H4.4 Arbeiders strijden voor hun rechten

H4.4 Arbeiders strijden voor hun rechten

Tijdvak van Burgers en Stoommachines
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

H4.4 Arbeiders strijden voor hun rechten

Tijdvak van Burgers en Stoommachines

Slide 1 - Diapositive

Weet je het nog?

Slide 2 - Diapositive

Waarom werden Nederland, België en Luxemburg samengevoegd?
A
Omdat deze landen vroeger ook bij elkaar hoorden
B
Om een sterk front tegen Frankrijk te vormen
C
Zodat Duitsland geen Wereldoorlog kon beginnen
D
Omdat Engeland economisch te sterk werd

Slide 3 - Quiz

Sleep de gebeurtenissen naar het juiste jaartal
1810

1813
1815
1830

Nederland wordt deel van het Franse Rijk
België maakt zich los van Nederland
Willem I wordt koning
Napoleon wordt verslagen

Slide 4 - Question de remorquage

Koning Willem I regeerde democratisch
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

Tekst
Tekst
Sleep alles wat bij het Liberalisme hoort naar het plaatje
Liberalen
Vrijheid
Vooral arbeiders
Vooral rijke mensen
Nieuwe grondwet
Willen weinig verandering
'Overheid zou zich meer moeten bemoeien met de economie'
'Overheid zou zich niet moeten bemoeien met de economie'
Thorbecke
Koning Willem I

Slide 6 - Question de remorquage

Waarom vroeg Koning Willem II Thorbecke uiteindelijk toch om een nieuwe grondwet te schrijven? - Zoek je antwoord zo nodig op in je boek

Slide 7 - Question ouverte

  • Je kunt uitleggen hoe en wanneer Nederland een industriële samenleving werd.
  • Je kunt uitleggen wat het socialisme inhoudt en waarom er twee groepen socialisten waren.
  • Je kunt aan de hand van een voorbeeld uitleggen wat een sociale wet is.
Leerdoelen

Slide 8 - Diapositive

Industriële Revolutie in Nederland (1)
  • Industrialisatie begint vanaf 1850
  • Eerst lichte industrie (textiel, voedsel) daarna zware (machines, schepen)
  • Grondstoffen komen binnen in haven Rotterdam
  • Nieuwe kanalen/wegen/rails
  • Steenkool uit steenkoolmijnen in Limburg
klik

Slide 9 - Diapositive

Industriële Revolutie in Nederland (2)
  • Kinderarbeid in fabrieken
  • Lonen en arbeidsomstandigheden slecht
  • Armen/zieken/werklozen leven van liefdadigheid
  • Nederland is een klassenmaatschappij

Slide 10 - Diapositive

Socialisme (1)
  • In Nederland hebben alleen rijke mensen kiesrecht, zij stemmen op de liberalen
  • De liberale overheid deed niets om het leven van arbeiders te verbeteren

Slide 11 - Diapositive

Socialisme (2)
  • Rond 1850 ontstaat het socialisme:  vóór de arbeiders
  • Karl Marx was de bedenker: hij voorspelde een  revolutie van de arbeiders tegen de fabriekseigenaren 
  • Privébezit zou volgens Marx worden afgeschaft          einde klassenmaatschappij
klik voor Marx

Slide 12 - Diapositive

Socialisme (3)
  • Sommige socialisten geloven niet in Marx' revolutie
  • Zij zijn sociaaldemocraten
  • Willen het leven van arbeiders vreedzaam verbeteren
  • Bijvoorbeeld: d.m.v. vakbonden en sociale wetten

Slide 13 - Diapositive

Sociale wetten (1)
  • Sociale kwestie  (=  de armoede van de arbeidersklasse) wordt steeds groter
  • Zowel socialisten als liberalen zijn bezorgd
  •          er komen sociale wetten

Slide 14 - Diapositive

Sociale wetten (2)
  • 1874: eerste sociale wet. 'Het Kinderwetje van Van Houten' 
  • Kinderen <12 mogen niet meer in fabrieken werken
  • ± 1900: woningwetten en leerplicht
  • Betere medicijnen en riolering  zorgen voor minder ziektes
klik voor prent

Slide 15 - Diapositive

Sociale wetten (3)
  • 1894: Sociaaldemocraten richten een politieke partij op: de SDAP (Sociaaldemocratische Arbeiders Partij)
  • Belangrijkste doel: kiesrecht voor alle mannen
  • 1917: Algemeen mannenkiesrecht
  • 1919: Algemeen kiesrecht
klik voor poster SDAP

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Was het Kinderwetje van Van Houten volgens jou een oplossing voor de kinderarbeid? Leg je antwoord uit.

Slide 18 - Question ouverte

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 19 - Question ouverte

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 20 - Question ouverte

Hoe goed begreep je deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Sondage