Herhaling H1
1 / 19
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
1
bekerglas
2
reageerbuis
3
trechter
5
erlenmeyer
Sleep de nummer bij het glaswerk naar de juiste naam.
timer
1:20
1
2
3
4
Slide 2 - Question de remorquage
Wat zijn de practicumregels, noem er minimaal 2?
Slide 3 - Question ouverte
De gasbrander
gasregelknop
voet
luchtschijf
schoorsteen
aansluiting gasslang
Slide 4 - Question de remorquage
Op de tekening hieronder zie je drie verschillende vlammen. Sleep onder elke vlam de naam van de soort vlam?
Pauze/gele/oranje vlam
Blauwe/doorzichtige vlam
Blauwe ruisende vlam
Slide 5 - Question de remorquage
Met welk onderdeel van de gasbrander regel je de grootte van de vlam?
Slide 6 - Question ouverte
Zet de volgende onderdelen van een verslag in de juiste volgorde:
Titel
Conclusie
Werkwijze
materialen
onderzoek
vraag
waar
nemingen
Slide 7 - Question de remorquage
Organisme
Geen organisme
Slide 8 - Question de remorquage
Wat is de naam van de plant hiernaast?
Gebruik de zoekkaart.
Slide 9 - Question ouverte
Schematische tekening
Natuurgetrouwe tekening
Slide 10 - Question de remorquage
Wat kun je met het blote oog zien?
Oog
microscoop
Slide 11 - Question de remorquage
Sleep de namen van de onderdelen van de microscoop naar de juiste plek.
Oculair
Grote schroef
Revolver
Objectief
Kleine schroef
Slide 12 - Question de remorquage
Orgaan
Organisme
Orgaanstelsel
Slide 13 - Question de remorquage
Bekijk de afbeelding van de orgaanstelsels.
Zet de juiste naam onder het juiste orgaanstelsel.
ademhalingsstelsel
bloedvatenstelsel
Slide 14 - Question de remorquage
Tijd is een
een banaan weegt ongeveer 0,1
Kay is 17 jaar oud. Hij weegt 65.000
Lengte is een
Uur is een
gram
grootheid
kilogram
eenheid
grootheid
Slide 15 - Question de remorquage
Je moet een staafdiagram maken die bij de tabel hoort. Wat zet je horizontaal in het staafdiagram ?
A
soort
B
aantal leerlingen
Slide 16 - Quiz
Wat is een staafdiagram?
A
B
C
Slide 17 - Quiz
Wat is een kenmerk van een lijndiagram?
A
Je werkt met staven
B
Een cirkel laat het totaal zien
C
Er wordt een lijn gebruikt
D
Er worden schijven gebruikt
Slide 18 - Quiz
Wat is het maximum van het lijndiagram?
A
27
B
28
C
30
D
36
