Terugblik

• Studievaardigheden
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Terugkijken

SBL 2021

In de les van vandaag

In de les van vandaag gaan we aan de hand van een aantal vragen bekijken hoe jullie het eerste deel van het schooljaar hebben ervaren.

We gaan bekijken hoe je je voelt, wat je is opgevallen, en of er dingen zijn die je graag anders zou willen zien.

Wat vind je van de klas waarin je zit?

Heb je het gevoel dat je aansluiting hebt bij klasgenoten (een of meerdere)?

Zo ja - met hoeveel ongeveer?
Zo nee - zou je dat wel willen, of vind je het prima zo?

Bij SBL vind ik het ... om een persoonlijk antwoord te geven.

1. leuk
2. spannend maar interessant
3. iets te spannend (me door anderen laten kennen zit in mijn lefzone)
4. veel te spannend (iets over mezelf vertellen zit in mijn paniekzone)

Keuzevragen

Bij de volgende vragen gaat het erom dat je eerlijk antwoordt. Je hoeft dus niet een antwoord te kiezen waarvan je denkt dat je docent dit wil horen. Als je bijvoorbeeld voor Nederlands nooit leert en toch een acht haalt, mag je daar eerlijk over zijn.

Op zondagavond voel ik me meestal...

1. ontspannen
2. moe
3. zenuwachtig
4. vrolijk

Ik heb het gevoel dat ik op school nieuwe dingen leer.

1. Helemaal mee eens
2. Meer eens dan oneens
3. Meer oneens dan eens
4. Helemaal mee oneens

Over het algemeen vind ik school dit jaar ...

1. Heel gemakkelijk
2. Op de goede manier uitdagend
3. Soms te uitdagend
4. Te moeilijk

Als je iets nieuws gaat leren, wat doe je dan het liefst eerst?

1. naar uitleg van de docent luisteren
2. zelf proberen
3. in een groepje uitproberen
4. uitleg op Youtube bekijken

Van het huiswerk heb ik ... mijn maakwerk af.

1. altijd
2. meestal
3. soms
4. nooit

Er zijn ... vakken waarbij ik niet mijn best doe omdat ik de docent niet aardig vind.

1. geen
2. één of twee
3. drie
4. meer dan drie

Ik zou het fijn vinden om in de les minder met de laptop te doen.

1. Helemaal mee eens
2. Meer eens dan oneens
3. Meer oneens dan eens
4. Helemaal mee oneens

Ik weet nu wat de vaste mindset en de groeimindset zijn.

1. Helemaal mee eens
2. Een beetje mee eens
3. Ik begreep het in de les wel maar ik vergeet het steeds
4. Ik heb geen idee wat er met de mindset bedoeld wordt

Als je het even kwijt was...

Vaste mindset: je gelooft dat je niet kunt veranderen. Met een vaste mindset geloof je dat als je ergens slecht in bent, je er slecht in blijft.

Groeimindset: je gelooft dat je kunt veranderen. Misschien ben je niet goed in een bepaald vak, maar met hard werk kun je er wel beter in worden.

Waar zit jij nu qua mindset?
1 = volledig vaste mindset
10 = volledige groeimindset

110

Leg uit hoe je op het cijfer op de vorige slide kwam. Dus: wanneer zie je dat jij een groeimindset hebt? Wanneer herken je bij jezelf de vaste mindset?

Stel je voor...

Je wordt uitgenodigd op je oude basisschool. Wat zou je aan groep 8 vertellen over wat je moet kunnen op de middelbare school? Dus welke tips zou je hen meegeven?

De eerste tip die ik zou meegeven (leg je antwoord ook uit alsjeblieft):

De tweede tip die ik zou meegeven (leg je antwoord ook uit alsjeblieft):

De vergadering

Vandaag beginnen de rapportvergaderingen.

Op de rapportvergadering wordt iedere leerling kort besproken. Alle docenten benoemen dan hoe het met de leerlingen gaat, en wat hen aan de leerlingen opvalt.

De volgende vragen gaan over de vergadering van jullie klas.

Wat denk jij serieus dat de docenten over jou zullen zeggen op de rapportvergadering? Dat kan gaan over je werkhouding, je cijfers of je gedrag.

Is er iets dat jij vindt dat de docenten over jou moeten weten tijdens de vergadering?
(dus eigenlijk: wat WIL jij dat de docenten over je zeggen?)

Uitspraken over jou

Op de komende slides staat steeds een mogelijke uitspraak over jou, die tijdens de rapportvergadering naar voren komt. Sommige kunnen confronterend zijn.

Geef per uitspraak de naam van een docent aan die dit over jou zou kunnen zeggen. Als je denkt dat niemand dit over jou zou zeggen, schrijf je 'niemand'. Als elke docent dit zou kunnen zeggen, schrijf je 'allemaal'.

"In mijn lessen werkt hij/zij hard."

"Ik denk dat hij/zij meer kan dan hij/zij laat zien."

"Misschien is dit niveau iets te lastig voor hem/haar."

"In de lessen laat hij/zij zien dat hij/zij het vak niet interessant vindt."

"Hij/Zij heeft een leidende rol in de klas."

"Ik heb het gevoel dat hij/zij nooit huiswerk maakt."

Doevraag

- Zoek op je laptop ALLE informatie die je bij hoofdstuk 1 van Engels ontvangen hebt van je docent(en).

- Hoeveel bestanden heb je in totaal bij hoofdstuk 1?

- Op welke plaatsen staan deze bestanden?

- Hoe lang duurde het om alle informatie bij elkaar te vinden?

Geef je antwoorden op de volgende slides.

1. Hoeveel bestanden heb je in totaal bij hoofdstuk 1?
2. Op welke plaatsen staan deze bestanden?
3. Hoe lang duurde het om alle informatie bij elkaar te vinden?

Hoe makkelijk verliep deze doevraag (het vinden van de informatie)?
Antwoord in twee hele zinnen.

De laatste vraag

Op de laatste vraag kun je één antwoord geven, maar meer mag ook. Als je meer ideeën hebt, hoor ik ze graag.

Als je zelf iets mag noemen waar je beter in wilt worden (wat we bij SBL kunnen bespreken), wat zou dat dan zijn? Meer dan één antwoord mag.