Par. 3.1 Chili deel 2

WELKOM!
Les paragraaf 3.1 (deel 2) 

Nodig: 
  • Chromebook voor de Meet
  • Telefoon - LessonUp
  • Leerboek/Basisboek
  • Pen + schrift.
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

WELKOM!
Les paragraaf 3.1 (deel 2) 

Nodig: 
  • Chromebook voor de Meet
  • Telefoon - LessonUp
  • Leerboek/Basisboek
  • Pen + schrift.

Slide 1 - Diapositive

Planning
  • Herhalen par. 3.1 deel 1 
  • Bespreken 3.1 (deel 2: mix vragen, uitleg en aantekeningen)
  • Check of de leerdoelen overgekomen zijn
  • Verwerkingsfase (zelfstandig of met docent)
  • Afsluiting

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen 3.1 (deel 2)
  1. Je kunt de 5 hoogtegordels beschrijven.
  2. Je kunt de 5 hoogtegordels op basis van afbeeldingen herkennen en benoemen.
  3. Je kunt het begrip reliëf in eigen woorden omschrijven.
  4. Je kunt de 4 reliëfvormen benoemen en herkennen in een afbeelding/verhaal.
  5. Je weet het verschil tussen laagvlakte en hoogtevlakte.
  6. Je kent de kenmerken (min. 3) van jonge/oude bergen.

Slide 3 - Diapositive

Op welke 3 manieren kunnen platen bewegen? Geef hierbij alleen de aardrijkskundige begrippen!
timer
1:00

Slide 4 - Question ouverte

Hoe noemen we het proces van het bewegen van platen?
A
Platentektoniek
B
Epicentrum
C
Convectiestroom
D
Aardkorstplaat

Slide 5 - Quiz


A
Convergent
B
Divergent
C
Transform

Slide 6 - Quiz

De zwarte pijlen geven een beweging in de aardmantel aan.
Geef het begrip wat hoort bij deze beweging.

Slide 7 - Question ouverte

Hoe heet de landschapsvorm bij de letter A (de zeebodem)?

Slide 8 - Question ouverte

Sleep de begrippen naar de juiste plek. 
Gesteentesoort
Gesteentesoort
Stratovulkaan
Oceanische korst
Continentale korst
Trog
Mantel
Subductie
Basalt
Graniet

Slide 9 - Question de remorquage

Zijn de stellingen juist of onjuist?
1. Oceanische korst is lichter dan de continentale korst.
2. De dichtheid van continentale korst is 3 gr./cm3
3. De dikte van de oceanische korst is 7 - 10 km.

Slide 10 - Question ouverte

Welke beweging hoort bij een zware aardbeving?
A
B
C

Slide 11 - Quiz

Bij 1 hoort:
A
Epicentrum
B
Hypocentrum

Slide 12 - Quiz

Er is een plaatbreuk tussen de Zuid-Amerikaanse plaat en de Nazcaplaat. Welke plaat duikt onder de andere?
A
De oceanische Nazcaplaat duikt onder de continentale Zuid-Amerikaanse plaat
B
De continentale Nazcaplaat duikt onder de oceanische Zuid-Amerikaanse plaat
C
De oceanische Zuid-Amerikaanse plaat duikt onder de continentale Nazcaplaat
D
De continentale Zuid-Amerikaanse plaat duikt onder de oceanische Nazcaplaat.

Slide 13 - Quiz

Hoe ontstaat een aardbeving bij Chili? Zorg voor een goede formulering van je antwoord!
(oorzaak-gevolg)

Slide 14 - Question ouverte

Wat is het gevolg als 2 continentale platen naar elkaar toe beweging (convergent)
A
diepzeetrog
B
mid-oceanische rug
C
plooingsgebergte
D
breukgebergte

Slide 15 - Quiz

Hoogtegordels
Hoogtegordel = Plantengroeizone op een berg

Slide 16 - Diapositive

Aantekening hoogtegordels

Slide 17 - Diapositive

Zet de hoogtegordels op de juiste plaats in de tekening.
loofboomgordel
naaldboomgordel
alpenweiden
rotsgordel
eeuwige sneeuw

Slide 18 - Question de remorquage

Welke hoogtegordel zie je hier op de foto?
A
Loofboomgordel
B
Naaldboomgordel
C
Alpenweiden
D
Rotsgordel

Slide 19 - Quiz

Welke hoogtegordel zie je op de foto?
A
Loofboomgordel
B
Rotsgordel
C
Naaldboomgordel
D
Alpenweide

Slide 20 - Quiz

De loofboomgordel is te vinden tussen deze hoogten:
A
1000 - 2000 meter
B
500 - 1500 meter
C
0 - 1000 meter
D
1500 - 2500 meter

Slide 21 - Quiz

Vanaf 2500 meter is vind je de rotsgordel. Waarom is hier nauwelijks begroeiing te vinden?

Slide 22 - Question ouverte

0

Slide 23 - Vidéo

Een middelgeberte ligt tussen welke hoogten?
A
0 - 200 meter
B
200 - 500 meter
C
500 - 1500 meter
D
meer dan 1500 meter

Slide 24 - Quiz

Een gebied tussen de 200 - 500 meter noemen we?
A
Laagland
B
Heuvelland
C
Middelgebergte
D
Laagvlakte

Slide 25 - Quiz

Laagland is vrijwel overal lager dan?
A
50 meter
B
100 meter
C
150 meter
D
200 meter

Slide 26 - Quiz

Welke begrippen horen bij de letters A en B?

Slide 27 - Question ouverte

jong gebergte / oud gebergte 
Jong gebergte
Geologisch jong (> 50 miljoen jaar oud)
- Spitse toppen
- Steile hellingen
- Diepe dalen
Erosie en verwering hebben te weinig tijd gehad het gebergte af te breken.
Oud gebergte
Geologisch oud (400 miljoen jaar oud)
- Afgeronde toppen
- flauwe hellingen
- beperkte hoogte
Erosie en verwering hebben lang de tijd gehad het gebergte af te breken.

Slide 28 - Diapositive

Een hooggebergte is wat voor soort gebergte?
A
Jong
B
Oud

Slide 29 - Quiz

Zijn de Schotse Hooglanden een jong of oud gebergte? Geef twee argumenten.

Slide 30 - Question ouverte

Vragen?
vragen?
Heb ik het voor jullie goed genoeg uitgelegd?

Slide 31 - Diapositive

Aan de slag!
  1. Maak de opdrachten van de leerdoelencheck. Dit doe je alleen, in stilte. Het is de bedoeling zoveel mogelijk uit je hoofd te doen. 

  2. Klaar? Lever de opdracht in bij de docent.

  3. Daarna ga je naar de methodesite en ga je de opdrachten van par. 3.1 maken (alles, niet de herhaling en zelftoets!). Datgene wat niet hoeft is al uitgeschakeld.

Slide 32 - Diapositive