Controle 3.1 deel 1

Op welke 3 manieren kunnen platen bewegen? Geef hierbij alleen de aardrijkskundige begrippen!
1 / 12
suivant
Slide 1: Question ouverte
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Op welke 3 manieren kunnen platen bewegen? Geef hierbij alleen de aardrijkskundige begrippen!

Slide 1 - Question ouverte

Hoe noemen we het proces van het bewegen van platen?
A
Platentektoniek
B
Epicentrum
C
Convectiestroom
D
Aardkorstplaat

Slide 2 - Quiz

De zwarte pijlen geven een beweging in de aardmantel aan.
Geef het begrip wat hoort bij deze beweging.

Slide 3 - Question ouverte

Hoe heet de landschapsvorm bij de letter A (de zeebodem)?

Slide 4 - Question ouverte


A
Convergent
B
Divergent
C
Transform

Slide 5 - Quiz

Sleep de begrippen naar de juiste plek. 
Gesteentesoort
Gesteentesoort
Stratovulkaan
Oceanische korst
Continentale korst
Trog
Mantel
Subductie
Basalt
Graniet

Slide 6 - Question de remorquage

Zijn de stellingen juist of onjuist?
1. Oceanische korst is lichter dan de continentale korst.
2. De dichtheid van continentale korst is 3 gr./cm3
3. De dikte van de ocenaische korst is 7 - 10 km.

Slide 7 - Question ouverte

Welke beweging hoort bij een zware aardbeving?
A
B
C

Slide 8 - Quiz

Bij 1 hoort:
A
Epicentrum
B
Hypocentrum

Slide 9 - Quiz

Er is een plaatbreuk tussen de Zuid-Amerikaanse plaat en de Nazcaplaat. Welke plaat duikt onder de andere?
A
De oceanische Nazcaplaat duikt onder de continentale Zuid-Amerikaanse plaat
B
De continentale Nazcaplaat duikt onder de oceanische Zuid-Amerikaanse plaat
C
De oceanische Zuid-Amerikaanse plaat duikt onder de continentale Nazcaplaat
D
De continentale Zuid-Amerikaanse plaat duikt onder de oceanische Nazcaplaat.

Slide 10 - Quiz

Hoe ontstaat een aardbeving bij Chili?

Slide 11 - Question ouverte

Wat is het gevolg als 2 continentale platen naar elkaar toe beweging (convergent)
A
diepzeetrog
B
mid-oceanische rug
C
plooingsgebergte
D
breukgebergte

Slide 12 - Quiz