Oefenen voor de toets workshop bezoekers ontvangen

Wat zijn interne klanten?
1 / 11
suivant
Slide 1: Carte mentale
Workshop ontvangt bezoekersMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Wat zijn interne klanten?

Slide 1 - Carte mentale

Wie zijn jouw belangrijkste klanten als je in de zorg werkt?
A
passagiers
B
patiënten
C
klanten
D
leerlingen

Slide 2 - Quiz

Wat is stap 1 van het verstrekken van goede informatie?
A
Inlevingsvermogen
B
Vriendelijk zijn
C
Een goede voorbereiding
D
Goed luisteren

Slide 3 - Quiz

Er komt een klant bij je aan de balie, wat zeg je?
A
Hallo, wil je een kopje koffie of iets anders?
B
Hallo, lekker weertje vandaag hè!
C
Goedendag, waarmee kan ik u helpen?
D
Goedendag, wat komt u doen?

Slide 4 - Quiz

Wat doe je als de telefoon gaat terwijl je in gesprek bent met de klant?

Slide 5 - Question ouverte

Waarom is het belangrijk om de naam van de klant te noemen als je deze weet?
A
Voor commerciële redenen
B
Het is veel gezelliger
C
Om hem bij de les te houden
D
Het is persoonlijk

Slide 6 - Quiz

Wat betekent discreet zijn?
A
Tactvol en onopvallend en vertrouwelijk met advies op een hoog niveau om kunnen gaan
B
Tactvol en onopvallend en vertrouwelijk met informatie om kunnen gaan, geheimen kunnen bewaren
C
Je kunt grote geheimen bewaren en je beweegt je onopvallend binnen de organisatie
D
Je kunt grote geheimen bewaren en kunt met adviezen op een hoog niveau omgaan

Slide 7 - Quiz

Betrouwbaarheid bestaat uit 3 onderdelen:
het nakomen van afspraken, verantwoordelijkheid
nemen voor eigen gedrag en...…..?

Slide 8 - Carte mentale

Als je dienstverlenend bent,
A
ben je een snelle verkoper
B
werk je het liefst in de horeca of zorg
C
doe je graag iets voor een ander
D
sta je achter een balie of receptie

Slide 9 - Quiz

Wie zijn je belangrijkste klanten als je in de luchtvaart werkt?
A
patiënten
B
burgers
C
toeristen
D
piloten

Slide 10 - Quiz

Wat betekent empathisch vermogen?
A
Je kunnen verplaatsen in de klant
B
De klant kunnen verplaatsen
C
Het vermogen om zielige mensen te helpen
D
Inlevingsvermogen

Slide 11 - Quiz