14. Hoofdstuk 8.2 - brand blussen

H8.2 "brand blussen"
1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 8 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

H8.2 "brand blussen"

Slide 1 - Diapositive

Hoe goed begrijp jij:
verhoudingsformule van zouten
110

Slide 2 - Sondage

Hoe goed begrijp jij: naamgeving van moleculen en zouten
110

Slide 3 - Sondage

Hoe goed begrijp jij:
molecuulmassa
110

Slide 4 - Sondage

Hoe goed begrijp jij:
massapercentage
110

Slide 5 - Sondage

Hoe goed begrijp jij:
reactievergelijking + kloppend maken
110

Slide 6 - Sondage

Hoe goed begrijp jij:
rekenen met reacties
110

Slide 7 - Sondage

Plan van deze les
  • Maken van een oefenopgave
  • Zelfstandig lezen 8.2 + maken van vraag 1 tm 10
  • Uitleg verschillende onderdelen
  • Quiz in lesson-up

Slide 8 - Diapositive

Oefenopgave
Een verbranding van 5 gram methaan heeft als reactieproduct koolstofdioxide en water. Hoeveel gram water ontstaat er?

Stap 1: Schrijf de reactievergelijking op en maak hem kloppend
Stap 2: Bereken de molecuulmassa's
Stap 3: Maak een verhoudingstabel en bereken de massa in gram

Slide 9 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven dat je bij het blussen van een brand een of meer verbrandingsvoorwaarden moet wegnemen.
  • Je kunt een geschikte blusmethode kiezen.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Welk onderdeel uit de branddriehoek kun je met behulp van water weg halen.
A
Ontbrandings-temperatuur
B
Brandstof
C
Zuurstof

Slide 12 - Quiz

Ik blaas een kaars uit. Welk onderdeel van de branddriehoek haal ik hier weg?
A
Brandstof
B
Zuurstof
C
Ontbrandings-temperatuur

Slide 13 - Quiz

Ik zet een potje over een brandende kaars. De kaars gaat uit. Welk onderdeel van de branddriehoek haal ik weg?
A
Brandstof
B
Zuurstof
C
Ontbrandings-temperatuur

Slide 14 - Quiz

Een brandende oliebron kan je doven door dynamiet te laten ontploffen. Wat doe je dan?
A
Je haalt de zuurstof weg
B
Je verlaagt de temperatuur.
C
je haalt de brandstof weg

Slide 15 - Quiz

Welke factoren zijn van belang voor een explosie (meerdere antw mogelijk)
A
voldoende zuurstof en temperatuur
B
perfecte mengverhouding en verdelingsgraad
C
soort brandbare stof
D
aanwezigheid katalysator

Slide 16 - Quiz

Toepassen van de informatie
Lezen H8.2
Maak vraag: 1 tm 10
Klaar? Maak dan ook de plus vragen

Eerste 10 minuten in stilte en zelfstandig
Daarna met rustig overleggen en eventueel met oortjes

Slide 17 - Diapositive

Blusmethodes
Welke blusmethodes ken je?
Wat zijn de voorwaarden van brand?

Slide 18 - Diapositive

vandaag
Herhaling van 3.1
filmpjes en uitleg hst 3.2
quizvragen over 3.2
huiswerk

Slide 19 - Diapositive

Alle drie tegelijk nodig voor een verbranding:

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

licht ontvlambaar
Binas 39

Slide 22 - Diapositive

Brand blussen

Slide 23 - Diapositive

Blussen 
Door één van de brandvoorwaarden weg te halen blus je een brand.

Slide 24 - Diapositive

Water op brandende olie!
Wanneer je brandend olie of vet blust met water, ontstaat er een steekvlam.         
Dat komt doordat: 
water zwaarder is dan olie, het water kruipt dan onder de olie.   
Het water gaat door de hitte onmiddellijk koken, en gaat dus over in gasvorm (waterdamp) dat ontsnapt.   
De opstijgende waterdamp neemt daarbij hete oliedruppels mee.  
Tezamen met de waterdamp levert dat een uiterst brandbaar mengsel op. 

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo

Vlam in de pan
Vetten kunnen ook ontbranden. Zo kun je vlam in de pan krijgen. 

De vlam in de pan doof je nooit met water. 
Doe er een deksel er op!

Slide 27 - Diapositive

Explosie = snelle verbranding

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Vidéo

Explosief
Binas 39

Slide 30 - Diapositive

Voorwaarden explosies
Bij een explosieve verbrandingsreactie moeten de fijn verdeelde brandstof en de zuurstof in de juiste verhouding gemengd zijn

Er treedt een heftige reactie op waarbij gasvormige producten ontstaan, die veel ruimte nodig hebben dan de beginstof.

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Vidéo

olie brand blussen met explosie
  • explosie = hele snelle verbranding
  • door explosie wordt tijdelijk zuurstof weggehaald
  • de brandstof wordt verspreid
  • dus koelt de brandstof ook af tot onder ontbrandingstemperatuur
  • dus alle 3 de brandvoorwaarden weggehaald (1 is al genoeg)

Slide 33 - Diapositive

Bosbranden blussen

Een bosbrand blussen betekent een andere manier van blussen. 

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Vidéo

Slide 36 - Vidéo

Slide 37 - Vidéo

Je ziet hiernaast een explosie.

Wat weet je over de reactietijd?

A
De reactietijd is groot.
B
De reactietijd is klein.
C
De reactietijd kun je niet bepalen.

Slide 38 - Quiz

Vlam in de pan
A
Snelle verbranding
B
Langzame verbranding

Slide 39 - Quiz

Hoe blus je een pan als de vlam in de pan is geslagen?
A
Water
B
Koelen
C
Zuurstof wegnemen
D
Brandstof wegnemen

Slide 40 - Quiz

Hoe moet je de vlam in de pan blussen?
A
Afdekken
B
Met water
C
Met zand
D
Kouder maken

Slide 41 - Quiz

Er is een vlam in de pan. Wat kun je dan het beste doen?
A
Met water blussen.
B
Een blusdeken op de pan leggen.
C
Met een poederblusser blussen.

Slide 42 - Quiz

Hoe kun je het beste een vetbrand blussen (bv vlam in de pan)?
A
1. gas uitdraaien 2. deksel op de pan
B
1. gas uitdraaien 2. water erop gooien
C
1. de pan oppakken en naar buiten brengen

Slide 43 - Quiz

Welke brand kan je beter niet met water blussen?
Geef meerdere antwoorden.
A
Vlam in de pan
B
Schoorsteenbrand
C
Benzinebrand
D
Brandend staalwol

Slide 44 - Quiz

Slide 45 - Vidéo