Les 13 (Week 40, 3/10 - Periode 1) - V2

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

en

au

aux

France

Thailande

États-Unis

Portugal

Maroc

Bahamas

Japon

Norvège

Hoe vorm je de passé composé met avoir in het frans?

Vul de zin in met het voltooid tegenwoordige tijd van Avoir:
J' __ ____ (faire) un voyage de 3 mois.

Wat gebeurt als je "être" gebruikt in de passé composé?

Vul de zin in met het voltooid tegenwoordige tijd van Être :
Hannah ______ (arriver) à la gare à 16h30.

Vul de zin in met het voltooid tegenwoordige tijd van Être :
Elles ______ (tomber) sur des vacances idéales

Vul de zin in met het voltooid tegenwoordige tijd van Être :
Nous (m) ______ (rester) à la maison pour Noël

Wat zijn de onregelmatige vormen van "avoir", "être" en "faire" in de passé composé?

Ex. 16cd, 17bc (planner Grandes Lignes)

1)  Maak les exercices van de planner op Grandes Lignes (16cd, 17bc).

2) Als je klaar bent, Verbuga: train met alle werkwoorden in –er + avoir, être et faire. Oefen met zowel être (aller, rester, arriver en tomber) als avoir.

Temps de travail individuel

1. Woordjes leren met StudyGo (Groepen -> oefeningen -> Hoofdstuk 1 -> Probeer alle mogelijke manieren

2. Woordjes leren door ze in je schrift te schrijven (ten minste 2 keer)

Les devoirs pour vendredi 4 octobre

• Hoofdstuk 1 - Leren Apprendre A, B, C en D (voltooid tegenwoordige tijd met avoir en être (aller, rester, arriver en tomber) + vormen onregelmatige werkwoorden (avoir, être + faire) p.50-53 + en/au/aux p.30