231017 CVRM

17-10-23
CVRM
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
BSPMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

17-10-23
CVRM

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Programma van deze les


- CVRM 






Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen van vandaag:


- Je weet waar CVRM voor staat 
- Je weet wat de risico's zijn 
- Je weet hoe de risico's verkleind kunnen worden

 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tekst

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


1. Vertel in je eigen woorden wat er bedoeld wordt met cardiovasculair risicomanagement wordt verstaan.

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2. Noem 4 risicofactoren voor het ontstaan van hart- en vaatziekten die de patient niet kan veranderen.

Slide 8 - Carte mentale

Leeftijd, erfelijkheid, geslacht, vetverdeling (bloeddruk, cholesterol, suikergehalte)
3.Noem 4 risicofactoren die de patiënt wel kan beïnvloeden.

Slide 9 - Carte mentale

overgewicht, alcohol, beweging, roken, voeding, (bloeddruk, cholesterol, suikergehalte)

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

4. Noem 3 groepen patiënten die een verhoogd risico hebben op hart- en vaatziekten.

Slide 11 - Question ouverte

 diabetes, verhoogd cholesterol, verhoogde bloeddruk, eerder hvz

Slide 12 - Diapositive

A; 8% sterfte  32-42% sterfte + ziekte
B 5% sterfte;  17-22% sterfte + ziekte
5. Wanneer kan je de tabel gebruiken om het risico op hart- en vaatziekten in te schatten?

Slide 13 - Question ouverte

bij geen hvz of diabetes

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

6. Welke risicofactoren worden gebruikt in de tabel om het risico te schatten?

Slide 16 - Carte mentale

geslacht, roken, leeftijd, bloeddruk en cholesterol

7. Uit de tabel blijkt dat het risico 5-10% is. Wat betekent dit precies?

Slide 17 - Question ouverte

kans om over 10 jaar te overlijden aan hvz 
8.Patiënt A: vrouw, 63 jr, diabetes, bovendruk 150 mmHg, tot cholesterol/HDL 5.3, niet-roker

Slide 18 - Question ouverte

kan niet aangezien ze diabetes heeft.
Patiënt B: man, roker, 56 jr, bovendruk 162 mmHg, tot cholesterol/HDL 7.2

Slide 19 - Question ouverte

NHG 8% sterfte; 32-41% ziekte
 boek 9%
Patiënt C: als patiënt B maar nu niet-roker

Slide 20 - Question ouverte

NHG 5% sterfte; 17-22% ziekte
boek 5%
Wat is de behandeling niet-medicamenteus?

Slide 21 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Niet-medicamenteuze behandeling
  • niet te roken en meeroken te vermijden;
  • voldoende te bewegen: ten minste 150 minuten per week matig intensieve inspanning, zoals wandelen en fietsen, verspreid over diverse dagen; niet meer dan 8 uur per dag te zitten;
  • te streven naar een optimaal gewicht: BMI 20-25 kg/m2;
  • gezond te eten volgens de Schijf van Vijf van het Voedingscentrum;
  • stress te voorkomen.

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke medicatie kan voor hypertensie worden voorgeschreven?

Slide 24 - Carte mentale

RAAS-remmers. thiaziden, betablokker, calciumantagonsten, aldosteronantagonist (= K-sparend diureticum=spironolacton)
Welke medicatie ken je om het cholesterol te verlagen?

Slide 25 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Medicamenteuze behandeling
  • Cholesterolverlaging => statine 

  • Bloeddrukverlaging
systolische bloeddruk ≥ 180 mmHg met antihypertensiva, ongeacht het risico op hart- en vaatziekten.
Streef naar een bloeddruk die past bij de risicocategorie van de patiënt (zie tabel 1).
Diuretica, ACE-remmers, ARB’s, calciumantagonisten en bètablokkers hebben een even groot bloeddrukverlagend effect. 
Start low; go slow 
keuze gnm
Stap 1; geef antihypertensivum
Stap 2; Voeg 1 of 2 antihypertensivum  toe
Stap 3: verhoog dosering 
stap 4; voeg spironolacton toe 

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heb jij deze les ervaren?
-1100

Slide 27 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk 
Let op kalium 

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions