Scheikunde mavo3 H5.2

Scheikunde mavo3
Hoofdstuk 5.2
Een brand blussen

1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Scheikunde mavo3
Hoofdstuk 5.2
Een brand blussen

Slide 1 - Diapositive

Brand blussen

Slide 2 - Diapositive

Water op brandende olie!
Wanneer je brandend olie of vet blust met water, ontstaat er een steekvlam.         
Dat komt doordat: 
water zwaarder is dan olie, het water kruipt dan onder de olie. 
  
Het water gaat door de hitte onmiddellijk koken, en gaat dus over in gasvorm (waterdamp) dat ontsnapt.  
 
De opstijgende waterdamp neemt daarbij hete oliedruppels mee. 
 
Tezamen met de waterdamp levert dat een uiterst brandbaar mengsel op. 

Slide 3 - Diapositive

Blussen 
Door één van de brandvoorwaarden weg te halen blus je een brand.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Vlam in de pan
Vetten kunnen ook ontbranden. Zo kun je vlam in de pan krijgen. 

De vlam in de pan doof je nooit met water. 
Doe er een deksel er op!

Slide 6 - Diapositive

Explosie = snelle verbranding

Slide 7 - Diapositive

Voorwaarden explosies
Bij een explosieve verbrandingsreactie moeten de fijn verdeelde brandstof en de zuurstof in de juiste verhouding gemengd zijn

Er treedt een heftige reactie op waarbij gasvormige producten ontstaan, die veel ruimte nodig hebben dan de beginstof.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

olie brand blussen met explosie
  • explosie = hele snelle verbranding
  • door explosie wordt tijdelijk zuurstof weggehaald
  • de brandstof wordt verspreid
  • dus koelt de brandstof ook af tot onder ontbrandingstemperatuur
  • dus alle 3 de brandvoorwaarden weggehaald (1 is al genoeg)

Slide 10 - Diapositive

Bosbranden blussen

Een bosbrand blussen betekent een andere manier van blussen. 

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Slide 13 - Vidéo

Slide 14 - Vidéo

Welk onderdeel uit de branddriehoek kun je met behulp van water weg halen.
A
Warmte
B
Brandstof
C
Zuurstof

Slide 15 - Quiz

Ik blaas een kaars uit. Welk onderdeel van de branddriehoek haal ik hier weg?
A
Brandstof
B
Zuurstof
C
Ontbrandings-temperatuur

Slide 16 - Quiz

Ik zet een potje over een brandende kaars. De kaars gaat uit. Welk onderdeel van de branddriehoek haal ik weg?
A
Brandstof
B
Zuurstof
C
Ontbrandings-temperatuur

Slide 17 - Quiz

Een brandende oliebron kan je doven door dynamiet te laten ontploffen. Wat doe je dan?
A
Je haalt de zuurstof weg
B
Je verlaagt de temperatuur.
C
je haalt de brandstof weg

Slide 18 - Quiz

Welke factoren zijn van belang voor een explosie (meerdere antw mogelijk)
A
voldoende zuurstof en temperatuur
B
perfecte mengverhouding en verdelingsgraad
C
soort brandbare stof
D
aanwezigheid katalysator

Slide 19 - Quiz

Je ziet hiernaast een explosie.

Wat weet je over de reactietijd?

A
De reactietijd is groot.
B
De reactietijd is klein.
C
De reactietijd kun je niet bepalen.

Slide 20 - Quiz

Vlam in de pan
A
Snelle verbranding
B
Langzame verbranding

Slide 21 - Quiz

Hoe blus je een pan als de vlam in de pan is geslagen?
A
Water
B
Koelen
C
Zuurstof wegnemen
D
Brandstof wegnemen

Slide 22 - Quiz

Hoe moet je de vlam in de pan blussen?
A
Afdekken
B
Met water
C
Met zand
D
Kouder maken

Slide 23 - Quiz

Er is een vlam in de pan. Wat kun je dan het beste doen?
A
Met water blussen.
B
Een blusdeken op de pan leggen.
C
Met een poederblusser blussen.

Slide 24 - Quiz

Hoe kun je het beste een vetbrand blussen (bv vlam in de pan)?
A
1. gas uitdraaien 2. deksel op de pan
B
1. gas uitdraaien 2. water erop gooien
C
1. de pan oppakken en naar buiten brengen

Slide 25 - Quiz

Welke brand kan je beter niet met water blussen?
Geef meerdere antwoorden.
A
Vlam in de pan
B
Schoorsteenbrand
C
Benzinebrand
D
Brandend staalwol

Slide 26 - Quiz