HA - week 5 - Grammatica woordsoorten H3 - Les 2

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl
Ma, Di, wo, vrij

Let op: 
Doe mee met LessonUp
Zorg dat je de planning in de gaten houdt.
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl
Ma, Di, wo, vrij

Let op: 
Doe mee met LessonUp
Zorg dat je de planning in de gaten houdt.

Slide 1 - Diapositive

- Welkom!
- start grammatica woordsoorten H3
- oefenen
- Zelf aan de slag

Doel:
- Je kunt de woordsoorten uit H1 en H2 benoemen en uit een zin halen;
- Je legt uit wat het werkwoordelijk gezegde is;
- Je kunt het elk werkwoord van het GW benoemen (ZWW of HWW).


Wat gaan we doen vandaag:

Slide 2 - Diapositive

De leerlingen hebben hard gefietst

Fietsen geeft aan wat ze gedaan hebben
-> zelfstandig werkwoord

Hebben helpt - is nodig om voltooid deelwoord te maken.  -> werkwoord dat alleen helpt noem je het
-> hulpwerkwoord
Grammatica woordsoorten

Slide 3 - Diapositive

De leerlingen hebben hard gefietst.


Zelfstandig werkwoord staat meestal achterin de zin, als er meer ww-en in een zin staan.

De leerlingen zouden hard hebben moeten fietsen.
Grammatica woordsoorten
zelfstandig werkwoord
hulpwerkwoord
zelfstandig werkwoord
hulpwerkwoord

Slide 4 - Diapositive

Mijn nichtje is misschien komen spelen

komen =
A
Zelfstandig werkwoord (ZWW)
B
Hulpwerkwoord (HWW)
C
lidwoord (LW)
D
Zelfstandig naamwoord (ZN)

Slide 5 - Quiz

Mijn nichtje is misschien komen spelen

nichtje =
A
Zelfstandig werkwoord (ZWW)
B
Hulpwerkwoord (HWW)
C
lidwoord (LW)
D
Zelfstandig naamwoord (ZN)

Slide 6 - Quiz

Mijn nichtje is misschien komen spelen

spelen=
A
Zelfstandig werkwoord (ZWW)
B
Hulpwerkwoord (HWW)
C
lidwoord (LW)
D
Zelfstandig naamwoord (ZN)

Slide 7 - Quiz

Mijn nichtje is misschien komen spelen

is =
A
Zelfstandig werkwoord (ZWW)
B
Hulpwerkwoord (HWW)
C
lidwoord (LW)
D
Zelfstandig naamwoord (ZN)

Slide 8 - Quiz

Want haar zus moest naar de tandarts

moest =
A
Zelfstandig werkwoord (ZWW)
B
Hulpwerkwoord (HWW)
C
lidwoord (LW)
D
Zelfstandig naamwoord (ZN)

Slide 9 - Quiz

Wat:  eigen leerlijn grammatica woordsoorten H3
Wanneer: Deze week = 4 lessen
Hoe: werk netjes, denk logisch na over elke zin

1. persoonsvorm
2. zinsdeelstrepen
3. onderwerp
4. werkwoordelijk gezegde -> wat is het belangrijkste werkwoord? (=zww)
Aan de slag

Slide 10 - Diapositive