5.3 Stamboomonderzoek (2)

Vandaag
Bespreken van opdracht 2
Uitleg 5.3 deel 2
Maken oefenopdrachten (zelf oefenen en samen oefenen) 

1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Vandaag
Bespreken van opdracht 2
Uitleg 5.3 deel 2
Maken oefenopdrachten (zelf oefenen en samen oefenen) 

Slide 1 - Diapositive

Letale allelen
Soms zijn allelen zo afwijkend dat een individu die twee (recessief) of zelfs maar één (dominant) van deze allelen heeft niet levensvatbaar is.
Dit noem je letale allelen.
Letale = dodelijke.
Dit zie je aan afwijkende percentages bij nakomelingen



Slide 2 - Diapositive

Monohybride kruisingen
- 'Gewoon' =  autosomale overerving
- X-chromosomale overerving
- Intermediair fenotype (autosomaal)
- Multipele allelen met codominantie (autosomaal)
- Letale allelen (autosomaal)

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Intermediaire overerving
Er is geen sprake van een dominant en een recessief allel. De allelen zijn onvolledig dominant. Beide allelen hebben evenveel invloed op het fenotype. Beide allelen 'hoor' je even goed.
Notatie BR en BW waarbij R de ene variant van eigenschap B is en W de andere variant.
Bijvoorbeeld bloemkleur rood en wit.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Multipele allelen
Voor sommige eigenschappen zijn er meer dan 2 allelen: multipele allelen.
Er kan dan sprake zijn van co-dominantie van 2 van de drie allelen, de ander is dan recessief.

Verschil tussen intermediair en co-dominatie?
Bij intermediair is er géén recessief allel, bij co-dominantie wel.
Bij co-dominantie zie je beide dominante allelen in het fenotype terug, bij intermediair is het heterozygote fenotype een 'mengsel'. 

Slide 7 - Diapositive

Co-dominante overerving
Belangrijk voorbeeld: bloedgroepen.
Voor bloedgroepen zijn er 3 allelen.
IA, IB en i

IA en IB zijn beide dominant over i
IA en IB zijn even sterk (co-dominant)

Slide 8 - Diapositive

Bloedgroepen
3 allelen waarvan 2 dominant

Notatie:
IA, IB, i
IAIA
Bloedgroep A
IAi
Bloedgroep A
IBIB
Bloedgroep B
IBi
Bloedgroep B
IAIB
Bloedgroep AB
ii
Bloedgroep nul

Slide 9 - Diapositive

Oefenen bloedgroepen (3)
Twee grootmoeders behoren elk tot bloedgroep O en de beide grootvaders behoren elk tot
bloedgroep AB. 
Hoe groot is de kans dat hun kleinkind bloedgroep B zal hebben?


Slide 10 - Diapositive

Oefenen bloedgroepen (3)
5/16

Slide 11 - Diapositive

Nu en huiswerk (voor maandag) 
Aan het werk met:
-Maak van opgaves monohybride opdracht 3, 4 en 5
-Maak van opgaves bloedgroepen opdracht 1 t/m 3

-Maak van opgaves X-chromosomaal opdracht 1 t/m 5 

Slide 12 - Diapositive