Les 6 - uitleg hww en zww

Lesprogramma

1. uitleg zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord
2. zelfstandig aan de slag
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Lesprogramma

1. uitleg zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord
2. zelfstandig aan de slag

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel
Aan het eind van deze les én na het maken van de opdrachten:

- Ken je de kenmerken van het zelfstandig werkwoord (zww) en het hulpwerkwoord (hww) 
- Kun je de verschillende soorten werkwoorden in een zin benoemen.

Slide 2 - Diapositive

Wie kent het verschil tussen een hww en zww?
Ja
Nee

Slide 3 - Sondage

hww
Als een zin meerdere ww heeft, is het ww dat de handeling aangeeft altijd een voltooid deelwoord of een infinitief. 
De persoonsvorm en eventuele andere ww zijn dan een hulpwerkwoord.

Imme is elke dag naar school gefietst.
Imme zal elke dag naar school moeten fietsen.

Slide 4 - Diapositive

zww
Geeft aan wat er wordt gedaan --> Het onderwerp doet iets.
Er staat altijd 1 zelfstandig werkwoord in de zin.

Imme fietst elke dag naar school.
Imme is naar school gefietst.
Imme zal elke dan naar school moeten fietsen.

Slide 5 - Diapositive

hulpwerkwoord
zelfstandig werkwoord
Zij
laten
hun
auto
morgen
repareren. 

Slide 6 - Question de remorquage

hulpwerkwoord
zelfstandig werkwoord
Kan
je
niet
beter
uitkijken!

Slide 7 - Question de remorquage

hulpwerkwoord
zelfstandig werkwoord
Max
zou
dat
gedaan
kunnen
hebben.

Slide 8 - Question de remorquage

hulpwerkwoord
zelfstandig werkwoord
Hij 
heeft
weer
niet
geluisterd.

Slide 9 - Question de remorquage

hulpwerkwoord
zelfstandig werkwoord
Hij 
kocht 
het
mooie
cadeau.

Slide 10 - Question de remorquage

In hoeverre begrijp je nu het verschil tussen een hww en een zww?
😒🙁😐🙂😃

Slide 11 - Sondage

Zelf aan de slag
Maken:
7 taalverzorging 3

7.1 grammatica
Opdracht 1 t/m 10



Slide 12 - Diapositive