.

Slide 30 - Diapositive

Kanker

Slide 31 - Diapositive

Regelgenen
  • Surpressorgenen: voorkomen dat een cel zich deelt voordat DNA-reparatie is afgerond. Mutatie op suppressorgen verwijdert rem op celcyclus
  • Proto-oncogen stimuleert celgroei, door mutatie kan dit op hol slaan

Slide 32 - Diapositive

Epigenetica
  • DNA moet despiraliseren om afgelezen te worden
  • DNA-methylering zorgt dat DNA strak opgerold blijft, DNA-acetylering zorgt dat DNA despiraliseert
  • Omgevingsfactoren beïinvloeden dit

Slide 33 - Diapositive

Virussen
  • Eiwitmantel met DNA/RNA
  • Hecht aan receptor gastheercel
  • DNA/RNA in cytoplasma wordt afgelezen en virussen vermenigvuldigen
  • Cel dood of beschadigd

Slide 34 - Diapositive

Allergie
  • B-cellen maken antistoffen die aan antigenen hechten, fagocyten ruimen het op
  • Antistof hecht ook aan mestcellen, bij contact met antigenen barst deze open en komt histamine vrij, dat voor een ontstekingsreactie zorgt

Slide 35 - Diapositive

Auto-immuun
  • Lymfocyt ziet antigenen van eigen lichaamscellen als lichaamsvreemd en afweerreactie wordt ingezet
  • Bij transplantatie moeten HLA-antigenen op elkaar lijken

Slide 36 - Diapositive

  • Bescherming door huid
  • Bescherming bij planten
  • Niet-specifieke afweer, fagocyten
  • Verworven (speciefieke) afweer, T- en B-lymfocyten
  • Immuniteit, antistoffen, geheugencellen
  • ABO-systeem bloedgroepen, rhesusfactor
  • Kanker, epigenetica, virussen
  • Allergie, auto-immuunziekte, transplantatie 

Slide 37 - Diapositive