zuurstof toedienen

zuurstof toedienen 
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

zuurstof toedienen 

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  • je kunt aan het einde van de les de verschillende wijze van zuurstof toedienen benoemen.
  • Je weet aan het einde van de les de voor- en nadelen van de verschillende toedieningswijze
  • je kunt aan het einde van de les drie verpleegkundige aandachtspunten benoemen waar je  op let tijdens het toedienen van zuurstof.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

0

Slide 4 - Vidéo

Hoe kan je de zuurstof meten bij je zorgvrager?

Slide 5 - Carte mentale

hoe meet je de zuurstofgehalte?
  • saturatie ( verzadiging vd erytrocyten met O2)
  • veneuze Astrup = vingerprik 


  • Arteriële Astrup (bloed uit slagader gehaald)

Slide 6 - Diapositive

  • Gezonde mensen saturatie 96- 100 %
  • COPD/ hartfalen saturatie 92-100%
  • Lager dan 95% overleg arts
  • Lager dan 90% overwegen toedienen van zuurstof. Altijd in overleg met de arts.

Slide 7 - Diapositive

Benoem enkele verschijnselen bij zuurstofgebrek

Slide 8 - Carte mentale

verschijnselen hypoxie
  • kortademig in rust en ook bij lichte inspanning
  • geen energie om iets te ondernemen 
  •  gebruik hulpademhalingsspieren 
  • sufheid, minder alert (vreemd gevoel in het hoofd)
  • vergeetachtigheid / verward
  • blauwe huidskleur van vingers, nagels , lippen (cyanose) 
  • hoge P en AH 
  • angstig 

Slide 9 - Diapositive

Indicaties:

problemen met ademhaling of gaswisseling
- hart/long problemen
- bloed armoede
- postoperatief, sedatie
- ernstig trauma
-onderkoeling

Slide 10 - Diapositive

Contra-Indicatie
- verwondingen neus/keelholte
- verwondingen aan aangezicht
- schedel/hersenen trauma
- een jonge leeftijd (kinderen en zuigelingen)
- vroeggeboorte (oogschade)

Slide 11 - Diapositive

Pas op met zuurstof!

Slide 12 - Diapositive

Waar moet je op letten als je zuurstof gaat toedienen bij je zorgvrager?

Slide 13 - Question ouverte

voorbehouden en risicovol
  • altijd in opdracht van de arts 
  • schrijft ook aantal liters voor per minuut
  • gebruik maken van juiste middelen en materialen 
  • alert zijn bij COPD (ademdepressie)
  • zuurstof is brandbaar!
  • bij een cilinder; bereken de inhoud

Slide 14 - Diapositive

Zuurstofbronnen
  • Zuurstofcilinder  
  • Concentrator
  • Vloeibaar zuurstof 

Slide 15 - Diapositive

Bij zuurstoftoediening zijn er meerdere risico's.
Welk antwoord is juist?
A
Huidirritatie
B
Brand
C
Explosie
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Diapositive

Wat zie je een zorgvrager met een zuurstof gebrek doen?

Slide 18 - Question ouverte

De zorgvrager met hypoxie...


... wil het liefste rechtop zitten
... wil knellende kleding uitdoen
... kan niet praten en ademhalen  tegelijk
... gebruikt hulpademhalingsspieren
... neusvleugel zie je duidelijk bewegen
... heeft tekenen van cyanose

Slide 19 - Diapositive

5 tot 15 liter per minuut
1 tot 1,5 liter per minuut
2 tot 4 liter per minuut

Slide 20 - Question de remorquage

Juist of onjuist: Luchtbevochtiging bij zuurstoftoediening vanaf 5 liter per minuut is noodzakelijk
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz

Juist of onjuist: een tekort aan zuurstof is schadelijker dan een verhoogd CO2-gehalte.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quiz

verpleegkundige aandachtspunten 
  • zorg voor comfortabele houding zorgvrager
  • bij meer dan 5 ltr dan lucht eventueel bevochtigen 
  • voorkomen van drukplekjes
  • gebruik geen vet/olie als zalf. NOOIT vaseline 
  • goede neus / mond verzorging
  • pas op met vuur / vonkjes 

Slide 23 - Diapositive

Bij een longembolie krijgt een deel van de long
A
Te weinig bloed en zuurstof
B
Te weinig bloed en vitamine
C
Te weinig bloed en enzymen
D
Te weinig bloed en Glucose

Slide 24 - Quiz

Bij hyperventileren geeft iemand
A
Te veel koolzuurgas af
B
Te weinig koolzuurgas af
C
Te veel zuurstof af
D
Te weinig zuurstof af

Slide 25 - Quiz

Wanneer heeft het toedienen van zuurstof geen effect? (Meerdere antwoorden mogelijk)
A
Bij bloedarmoede (anemie)
B
Bij COPD
C
Bij een lage bloeddruk
D
Bij onvoldoende pompwerking v.h. hart

Slide 26 - Quiz

Wat zijn de twee nadelen van bevochtiging van zuurstof?

1. Zuurstofverlies
> niet alle zuurstof komt bij de zorgvrager terecht
2. Risico op infectie
> hygiënisch werken bij bevochtiging van zuurstof dus essentieel!

Slide 27 - Diapositive

complicaties 

  • ademdepressie
  • koolzuuropstapeling door onvoldoende O2 toevoer
  • O2 intoxicatie (bij beademing)
  • lucht in de maag (katheter te diep ingebracht)
  • weglekken O2 bij verkeerd hulpmiddel
  • droge neus / mond 
  • drukplekken 

Slide 28 - Diapositive

Berekenen van zuurstof

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Vidéo

formule is 
 Inhoud cilinder (liters) x druk (bar). = .. liter zuurstof.
Hoeveelheid = 10 x 130 = 1300 liter zuurstof.
dan delen door 60 = aantal uren dat je nog zuurstof hebt. 
delen door aantal liters/minuut wat iemand nodig heeft. 

zo aan de slag met praktische vaardigheid en de som om het te berekenen

Slide 31 - Diapositive

Som 1
Aanwezig: Cilinder van 10 liter met 150 bar druk.

Formule: bar x inhoud = aantal liter O2 in de fles

Uitkomst oefensom: 150 x 10 = 1500 liter in de fles

Slide 32 - Diapositive

Berekenen zuurstof deel 2
Bereken voor jezelf de uitkomst van deze som: 

Je wilt voor de cilinder waarvan je zojuist de inhoud hebt berekend ook nog uitrekenen hoe lang meneer Janssen hiermee nog vooruit kan. Meneer Janssen gebruikt 2 liter zuurstof per minuut. Het is nu 8:00 in de ochtend, op welk tijdstip zal de zuurstofcilinder leeg zijn?

Slide 33 - Diapositive

Uitleg som 2
Aanwezig: Cilinder met 1500 liter zuurstof
Dosering zuurstof: 2 liter per minuut
Huidige tijdstip: 8:00 in de ochtend
Formule: aantal liter O2 in cilinder / dosering zuurstof = aantal minuten tot cilinder leeg is
Uitkomst oefensom: 1500/ 2 = 750 minuten >> 750/60= 12,5 uur >> 8:00u + 12,5uur = om 20:30 is zuurstofcilinder leeg

Slide 34 - Diapositive

leerdoelen behaald? 
je kunt aan het einde van de les de verschillende wijze van zuurstof toedienen benoemen.
Je weet aan het einde van de les de voor- en nadelen van de verschillende toedieningswijze
je kunt aan het einde van de les drie verpleegkundige aandachtspunten benoemen waar je op let tijdens het toedienen van zuurstof.

Slide 35 - Diapositive

Vragen?!

Slide 36 - Diapositive

Wat vonden jullie van deze les
😒🙁😐🙂😃

Slide 37 - Sondage