ww blok 3 week 2 les 4

• Spelling
• Basisschool
• Groep 8

Lesdoel

Ik kan aan het einde van de les de werkwoordregels door elkaar toepassen:

- persoonsvorm tegenwoordige tijd

- persoonsvorm verleden tijd ( sterk en zwak)

Hoe maak je de ik-vorm van een werkwoord?

1. Hele werkwoord - EN
2. Hele werkwoord - EN en soms iets aanpassen

herstellen [tt] Ik _____________ de schade aan mijn fiets

lijken [tt] _____________ jij op je moeder?

Ik-vorm + T

Enkelvoud andere vormen:

schrijf ik- vorm+ t

jij loopt

hij fietst

zij praat

Mia vindt

zingen [tt] Jozua _____________ met zijn vrienden

binden [tt] Straks _____________ hij het touw aan de boom

leren [vt] Gisteren _____________ we veel over Prince.

vergroten [vt] De kinderen _____________ vorige week hun kennis in het museum.

VOORBEELD

STERKE WERKWOORDEN

kopen : ik koop - ik kocht

lopen : ik loop - ik liep

geven : wij geven - wij gaven

kruipen : zij kruipen - zij kropen

komen [vt] Gisteren _____________ ik veel te laat bij de tennisles aan

roepen [vt] Toen we zagen dat het mis ging _____________ we meteen om hulp.

mix

van

alles

doen [tt] Ik _____________ altijd mijn best.

klimmen [vt] Vorige week _____________ jij de heuvel makkelijk op

kleuren [vt] Afgelopen dinsdag _____________ Isis op een dolfijnenkleurplaat.

duiken [tt] Lucas _____________ graag in het zwembad.

vinden [tt] Je _____________ planten en dieren in de natuur.

branden [vt] Vorige week _____________ ik mijn vingers.

vergroten [tt] Gisteren _____________ de kinderen de ruimte.

verblijven [vt] Toen _____________ jij op het strand

genieten [vt] Rifat _____________ gisteren van een lekkere fruitsalade

maken [vt]
Asmin en Jozua _____________ vorige week vrijdag een mystery graph

zijn [vt] Ik _____________ vorige week toevallig in de buurt.

raden [vt] Ik _____________ het juiste getal.

bedanken [vt] Tom _____________ vorige jaar Sinterklaas voor het cadeau.

Typ het woord dat je hoort.

Typ het woord dat je hoort.

Typ het woord dat je hoort.

Typ de zin die je hoort.

Typ de zin die je hoort.

Typ de zin die je hoort.