Talent 4.3

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Ik kan nu in een tekst vier tekstverbanden herkennen.

1. Jazeker!
2. Ik denk het wel, maar ik moet eerst nog oefenen.
3. Nee, dat vind ik nog moeilijk. Ik heb extra hulp nodig.

Wat gaan we doen?

- Uitleg studerend lezen, schematische samenvatting en instructie

- Opdrachten maken en leertekst lezen

- Uitleg leespubliek

- Tekstverbanden spel

- Afsluiting

Lesdoelen: wat ga je leren?

- Je leert wat studerend lezen is

- Je leert twee nieuwe soorten informatieve teksten kennen: schematische samenvatting en een instructie

- herhalen van tekstverbanden en signaalwoorden én...

tekstdoel

Welk doel heb je als lezer wanneer je non-fictie leest?

Welk doel heb je als lezer wanneer je fictie leest?

Tekstdoelen: informeren en amuseren

- Wat is een tekstdoel eigenlijk?

- Welke tekstdoelen ken je al? 

Informeren en amuseren: fictie of non-fictie?

-> Leertekst tekstdoelen blz. 21

Schematische samenvatting

-> Opdracht 4 blz. 23 zelfstandig maken (10 min)

a-b-c-d-e*-f*

-> Daarna samen bespreken

Tekstverbandenspel- 10 min

- Iedereen krijgt een signaalwoord van de tekstverbanden: opsomming, tijdsvolgorde, tegenstelling en uitleggend.

- Zoek klasgenoten met signaalwoorden van hetzelfde tekstverband.

- Verzin in je groepje met elk signaalwoord een zin.

- Noteer de zinnen op je gele papiertje.

Zinnen nabespreken

Bij welke signaalwoorden was het moeilijk om een zin te bedenken?

Ik ken vier tekstverbanden en bijbehorende signaalwoorden

Deze les

Agenda invullen -> toets donderdag 27 maart 2025

Wat weet je nog?

Opdracht 14 maken (verkennend lezen A niet)

tekst lezen blz. 28-29

opdracht 15-16 maken

Klaar?

Samenvatting maken paragraaf 4.3

Agenda invullen-> leren voor toets

Maandag 17 maart: leren paragraaf 1.3 en 2.3

dinsdag 18 maart: leren paragraaf 3.3 (herhalen 1.3,2.3)

Donderdag 20 maart": leren paragraaf 4.3 (herhalen 1.3, 2.3, 3.3)

Maandag 24 maart: leren paragraaf 1.3 tm 5.3 testjezelf paragraaf 3.3 maken

dinsdag 25 maart leren paragraaf 4.3 en 5.3 en testjezelf 4.3 en 5.3 maken

Belangrijk! 

Maak je huiswerk en kijk het na.

Maak samenvattingen van de paragrafen.

Maak de testjezelf van alle paragrafen online.

Leespubliek

- Waarom is het belangrijk om te weten voor welk publiek je een tekst schrijft?

- Wat voor teksten zijn meer voor volwassenen, en welke voor jongeren?

Is een informerende tekst fictie of non-fictie?

1. Fictie
2. Non-fictie

Wanneer kan je studerend lezen gebruiken?

Bedenk signaalwoorden bij het tekstverband uitleggend

Wat voor tekstdoel heeft een stripverhaal?

1. Informeren
2. activeren
3. Amuseren
4. overtuigen

Uitleggend tekstverband

Dit tekstverband geeft extra uitleg.  Vaak door voorbeelden te geven.

1. Op de sportdag kun je kiezen uit verschillende sporten zoals tennis, hockey of voetbal.

2. Wim houdt ermee op, dat wil zeggen dat hij stopt met fluiten op zaterdagochtend.

Tekst lezen & opdrachten maken

- Maak opdracht 14 ( A niet!)

- Tekst lezen blz. 28 & 29

- Opdracht 15 (A-B-C-D)

opdracht 19 (A-B-C-D)

Invloed van je geboortemaand op sporten in een team

Welke tekstdoelen heb je geleerd en bedenk een tekstvorm erbij.

Bij het tekstverband 'uitleggend' hoort het volgende signaalwoord.

1. Nu
2. Zoals
3. Daarnaast
4. terwijl

Ik vond de opdracht 14-15 en 19

1. Ik vond de opdrachten goed te maken.
2. Makkelijk, maar had veel fouten.
3. Ik begreep er niks van, en wil het samen doen.
4. Iets anders, dat wil ik tegen de docent zeggen.