lezen 4.2, les 2

Lezen hoofdstuk 4.2
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Lezen hoofdstuk 4.2

Slide 1 - Diapositive

Doel
Weten wat een tekstdoel is en daarnaast een aantal kunnen benoemen.

Slide 2 - Diapositive

lesplanning

Start

  • Herhalen 3.2

Kern

  • Tekstdoel
  • Tekstverbanden
  • Weekplanning

Afsluiting

  • Doel

Slide 3 - Diapositive

Wat weet je nog van lezen hoofdstuk 3.2

Slide 4 - Carte mentale

Tekstdoel

Wat is het doel van de schrijver?


  • Informeren / de lezer  informatie geven (nieuwsbericht, tekst in een schoolboek)
  • Amuseren / de lezer vermaken (leesboek, stripverhaal)

Twee soorten informatieve teksten:
  1. SCHEMATISCHE SAMENVATTING: samenvatting in de vorm van een overzichtelijk schema
  2. INSTRUCTIE: een uitleg in stappen hoe je iets moet uitvoeren.






Slide 5 - Diapositive

Leespubliek
Leespubliek: het publiek (de mensen) voor wie is het geschreven.

Als je wilt weten voor welk publiek het geschreven is, kun je letten op de bron, het onderwerp, de woordkeus, de zinsbouw en soms ook de afbeeldingen

Slide 6 - Diapositive

Even oefenen


Bedenk voor jezelf wat het tekstdoel in van de volgende afbeeldingen en voor welk publiek...

Slide 7 - Diapositive



Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Welke 3 tekstverbanden heb je al geleerd ( zie lezen hoofdstuk 2)

Slide 12 - Question ouverte

Bij welk tekstverband hoofd het signaalwoord: daarnaast?
A
opsommend
B
tijdsvolgorde
C
tegenstellend

Slide 13 - Quiz

Bij welk tekstverband hoofd het signaalwoord: daarentegen
A
opsommend
B
tijdsvolgorde
C
tegenstellend

Slide 14 - Quiz

Bij welk tekstverband hoofd het signaalwoord: evenwel?
A
opsommend
B
tijdsvolgorde
C
tegenstellend

Slide 15 - Quiz

Bij welk tekstverband hoofd het signaalwoord: voordat?
A
opsommend
B
tijdsvolgorde
C
tegenstellend

Slide 16 - Quiz

Nog 1 nieuw tekstverband
UITLEGGEND TEKSTVERBAND

Dit tekst verband komt vaak voor in informerende teksten. De signaalwoorden die hierbij horen zijn:

bijvoorbeeld, dat wil zeggen, met andere woorden, onder andere, zoals.

Slide 17 - Diapositive

Weektaak


Hoe ver ben jij met de weektaak?

Slide 18 - Diapositive

Afsluiting

Doel: Wat is nu precies een tekstdoel?


Slide 19 - Diapositive