Rekenwerk bewegen

Gemiddelde snelheid
Gemiddelde snelheid = afstand/tijd
Gemiddelde afstand word uitgedrukt in km/uur of m/s, dit staat altijd in de vraag.
Soms kan het zijn dat je tijd om moet rekenen.
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Gemiddelde snelheid
Gemiddelde snelheid = afstand/tijd
Gemiddelde afstand word uitgedrukt in km/uur of m/s, dit staat altijd in de vraag.
Soms kan het zijn dat je tijd om moet rekenen.

Slide 1 - Diapositive

Je fiets 60 kilometer in 3 uur, wat is je gemiddelde snelheid?

Slide 2 - Question ouverte

Tijd omrekenen
Als in een vraag tijd uitgedrukt staat in minuten, en er word om kilometer per uur gevraagd, moet je de tijd omrekenen. In 1 uur zitten 60 minuten. Wil je minuten omrekenen naar uur moet je:

(aantal minuten)/60 = aantal uur

Slide 3 - Diapositive

Je doet er 50 minuten over om 20 kilometer te fietsen, wat is je gemiddelde snelheid?

Slide 4 - Question ouverte

Omrekenen km/h --> m/s

Slide 5 - Diapositive

Je doet er 50 minuten over om 20 kilometer te fietsen, wat is je gemiddelde snelheid in m/s?

Slide 6 - Question ouverte

Remweg
De remweg word groter als je sneller rijdt. De formule hiervoor is n^2 (kwadraat). Als je bijvoorbeeld 2 keer zo snel rijdt, word je remweg 2^2 = 4 keer zo groot.

Slide 7 - Diapositive

Je rijdt op een snelweg 1,8 keer zo snel als buiten de bebouwde kom. Hoeveel keer zo groot is de remweg?

Slide 8 - Question ouverte

Remweg
Als je wilt berekenen hoeveel keer zo hard je rijdt moet je de factor berekenen. Een factor bereken je door de nieuwe snelheid te delen door de oude snelheid. 
Bijvoorbeeld, als je eerst 10 km/u rijdt, en daarna 20 km/u rijdt je 2 keer zo snel, dit is de factor.
4/2 = 2
Als je eerst 20 km/u rijdt, en daarna 32 km/u, rijdt je 32/20 = 1,6 keer zo snel.

Slide 9 - Diapositive

Je rijdt eerst 50 km/u, maar later 120 km/u. Hoeveel keer zo snel ben je gaan rijden?

Slide 10 - Question ouverte

Je rijdt eerst 50 km/u, maar later 120 km/u. Hoeveel keer zo groot is de remweg geworden?

Slide 11 - Question ouverte

Remweg
Als je hebt berekend hoeveel keer zo groot de remweg is, en er is in de vraag gegeven hoe groot de remweg eerst was, kun je ook de afstand van de nieuwe remweg berekenen. Dit doe je door de factor van de nieuwe remweg te vermenigvuldigen met de afstand van de oude remweg.
Bijvoorbeeld: De remweg bij 50 km/u is 4 meter, en je rijdt hierna 100 km/u. Je rijdt dan 100/50 = 2 keer zo snel. De remweg is dus 2^2 = 4 keer zo groot. De remweg is dan 4 x 4 = 16 meter. 

Slide 12 - Diapositive

Je rijdt eerst 40 km/u, de remweg hierbij is 2 meter. Vervolgens ga je 100 km/u rijden. Hoe groot is de remweg nu?

Slide 13 - Question ouverte

Remweg
Stappen nieuwe remweg berekenen:
1. Hoeveel keer zo hard rijdt ik nu (factor snelheid)? Nieuwe snelheid/oude snelheid
2. Hoeveel keer zo groot is mijn remweg nu (factor remweg)? Factor snelheid^2
3. Hoe groot is mijn remweg nu? Factor remweg x remweg oude snelheid

Slide 14 - Diapositive