Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
3 KB C7 spel § 2
Cursus 7 > Spelling § 2 en 3 blz. 192-195
Lesdoel: Je weet wanneer je leestekens gebruikt.
Huiswerk> controle:
Controle> Cursus 5> §1
Cursus 6 § 1 en 2
Cursus 7 § 1
1 / 13
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k, g
Leerjaar 2
Cette leçon contient
13 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
50 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Cursus 7 > Spelling § 2 en 3 blz. 192-195
Lesdoel: Je weet wanneer je leestekens gebruikt.
Huiswerk> controle:
Controle> Cursus 5> §1
Cursus 6 § 1 en 2
Cursus 7 § 1
Slide 1 - Diapositive
Aantekening Cursus 7 spelling §2 blz. 192
Slide 2 - Diapositive
Leestekens: een zin eindigt met ...
A
aanhalingstekens
B
een komma
C
een dubbele punt
D
een punt
Slide 3 - Quiz
Welke leestekens gebruik je bij een citaat?
A
Uitroeptekens
B
Dubbele punt en aanhalingstekens
Slide 4 - Quiz
In welke zin kloppen de leestekens?
A
Als jij niet gaat wil ik ook niet.
B
Ik heb hoofdpijn dus ik blijf thuis.
C
Waarom eet jij nooit bananen?
D
Hoe groot is jullie auto.
Slide 5 - Quiz
Welke zin is juist?
Let op de leestekens!
A
Dat, heb je goed gedaan Saartje.
B
Dat heb je, goed gedaan Saartje.
C
Dat heb je goed gedaan Saartje.
D
Dat heb je goed gedaan, Saartje.
Slide 6 - Quiz
In welke zin zijn de leestekens correct gebruikt?
A
Ik ben te laat omdat, ik de bus gemist heb.
B
Heb jij melk, en suiker in je koffie?
C
Als je nog even doorloopt ben je in Ede.
D
Wij hebben thuis honden, katten en kippen.
Slide 7 - Quiz
Welke zin is juist?
A
Robin zei: 'Wie gaat er mee naar de Mac?'
B
Robin zei Wie gaat er mee naar de Mac?
C
Robin zei: Wie gaat er mee naar de Mac?
D
Robin zei 'Wie gaat er mee naar de Mac?'
Slide 8 - Quiz
Wat zijn leestekens?
A
Punt, komma, dubbele punt, aanhalingstekens
B
Hoofdletter, alinea, en namen
C
Afspraken
D
Alle letters in een tekst
Slide 9 - Quiz
Welke zin is juist?
A
Sanne zegt: Mijn fiets staat nog op school.
B
Sanne zegt: 'Mijn fiets staat nog op school.'
C
Sanne zegt: 'Mijn fiets staat nog op school'
D
Sanne zegt 'Mijn fiets staat nog op school.'
Slide 10 - Quiz
In welke zin zijn de leestekens goed gebruikt?
A
Marjan riep: 'Dat ze honger had!
B
Marjan riep: ik heb honger!
C
Marjan riep: 'ik heb honger!
D
Marjan riep: 'Ik heb honger!'
Slide 11 - Quiz
Zelfstandig werken of instructiegroep
*Huiswerk>
Cursus 7 § 2> online of in je werkboek
Maken oefentoets> leestekens
* LOB> opdracht> zakelijke e-mail
* Schrijfdossier> opdracht zakelijke e-mail
timer
1:00
Slide 12 - Diapositive
Evaluatie
Wat ging er goed deze les?
Slide 13 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
KGT C7 Spel §4 L1
Novembre 2024
- Leçon avec
13 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k, g
Leerjaar 2
3 KB C7 spel § 3 L2
Septembre 2024
- Leçon avec
11 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k, g
Leerjaar 2
3 KB herhaling tv 1
Octobre 2024
- Leçon avec
28 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k, g
Leerjaar 2
2TH hoofdletters, leestekens 2F
Novembre 2023
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
MBO
3 KB C6 F § 1 en 2
Septembre 2024
- Leçon avec
17 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k, g
Leerjaar 2
C7 spel §3 L1
Novembre 2023
- Leçon avec
11 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k, g
Leerjaar 2
1 KGT C6 Form §1 L1
Novembre 2023
- Leçon avec
11 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k, g
Leerjaar 2
KGT C7 Spel §3 L1
Novembre 2024
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k, g
Leerjaar 2