Inhaal les 3SB4B test je kennis klassikaal

• T&G
• MBO
• Studiejaar 1

Inhaal les 3SB4B test je kennis klassikaal

Leg uit wat de functies zijn van ons geraamte. Noem 2 functies

Welke typen spiervezels zijn er in je lichaam?

Welke 2 vormen van spiervezels zijn er in de skeletspieren?

Cranium

Pelvis

Scapula

Humerus

Colomna Vertebralis

Patella

Tibia

Femur

Ulna

Radius

Costa

Calcaneus

Pectoralis Major

M. Rectus Abdominis

M. Biceps Brachii

M. Quadriceps

M. Gastrocnemius

M. Triceps Brachii

M. Trapezius

M. Latissimus Dorsi

M. Gluteus Maximus

M. Biceps Brachi

M. Deltoideus

M. Obliquus Externus Abdominis

M. Latissimus Dorsi

M. Triceps Brachii

M. Trapezius

M. Serratus Anterior

M. Rectus Abdominis

M. Pectoralis Major

Biceps Brachii

Latissimus Dorsi

Abductie

Extensie

Dorsaalflexie

Plantairflexie

Anteversie

retroversie

Flexie

Extensie

Plantairflexie

Dorsaalflexie

Extensie

Flexie

Anteflexie

Retroflexie

Hartspierweefsel:

1. Is snel uitgeput
2. Is glad spierweefsel
3. Is niet onder de invloed van de wil
4. Is wel onder de invloed van de wil

Welk type skeletspier is snel uitgeput?

1. Fast Twitch
2. Slow Twitch
3. Dead Twitch
4. Muscle Twitch

Wat voor een soort gewricht is je knie?

1. Vlak gewricht
2. Zadelgewricht
3. Kogelgewricht
4. Scharniergewricht

In slagaders zit altijd zuurstofrijk bloed?

1. Ja
2. Nee

Een marathonloper heeft veel getraind op de volgende CLUKS:

1. Kracht
2. Snelheid
3. Uithoudingsvermogen
4. Coordinatie

Noem alle CLUKS:

Leg de 2 volgende begrippen uit:

 vermogen en capaciteit

Welke spier zorgt voor plantairflexie?

Je lichaam kan op verschillende manieren energie leveren, afhankelijk van de soort inspanning. Welk energieleverend systeem heeft de grootste capaciteit?

Duur	Systeem	Proces	Substraat	Soort Belasting
0-4 seconden	CP systeem		ATP
4-20 seconden		Anaeroob a-lactisch
20-120 seconden			Koolhydraten
120 sec. tot uren	Zuurstofsysteem			Marathon

Vul het schema

speerwerper

CP

CP-systeem

Anaeroob lactisch

Aeroob

Anaeroob a-lactisch

Koolhydraten en vetten

100 meter sprinter

Melkzuursysteem

1500 meter schaatser

Welk systeem gebruikt de sporter op de achtergrond veel?

1. Aeroob systeem
2. Melkzuursysteem
3. CO2-systeem
4. CP-systeem

Welk systeem gebruikt de sporter op de achtergrond veel?

1. CP-systeem
2. Zuurstofsysteem
3. Melkzuursysteem
4. H2O-systeem

Hoe noemen we "dat wat de sporter aan kan"?

1. Weerstand
2. Belasting
3. Overload
4. Belastbaarheid