7.5 pH berekenen

7.5 pH berekenen
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4,5

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

7.5 pH berekenen

Slide 1 - Diapositive

Deze les

  • Uitleg rekenen met pH
  • Maken 45AB, 47, 52
  • Uitleg rekenen met pOH
  • Maken 45CD, 46, 50, 51
  • Uitleg titratie
  • Maken 53 + 54




Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je leert om de pH te berekenen met [H3O+]/[OH-], en andersom;
  • Je leert hoe een zuurbase titratie werkt;
  • Je leert om berekeningen uit te voeren met gegevens uit een titratie-experiment.

Slide 3 - Diapositive

pH rekenen bij zuren
  • De pH van een zure oplossing is afhankelijk van de concentratie H3O+ ionen, [H3O+].
  • Logaritmische schaal
  • Formules in Binas 38A 
pH = -log[H3O+]
[H3O+]=10-pH

Slide 4 - Diapositive

Significantie
  • Bij logaritmische berekeningen (pH rekenen) gaat significantie net iets anders.

  • Aantal significante cijfers bij pH is het aantal decimalen.

Slide 5 - Diapositive

Voorbeeld 1
Een monster regenwater bevat 5,2*10-4 mol H3O+ per liter. Bereken de pH.

Antwoord:
[H3O+] = 5,2*10-4 mol/L
pH = -log[H3O+] = -log (5,2*10-4) = 3,28
([H3O+] in 2 sig. cijfers, dus pH met 2 decimalen)

Slide 6 - Diapositive

Voorbeeld 2
De pH van maagzuur is 1,90. Bereken [H3O+].

Antwoord:
[H3O+] = 10-pH = 10-1,90 = 1,3*10-2 M
(pH heeft 2 decimalen, dus [H3O+] geven in 2 sig. cijfers)

Slide 7 - Diapositive

Aan de slag
Maken vragen 45AB, 47, 52

Slide 8 - Diapositive

pH rekenen bij basen
  • De pH van een basische oplossing is afhankelijk van de concentratie OHionen, [OH-].
  • We gebruiken hierbij de pOH als tussenstap. 
  • pH + pOH = 14,00 (leer deze formule uit je hoofd!)
  • Formules in Binas 38A:
pOH = -log[OH-]
[OH-]=10-pOH

Slide 9 - Diapositive

Voorbeeld 3
De pH van ammonia is 11,5. Bereken [OH-].

Antwoord:
pH + pOH = 14,00
pOH = 14,00 - pH = 14,00 - 11,5 = 2,5
[OH-]=10-pOH = 10-2,5 = 3*10-3 M
(pH heeft 1 decimaal, dus [OH-] geven in 1 sig. cijfer)

Slide 10 - Diapositive

Aan de slag
Maken vragen 45CD, 46, 50, 51

Slide 11 - Diapositive

Titratie
  • Kwantitatieve analysemethode.
  • Veel toegepast bij zuurbase reacties.

  • Erlenmeyer met oplossing met onbekende concentratie.
  • Buret met oplossing met bekende concentratie.
  • Bij volledige reactie is er kleuromslag door indicator.
  • Met berekening wordt onbekende concentratie bepaald.

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Lien

Omslagpunt
  • Op school meestal bepaald door kleuromslag van indicator.
  • In bedrijven meestal met pH-meter (nauwkeuriger).
  • In titratiecurve is het omslagpunt nauwkeurig af te lezen.

Slide 14 - Diapositive

Titratie berekeningen
  • Noteer de reactievergelijking.
  • Meestal volg je deze stappen in de berekening:
  1. Bereken aantal mol toegevoegde stof (liter * molariteit)
  2. Bereken aantal mol gereageerde stof (molverhouding)
  3. Soms verdunning berekenen (hoeveel mol in onverdund monster?)
  4. Bereken massa gereageerde stof

Slide 15 - Diapositive

Voorbeeld 4
De onbekende hoeveelheid oxaalzuur wordt opgelost in 100,0 mL demiwater. Hiervan wordt 25,00 mL gepipetteerd in een erlenmeyer en wordt getitreerd met 0,012 M natronloog. Tot kleuromslag is 12,35 mL natronloog toegevoegd. Bereken het aantal mg oxaalzuur wat is opgelost. De reactie die optreedt tijdens titreren: H2C2O4 + 2 OH- -> C2O42- + 2 H2O

Antwoord
  1. 0,01235 L * 0,012 mol/L = 1,48*10-4 mol NaOH = 1,48*10-4 mol OH- toegevoegd.
  2. Molverhouding 1:2, dus 1,48*10-4 / 2 = 7,41*10-5 mol H2C2O4 (oxaalzuur) gereageerd.
  3. Dit zat in 25,00 mL. In oorspronkelijke 100,0 mL zat *4 = 2,96*10-4 mol oxaalzuur.
  4. 2,96*10-4 mol * 90,036 g/mol = 0,027 g oxaalzuur = 27 mg.

Slide 16 - Diapositive

Aan de slag
Maken vragen 53 + 54

Slide 17 - Diapositive