V6 feedback beschouwing

Welkom v6!
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 70 min

Éléments de cette leçon

Welkom v6!

Slide 1 - Diapositive

Programma

  1. Tips van de juf deel 1
  2. Peerfeedback
  3. Tips van de juf deel 2
  4. Afsluiting en vooruitblik

Slide 2 - Diapositive

Titel
  • Vergeet hem niet!
  • Geen standpunt (het is een beschouwing, geen betoog) 
  • Wees origineel (dus niet alleen het onderwerp noemen, denk aan een rijmpje o.i.d.)
  • Niet te lang!

Slide 3 - Diapositive

Goeie titels
Kernreactor in jouw achtertuin - leuk, verwijst naar not in my backyard
Duurzame dilemma's - leuk die alliteratie
Buy Nothing Day - ook mooi

Slide 4 - Diapositive

Minder goede titels
Kernenergie in Nederland: Een Stralende Toekomst of Onvermijdelijke Risico's? - op zich niet heel slecht: haal de overbodige hoofdletters weg en maak korter!
Energieke hoop, of veranderen we in zombies? - je schrijft geen leuk fictiestuk... Houd het bij 'Energieke hoop'
Leven met of zonder kernenergie - saai

Slide 5 - Diapositive

Inleiding
  • Vermijd clichés en standaardformuleringen (Steeds meer mensen zien... / wordt er ook veel gesproken... / De afgelopen tijd is er...) Viel me op dat dit een stuk beter was dan de vorige keer!
  • Denk aan het bruggetje tussen je manier van aandacht trekken (anekdote, stukje geschiedenis, actualiteit of belang van de lezer) en je vraag.
  • Gebruik überhaupt een manier van aandacht trekken! Deze ontbrak nogal vaak!

Slide 6 - Diapositive

Kern
  •  Gebruik aan het begin van elke alinea een signaalwoord, maar zorg ook voor afwisseling in je signaalwoorden.
  • Per alinea een voor- of nadeel!
  • Gebruik evenveel voor- als nadelen
  • Zorg voor een goede alinea-indeling: kernzin met signaalwoord/onderbouwing/slotzin van de alinea: elk deelonderwerp heeft zijn eigen alinea. 

Slide 7 - Diapositive

Slot
  • Geef aan het begin van je slot duidelijk de conclusie ( = antwoord op de vraag).
  • Gebruik iets (voorbeeld/anekdote) uit je inleiding om de cirkel rond te maken

Slide 8 - Diapositive

Denk eraan

Ik kwam vooral heel veel feitelijke/zakelijke/strakke/directe formuleringen tegen. Dit is niet fout, maar probeer er wat sjeu aan te geven!

Verbind je zinnen!

Slide 9 - Diapositive

Minder mooi
De gevolgen zijn volgens haar groot: enorme vervuiling, uitputting van grondstoffen en een flinke uitstoot van schadelijke stoffen, zoals CO2 (Janneke Bazelmans, 2023). 
Dit is het einde van de alinea - iemand opmerkingen?

Er zijn verschillende voordelen aan... er ZITTEN ...

Vele bedrijven - Veel bedrijven

Slide 10 - Diapositive

Peerfeedback
  •  Lees de tekst van je klasgenoot eerst rustig door.
  •  Lees de tekst nu intensief met een rode pen! Streep alles aan wat fout of onduidelijk is!
  •  Vul vervolgens het commentaarformulier (zie teams) in.
  •  Vul nuttige feedback in!

Slide 11 - Diapositive

Plagiaat
  •  Bij een aantal van jullie is er nu al sprake van te veel plagiaat.
  •  Meer dan acht woorden letterlijk overnemen uit een bron is plagiaat!
  •  Vermeld bij elke zin of na elke alinea waar je informatie vandaan komt.

Slide 12 - Diapositive

Voorbeelden
Voorbeelden zorgen voor herkenning bij de lezer. 

Alhoewel de verblijven in dierentuinen de afgelopen twintig jaar wat groter en wat natuurlijker zijn geworden, blijven ze toch een slap aftrekstel van de natuurlijke leefomgeving van dieren. Denk maar niet dat een gorilla het verschil niet merkt tussen het Afrikaanse regenwoud en de dierentuin van Rotterdam. Zelf naar voedsel zoeken bijvoorbeeld of zelf een partner uitkiezen, kilometers rondtrekken en interactie met andere wilde dieren: het is allemaal onmogelijk in een dierentuin. En de hele dag aangestaard worden door hordes mensen zonder je terug te kunnen trekken, lijkt ook bepaald geen pretje.

Slide 13 - Diapositive

Vergelijkingen
Met een vergelijking kan je lezer zich een betere voorstelling maken van het onderwerp; je benoemt de overeenkomst tussen het onderwerp (de werkelijkheid) en iets anders (het beeld). 

1. In de schoolbus zaten wij dicht op elkaar.
2. In de schoolbus zaten wij opeengepakt als haringen in een ton.

1. Veel studenten wonen in een huis met troep.
2. Veel studenten wonen in een zwijnenstal.

1. De zon scheen op mijn wangen (en ik vond het fijn).
2. De zon streelde mijn wangen.


Slide 14 - Diapositive

Zinsbouw
Varieer met verschillende volgordes van zinnen om je tekst levendig te maken.

Hitler werd in 1933 de baas van Duitsland. Hitler wilde dat Duitsland de baas van de wereld zou worden, want hij vond dat het Duitse volk veel beter was dan de andere volkeren. Hij wilde daarom een oorlog beginnen. 

In 1933 werd Hitler de baas van Duitsland, hij wilde dat Duitsland de baas van de wereld zou worden. Het Duitse volk was volgens hem namelijk veel beter dan de andere volkeren en daarom wilde hij een oorlog beginnen. 

Slide 15 - Diapositive

Zinslengte

Slide 16 - Diapositive

Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: volgende week
  • Huiswerk: -
  • Meenemen: -
  • Programma: definitieve versie beschouwing schrijven, succes!

Slide 17 - Diapositive