Spelling herhaling

Spelling herhalingsles
Ik ga oefenen met oude strategieën en een paar grammaticale werkvormen.
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
SpellingBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Spelling herhalingsles
Ik ga oefenen met oude strategieën en een paar grammaticale werkvormen.

Slide 1 - Diapositive

Spellingsregels
Welke weet ik

Slide 2 - Carte mentale

de olifant
de verdieping
de foss..len
de l..ter
de m..renhoop
het f..guur
pr..ma
muz..k

Slide 3 - Question de remorquage

Welke woord is GEEN leenwoord?
A
Paraplu
B
Café
C
Pindakaas
D
Email

Slide 4 - Quiz

Welke leenwoorden ken je nog meer?

Slide 5 - Question ouverte

Sleep deze 5 woorden naar het juiste vak:
Woorden met een c die klinkt als een s:
citroen
Woorden met een c die klink als een k: camera
lucifer
procent
computer
speciaal
speculaas

Slide 6 - Question de remorquage

Wat schrijf je ?
Ik schrijf de c
ik schrijf de s
ik schrijf de k

Slide 7 - Question de remorquage

ring

Slide 8 - Question de remorquage

Frans leenwoord
Geen Frans leenwoord
diner
privacy
e-mail
confetti
croissant
chique
trottoir
bouillon
sale
paella

Slide 9 - Question de remorquage

Engels leenwoord
Geen Engels leenwoord
maillot
sushi
bagage
blocnote
laptop
maffia
design
t-shirts
trottoir
sale

Slide 10 - Question de remorquage

Wij leven op aarde, dat is een ...

Slide 11 - Question ouverte

Wat is een zelfstandig naamwoord?

Slide 12 - Question ouverte

Hij zag een vallende ster.
Wat is het zelfstandig naamwoord?
A
Hij
B
Zag
C
Vallende
D
Ster

Slide 13 - Quiz

Het planetarium is groot.
Wat is het zelfstandige naamwoord?
A
Het
B
Planetarium
C
Is
D
Groot

Slide 14 - Quiz

Ik begrijp het zelfstandige naamwoord.
Ja
Beetje

Slide 15 - Sondage

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?

Slide 16 - Question ouverte

De rode auto heeft pech.
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
A
Rode
B
Auto
C
Heeft
D
Pech

Slide 17 - Quiz

Mijn roze fiets is kapot gemaakt.
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
A
Mijn
B
Roze
C
Fiets
D
Kapot

Slide 18 - Quiz

Ik begrijp het bijvoeglijke naamwoord.
Ja
Beetje

Slide 19 - Sondage

De rode katoenen broek.
Wat is het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
rode
katoenen
broek

Slide 20 - Sondage

De grote houten deur.
Wat is het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?

grote
deur
houten

Slide 21 - Sondage

Noem voorbeelden van telwoorden

Slide 22 - Question ouverte

Wat is een bezittelijk voornaamwoord en noem eens een voorbeeld

Slide 23 - Question ouverte

Dit vond ik ervan
Ik vond dit leuk
Ik vond dit niet heel leuk
Dit is echt niet mijn ding

Slide 24 - Sondage