H5.2 China - Les 7: Opkomend China

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Veranderend

CHINA

H5.2: Opkomend China

[e-mail]

Wat gaan we doen vandaag?

1. Afronding H5.2: Opkomend China
2. Start paragraaf 3: Migratie en verstedelijking

LESDOELEN VORIGE LES

1. Je kunt benoemen waar in China de industrie gevestigd is en uitleggen waarom de industrie in China daar gevestigd is.
2. Je kunt de ontwikkeling van de parelrivierdelta beschrijven.
3. Je kunt uitleggen wat NIC’s zijn en daarbij 2 kenmerken benoemen.
4. Je kunt de volgende begrippen uitleggen: megastad, arbeidsintensief, multinational, SEZ & global city.
   
5. Je kunt de rol van Hongkong tegenover China beschrijven.

CHINA TOT 1980

- alle bedrijven in handen van de staat

- geen vrijheid voor de mensen

- geen westerse invloeden

- bevolking: arm en afgesloten van de buitenwereld

CHINA NU

- nog steeds eenpartijstelsel

- internationale bedrijven zijn welkom

- Chinese (tech)bedrijven in de top van de wereld

Eigenlijk is nu dus de

                            economie open.

OPEN B227 IN JE BASISBOEK

De drie fases bij arbeidsverdeling

Fase 1: Ontwerpen van een product.

Fase 2: Produceren van goederen in een fabriek.

Fase 3: Product wordt vervoerd en verkocht.

Ontwerp komt uit de V.S. en dan?

CHECK 5 T/M 9

GLOBALISERING, waarom?

8C

1. Internationale bedrijven lokken met lage belastingen en lonen.
2.  Chinezen aantrekken met werk en woningen.
3. Goede infrastructuur aanleggen.
4. "Soepel" milieubeleid hanteren.

FIGUUR 10

VERANDEREND CHINA

H5.3: Migratie en verstedelijking

BOOMING KUSTGEBIED

SHANGHAI VS SHENZHEN

Kantoor VS Werkplaats

van de wereld

DELTA'S

Jangtsedelta

Shanghai - Kantoor v.d. wereld

Parelrivierdelta

Shenzhen - Fabriek v.d. wereld

Binnenlandse migratiestromen

LESDOELEN H5.3

1. Je kunt uitleggen waarom er sprake is van massale migratie van het platteland naar de steden (gebruik de termen pull- en pushfactoren (B145)).
2. Je kunt uitleggen hoe globaliseringsprocessen vaak leiden tot sociale ongelijkheid en regionale ongelijkheid (B226).
3. Je kunt de 5 verschillende schaalniveaus benoemen. (zie B7)
   
4. Je kunt uitleggen waarom er een ‘drijvende’ bevolking in China is.
   
5. Je kunt beschrijven hoe het uiterlijk van steden is veranderd.
6. Je kunt het verschil tussen de termen urbanisatiegraad en urbanisatietempo uitleggen (B240).

Migratie van het platteland naar de stad

1980 - 80% woonde op het platteland.

NU - Meer dan de helft in de stad.

De urbanisatiegraad neemt toe.

URBANISATIE

HUKOU

"Paspoort dat je woont in het gebied waar je bent geboren."

Lezen samen

Migratie naar de stad

op pagina 76-77

Aan de slag!

H5.3: Migratie en verstedelijking

• Lees: de tekst op pagina 76-77 in je lesboek.
• Lees: B240, B226 en B145 in het basisboek.
• Maak: opdracht 1 t/m 5 in je werkboek.

Je mag niet samenwerken, zolang het serieus gaat.

Aan de slag!

Pak je Chromebook erbij:

• Open de kennen- en kunnenlijst
• Werk paragraaf 1 + 2 uit

Gebruik je boeken!