Woordsoorten donderdag 18 januari

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1,2

Welkom!

Nederlands

Mevrouw Takken, TNL

[e-mail]

Ma, Di, wo, vrij

Let op: 

Doe mee met LessonUp
Zorg dat je de planning in de gaten houdt.

- Welkom!

- start grammatica woordsoorten H3

- oefenen

- Zelf aan de slag

Doel:

- Je kunt de woordsoorten uit H1 en H2 benoemen en uit een zin halen;

- Je legt uit wat het werkwoordelijk gezegde is;

- Je kunt het elk werkwoord van het GW benoemen (ZWW of HWW).

Wat gaan we doen vandaag:

https:

Alle werkwoorden in de zin noem je het 

werkwoordelijk gezegde (wg)

Het WG laat altijd zien wat er in een zin gebeurt. 

Grammatica zinsdelen 

Alle werkwoorden in de zin noem je het 

werkwoordelijk gezegde (wg)

Maar hoe noem je die werkwoorden dan?

De leerlingen hebben hard gefietst

Grammatica woordsoorten

De leerlingen hebben hard gefietst

Fietsen geeft aan wat ze gedaan hebben

Hebben helpt - is nodig om voltooid deelwoord te maken. 

Grammatica woordsoorten

De leerlingen hebben hard gefietst

Fietsen geeft aan wat ze gedaan hebben

-> Het werkwoord met deze functie noem je het zelfstandig werkwoord

Hebben helpt - is nodig om voltooid deelwoord te maken. 

Grammatica woordsoorten

De leerlingen hebben hard gefietst

Fietsen geeft aan wat ze gedaan hebben

-> zelfstandig werkwoord

Hebben helpt - is nodig om voltooid deelwoord te maken.  -> werkwoord dat alleen helpt noem je het
-> hulpwerkwoord

Grammatica woordsoorten

De leerlingen hebben hard gefietst.

Grammatica woordsoorten

hulpwerkwoord

zelfstandig werkwoord

De leerlingen hebben hard gefietst.

De leerlingen fietsten hard.

Grammatica woordsoorten

hulpwerkwoord

zelfstandig werkwoord

zelfstandig werkwoord

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Ik heb mijn telefoon opgenomen.

Welk ww geeft aan wat het onderwerp doet?
Ik heb mijn telefoon opgenomen

Opgenomen is dus een:

1. Zelfstandig werkwoord
2. Hulpwerkwoord

Ik heb mijn telefoon opgenomen.
Als opgenomen ZWW is, wat is heb dan?

1. Zelfstandig werkwoord (ZWW)
2. Hulpwerkwoord (HWW)

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Haar moeder zou langskomen.

Welk ww geeft aan wat het onderwerp doet?

Haar moeder zou langskomen

langskomen is hier een:

1. Zelfstandig werkwoord
2. Hulpwerkwoord

langskomen is hier een:

1. Zelfstandig werkwoord
2. Hulpwerkwoord

De moeder zou langskomen
Als langskomen ZWW is, wat is zou dan?

1. Zelfstandig werkwoord (ZWW)
2. Hulpwerkwoord (HWW)

Wat:  eigen leerlijn grammatica woordsoorten H3

Wanneer: Deze week = 4 lessen

Hoe: werk netjes, denk logisch na over elke zin

1. persoonsvorm

2. zinsdeelstrepen

3. onderwerp

4. werkwoordelijk gezegde -> wat is het belangrijkste werkwoord? (=zww)

Aan de slag