Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Wat is fonologie?
Slide 1 - Question ouverte
Welk woord staat hier: einahsostume?
Slide 2 - Question ouverte
Hoe zou je dit woord schrijven als je het schrijft zoals je het hoort?
Slide 3 - Question ouverte
Wat is morfologie?
Slide 4 - Question ouverte
Van het woord 'bak' kan ik meer woorden maken door er een voorvoegsel en/of een achtervoegsel aan te plakken of het samen te stellen met een ander woord. Maak eens zoveel mogelijk woorden met 'bak' als basis.
Slide 5 - Question ouverte
Wat is semantiek?
Slide 6 - Question ouverte
Wat is een fiets? Oftewel: waar moet een fiets aan voldoen, wil je het een fiets noemen?
Slide 7 - Question ouverte
Is een éénwieler een fiets? Waarom wel of waarom niet?
Slide 8 - Question ouverte
Wat is een schaar?
Slide 9 - Question ouverte
De docent noemt verschillende woorden. Roep 'ja' als ze eetbaar zijn. Roep 'nee' als ze niet eetbaar zijn.
Slide 10 - Question ouverte
Vla
Slide 11 - Diapositive
Pudding
Slide 12 - Diapositive
Kaas
Slide 13 - Diapositive
Eis
Slide 14 - Diapositive
Wat is syntaxis?
Slide 15 - Question ouverte
1. Joep gaat met veel plezier naar school. 2. Plezier naar school met te gaat Joep veel . Welke van twee bovenstaande zinnen is een correcte Nederlandse zin? Hoe weet je dit?