Debatteren en argumenten 4eo

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k, g
• Leerjaar 1-4

Debatteren

Debatteren

Debat

woordenstrijd tussen twee partijen over een stelling

Debatteren

houding

stem en toonhoogte

maak spreekkaarten

debat via AUB-model: argument / uitleg / voorbeeld

Argument

Met een argument verdedig je jouw standpunt (tegen kritiek).

Goede signaalwoorden die bij een argument horen zijn:

omdat / want / namelijk / daarom / op grond van / immers / om die reden

Wat is het hoofddoel van een debat?

1. Publiek overtuigen van jouw standpunt
2. Tegenstander overtuigen van jouw standpunt
3. Leren overtuigen
4. Politicus worden

Een signaalwoord voor een argument is:

1. Maar, echter , daarentegen
2. eerste, daarna, vervolgens
3. Omdat, immers, daarom
4. Ook, en

Wat zijn goede argumenten voor deze stelling: ‘Als je pest, dan moet je van school.’

Wat zijn goede argumenten tegen de stelling: ‘Als je pest, dan moet je van school.’

voorbeelden stellingen

• de doodstraf moet weer ingevoerd worden in Nederland
• ouders moeten schoolboeken zelf betalen
• iedereen moet verplicht dna-materiaal afstaan
• alcoholreclame moet verboden worden

Debatteren lijkt mij:

Leuk

Moeilijk

Makkelijk

Stom

Veel werk

Klaar!

Aan de slag met lezen in je leesboek

Wat is het hoofddoel van een debat?

1. Publiek overtuigen van jouw standpunt
2. Tegenstander overtuigen van jouw standpunt
3. Leren overtuigen
4. Politicus worden

voorbeelden stellingen

• de doodstraf moet weer ingevoerd worden in Nederland
• ouders moeten schoolboeken zelf betalen
• iedereen moet verplicht dna-materiaal afstaan
• alcoholreclame moet verboden worden

Ballondebat

Ballondebat!

Vier (beroemde) mensen zitten in een luchtballon. Deze ballon is helaas lek en zal gaan neerstorten.  We spelen 2 rondes.

Ronde 1: één persoon moet eruit om de ballon de lucht in te krijgen.

Ronde 2: één persoon mag in de luchtballon blijven. De anderen moeten eruit.

Ronde 1: wie mag blijven?

Ronde 2: Wie overtuigt het best?

En dan nu ...

maken taak week 47

Hoe vond je
deze les gaan?