4H Economie par. 11.3

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Checklist par. 11.2 vraag 18
Accijnzen zijn ...(1) belastingen en worden geheven volgens het ..(2)

1. 1> directe 2> draagkrachtbeginsel
2. 1> directe 2> profijtbeginsel
3. 1> indirecte 2> draagkrachtbeginsel
4. 1> indirecte 2> profijtbeginsel

Checklist par. 11.2 vraag 26
Welk woord past NIET op de open plek?
Een vlaktaks houdt in dat iedereen in Nederland ... evenveel belasting betaalt

1. in verhouding
2. in euro's
3. procentueel
4. relatief

Rijksbegroting

Begrotingssaldo = Rijksinkomsten - Rijksuitgaven

Financieringssaldo = Begrotingssaldo + Aflossingen

Staatschuld 31/12 = Staatschuld 1/1 +/- Financieringssaldo

Rijksbegroting, vb1

Begrotingssaldo = Rijksinkomsten - Rijksuitgaven

= 420 - 460 = -40

Financieringssaldo = Begrotingssaldo + Aflossingen

= -40 + 30 = -10

Staatschuld 31/12 = Staatschuld 1/1 +/- Financieringssaldo

= 280 + 10 = 290

Rijksbegroting, vb2

Begrotingssaldo = Rijksinkomsten - Rijksuitgaven

= 850 - 870 = -20

Financieringssaldo = Begrotingssaldo + Aflossingen

= -20 + 25 = +5

Staatschuld 31/12 = Staatschuld 1/1 +/- Financieringssaldo

= 460 - 5 = 455

voorbeeld

Overheidsuitgaven
€257 miljard

waarvan:
rente €10 miljard en de aflossing is €5 miljard

Overheidsinkomsten € 244 mld.

Hoeveel is het begrotingstekort?

Hoeveel neemt de staatsschuld toe?

Hoe groot is het financieringstekort?

voorbeeld

Overheidsuitgaven
€257 miljard

waarvan:
rente €10 miljard en de aflossing is €5 miljard

Overheidsinkomsten € 244 mld.

Hoeveel is het begrotingstekort?

Hoeveel neemt de staatsschuld toe?

Hoe groot is het financieringstekort?

Opdracht Overheidsfinancien

Opdracht Overheidsfinancien

Nederlandse rijksbegroting

Rijksinkomsten Oostenrijk € 280 miljard, Rijksuitgaven 300 miljard
Rijksinkomsten Duitsland 640 miljard, Rijksuitgaven 665 miljard
Welke financien geven de meeste reden tot zorgen?

1. Oostenrijk
2. Duitsland

EMU quotes

Financieringstekort Collectieve sector < 3% van het BBP

Staatschuld Collectieve sector < 60% van het BBP

                            Staatschuld

Staatschuldquote = ------------------ x 100%

                         BBP

Staatsschuld(quote) 

• Staatsschuldquote = (staatsschuld / bbp) x 100%
• Nederland 2020: 
•      Schuld: €491mld
•      Bbp: €778mld 
• Uitverdieneffecten

Hoe kan de staatschuldquote van een land dalen als de staatschuld stijgt?

1. Het BBP daalt meer dan de staatschuld stijgt
2. Het BBP daalt procentueel meer dan de staatschuld stijgt
3. Het BBP stijgt meer dan de staatschuld
4. Het BBP stijgt procentueel meer dan de staatschuld

Hw.

Checklist par. 11.3