De historische context van het vroege christendom

De historische context van het vroege christendom

Aan het einde van de les kun je...

de politieke en religieuze situatie van Palestina in de Romeinse tijd beschrijven.

Wat weet je al over de politieke en religieuze situatie in Palestina tijdens de Romeinse heerschappij?

Politieke en religieuze situatie in Palestina onder Romeinse heerschappij

Periode van onafhankelijkheid onder de Hasmoneeën-koningen.

Het Hellenisme en zijn invloed op het Jodendom

Verspreiding van Griekse cultuur, taal en gebruiken in de periode na Alexander de Grote.

Herodes de Grote en de Herodiaanse dynastie

Herodes de Grote, een cliënt-koning van Rome, bekend om het herbouwen van de Joodse Tempel.

De Joodse opstanden tegen de Romeinen en hun gevolgen

Reeksen van rebellies tegen de Romeinse heerschappij, culminerend in de vernietiging van de Tempel in 70 na Christus.

Josephus en Philo als bronnen voor Joodse en vroegchristelijke geschiedenis

Werken van schrijvers zoals Josephus en Philo bieden ons inzicht in deze periode en de complexe interacties tussen Joodse tradities, Hellenistische cultuur en Romeinse politiek.

Definition List

Hasmoneeën-koningen: Joodse leiders die regeerden na de Makkabeeën opstand en vóór de Romeinse overheersing.
Herodes de Grote: Een cliënt-koning van Rome die bekend staat om het herbouwen van de Joodse Tempel.
Hellenisme: De verspreiding van Griekse cultuur, taal en gebruiken in de periode na Alexander de Grote.
Joodse opstanden: Reeksen van rebellies tegen de Romeinse heerschappij, culminerend in de vernietiging van de Tempel in 70 na Christus.
Josephus: Een Joodse historicus wiens werken ons veel leren over de Joodse geschiedenis en de Romeinse periode.
Philo: Een Joodse filosoof uit Alexandrië die de Joodse geschriften interpreteerde door de lens van de Griekse filosofie.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.