Week 3 - De vermogensdelicten 21/22

Criminaliteit
les 3- De vermogensdelicten
schooljaar 2021/2022, OP2
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
criminaliteitMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Criminaliteit
les 3- De vermogensdelicten
schooljaar 2021/2022, OP2

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vorige week 
  • Vorige week hebben we gekeken naar de deelnemers van een strafproces
  • Bij 1 van deze deelnemers, nl. de opsporingsambtenaar, hebben we vervolgens ingezoomd op een tweetal middelen in de opsporing naar strafbare feiten, te weten: 
  1. het sporenonderzoek
  2. getuigenbewijs  

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

deze les
  • Gaan we eerst na wat vermogensdelicten zijn
  • We kijken vervolgens naar de opbouw van een strafbepaling bij het bekendste vermogensdelict  
  • We kijken naar andere vermogensdelicten én naar de verschillen tussen deze vermogensdelicten

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat wordt nu bedoeld met een vermogensdelict?

Slide 4 - Carte mentale

een misdrijf waarbij de dader zich geld of goederen toe-eigent uit het vermogen van een ander 


Slide 5 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke vermogensdelicten ken je?

Slide 6 - Carte mentale

De bekendste zijn diefstal, fraude, oplichting en witwassen.
Verschillen tussen vermogensdelicten


We gaan kijken naar de onderlinge verschillen tussen vermogensdelicten, om te beginnen naar het verschil tussen diefstal en verduistering  

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het verschil tussen diefstal en verduistering is maar heel klein. Op één bestanddeel na lijken de strafbepalingen precies op elkaar. 
Welk bestanddeel hoort bij diefstal, welk bij verduistering?
diefstal, art. 310 Sr
verduistering, art. 321 Sr
wegnemen = fysiek afpakken
anders dan door misdrijf onder zich hebben = al op een nette manier in je macht hebben
Voorbeeld: Een mevrouw werkt als docente en neemt een laptop van school voor haar werk mee naar huis. Ze stopt met de baan omdat ze het niet meer leuk vindt zo, maar geeft de laptop niet terug.
Voorbeeld: Twee jongens nemen een scooter mee van een onbekende die zo stom was haar sleutels in het contact te laten zitten. 

Slide 8 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Diefstal met braak (art. 311 Sr) of geweld(art. 312 Sr)
De dief krijgt meer straf (strafverzwaring) als er bijzondere omstandigheden zijn waaronder de diefstal is gepleegd.
art. 311 Sr: met braak
  • Bijv. Twee mannen breken in de nacht in en stelen een iMac uit het huis.
art. 312 Sr: met geweld
  • Bijv. Een man slaat een oud vrouwtje en pakt dan haar tas af.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Meneer Helmer - deel 2

In het tweede deel van de zaak van meneer Helmer, die wij in week 1 hebben gekeken, gaat het ook om vermogensdelicten, maar om welke?

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3

Slide 11 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

09:30
Over welke strafbepaling gaat het dus?
A
art. 311 Sr
B
art. 312 Sr

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

09:51
'Mijn strafblad bestaat alleen maar uit 310, 311'
Wat heeft hij dus allemaal gedaan?
A
afpersing, chantage
B
diefstal, inbraak
C
oplichting, flessentrekkerij

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

18:19
De rechter heeft een hogere straf opgelegd dan geëist door de OvJ. Wat vind je daarvan? Zou jij hem een andere straf hebben opgelegd en zo ja welke?

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Andere vermogensdelicten
Afpersing, art. 317 Sr: iemand door geweld dwingen geld af te geven
Chantage, art. 318 Sr: iemand dwingen geld af te geven door te dreigen iets bekend te maken wat het slachtoffer niet wil
Oplichting, art. 326: Door bedrog iemand ertoe brengen dat hij geld afgeeft

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

We hebben nu meerdere vermogensdelicten besproken, wat is nu het verschil tussen diefstal met geweld en afpersing?

Slide 16 - Question ouverte

Het onderscheid bestaat erin dat de dader van dit misdrijf de goederen niet wegneemt maar doet afgeven, als gevolg van geweld of bedreiging

Slide 17 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Was in het filmpje nu sprake van een poging afpersing of een diefstal met geweld?
A
afpersing
B
diefstal met geweld

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

geef aan of er bij deze overval sprake is van afpersing of van diefstal met geweld en leg uit

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

criminele organisatie

Slide 21 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

criminele organisatie?
  
Artikel 140 Wetboek van Strafrecht
Deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie.

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

vervolg
gaat dus om 3 belangrijke zaken bij een criminele organisatie:
1. deelneming
2. oogmerk plegen misdrijven
3. organisatie

Slide 23 - Diapositive

uit: ECLI:NL:RBAMS:2017:4122
Voor een veroordeling ter zake van deelname aan een criminele organisatie dient te worden vastgesteld:
1. dat sprake is geweest van een organisatie,
2. dat die organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, en
3. voor iedere verdachte, dat hij aan die organisatie heeft deelgenomen.

waar moet een organisatie aan voldoen om een "criminele organisatie'' te zijn?
A
nodig is dat je over een langere periode en structureel met minstens 1 ander samenwerkt ten aanzien van jet plegen van misdrijven
B
je bent al een crimi organisatie als je meer dan 1x met een zelfde persoon een strafbaar feit pleegt

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

wanneer is er sprake van het oogmerk op het plegen van misdrijven?
A
als je als organisatie meer dan 1x een misdrijf hebt gepleegd
B
als het doel van de organisatie is het plegen van strafbare feiten

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

wanneer neem je nu deel aan een criminele organisatie?
A
als je lid bent van een criminele groep
B
als je een bijdrage levert aan organisatie
C
als je de misdrijven (mee)pleegt
D
in alle 3 de gevallen

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Taghi is dus uiteindelijk opgepakt en tegen hem en de andere deelnemers aan de organisatie loopt nu een strafzaak. Waar haalt politie en justitie in deze zaak zijn bewijzen vooral vandaan?

Slide 28 - Question ouverte

kroongetuige Nabil B.
door het kraken van diensten als Ennetcom, PGP Safe, IronChat en EncroChat

Wat is nu eigenlijk een kroongetuige zoals Nabil B. in de zaak Taghi?
A
iemand die toevallig getuige is geweest van een moord(poging) door een criminele organisatie
B
iemand die via via informatie heeft gekregen over de criminele organisatie en tegen een beloning bereid is hierover te verklaren
C
iemand die zelf deelnemer is geweest vd criminele organisatie en een deal sluit met justitie om hierover te getuigen

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions