Werkwoordspelling mix 25 januari 2022

Lesdoel
Ik kan aan het einde van de les de werkwoordregels door elkaar toepassen:

- persoonsvorm tegenwoordige tijd
- persoonsvorm verleden tijd ( klankvast en klankveranderend)

1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
SpellingBasisschoolGroep 7

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Lesdoel
Ik kan aan het einde van de les de werkwoordregels door elkaar toepassen:

- persoonsvorm tegenwoordige tijd
- persoonsvorm verleden tijd ( klankvast en klankveranderend)

Slide 1 - Diapositive

Gebruik de aantekeningen die je hebt gemaakt

Gebruik het werkwoordschema

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

herstellen [tt] Ik _____________ de schade aan mijn fiets

Slide 4 - Question ouverte

lijken [tt] _____________ jij op je moeder?

Slide 5 - Question ouverte

Tegenwoordige tijd 

Slide 6 - Diapositive

zingen [tt] Sven _____________ met zijn vrienden

Slide 7 - Question ouverte

binden [tt] Straks _____________ hij het touw aan de boom

Slide 8 - Question ouverte

Verleden tijd- klankvast

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

leren [vt] Gisteren _____________ we veel over Exploding Kittens.

Slide 11 - Question ouverte

vergroten [vt] De kinderen _____________ vorige week hun kennis in het museum.

Slide 12 - Question ouverte

VOORBEELD

Klankveranderende werkwoorden


kopen : ik koop - ik kocht

lopen : ik loop - ik liep

geven : wij geven - wij gaven

kruipen : zij kruipen - zij kropen

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

komen [vt] Gisteren _____________ ik veel te laat bij de tennisles aan

Slide 15 - Question ouverte

roepen [vt] Toen we zagen dat het mis ging _____________ we meteen om hulp.

Slide 16 - Question ouverte

doen [tt] Ik _____________ altijd mijn best.

Slide 17 - Question ouverte

klimmen [vt] Vorige week _____________ jij de heuvel makkelijk op

Slide 18 - Question ouverte

kleuren [vt] Afgelopen dinsdag _____________ Amina op een dolfijnenkleurplaat.

Slide 19 - Question ouverte

duiken [tt] Kaj _____________ graag in het zwembad.

Slide 20 - Question ouverte

vinden [tt] Je _____________ planten en dieren in de natuur.

Slide 21 - Question ouverte

branden [vt] Vorige week _____________ ik mijn vingers.

Slide 22 - Question ouverte

vergroten [tt] Gisteren _____________ de kinderen de ruimte.

Slide 23 - Question ouverte

verblijven [vt] Toen _____________ jij op het strand

Slide 24 - Question ouverte

genieten [vt] Emilia _____________ gisteren van een lekkere fruitsalade

Slide 25 - Question ouverte

maken [vt]
Jonas en Cas _____________ vorige week vrijdag een puzzel

Slide 26 - Question ouverte

zijn [vt] Ik _____________ vorige week toevallig in de buurt.

Slide 27 - Question ouverte

raden [vt] Ik _____________ het juiste getal.

Slide 28 - Question ouverte

Luister goed:

Slide 29 - Question ouverte

Luister goed:

Slide 30 - Question ouverte

Luister goed:

Slide 31 - Question ouverte

Luister goed:

Slide 32 - Question ouverte

Luister goed:

Slide 33 - Question ouverte

Luister goed:

Slide 34 - Question ouverte

Luister goed:

Slide 35 - Question ouverte

Luister goed:

Slide 36 - Question ouverte