Nask nieuw vak klas 2B

Voor vandaag:

  • Telefoon in de kluis! 
  • Boeken: Nova deel A
  • Boek, laptop en etui op tafel. 
  • Werkwijze
  • Instructie
  • Leerdoelen 
  • Aan de slag
1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
NASKMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Voor vandaag:

  • Telefoon in de kluis! 
  • Boeken: Nova deel A
  • Boek, laptop en etui op tafel. 
  • Werkwijze
  • Instructie
  • Leerdoelen 
  • Aan de slag

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kennismaken met LessonUp


Wie van jullie kent LessonUp?

Slide 2 - Diapositive

Wie van jullie heeft wel een lesgehad dmv LessonUp?
pak je iPad
NIEUW
  • Ga naar www.lessonup.nl of download de LessonUp app
  • Klik op registreren
  • Kies 'verder als leerling'
  • Vul de klascode satwy in 
  • Klik op registreren en maak een account met je MLF-mail
  • Vul opnieuw de klascode satwy in


Al geregistreerd?

Ga naar de lessonup app

Vul de klascode in satwy

controleer of je in de juiste klas zit
Wachtwoord goed onthouden!
klascode: satwy

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Werkwijze

  • Grote ronde

  • Kleine ronde

  • Instructie

  • Observeren  

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Instructie

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen:

1. Je kunt beschrijven waar de vakken Nask en biologie over gaan.
2. Je kunt het verschil benoemen tussen een stof en een materiaal.
3. Je kunt met voorbeelden het verschil tussen natuurkunde en scheikunde uitleggen.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

NASK 
Nask staat voor Natuurkunde en ScheiKunde. 
Bij natuurkunde en scheikunde kijk je naar de wereld om je heen.



Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het vak natuur- en scheikunde (nask) gaat over dingen die om je heen gebeuren. 
Bijvoorbeeld:
– bliksem bij onweer 
– bellen met een mobieltje
– water koken
– een fietsband oppompen
– geluid uit je koptelefoon
– een roestende spijker 
Al deze dingen hebben te maken met natuur- en scheikunde.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Natuur 
Bliksem, elektriciteit, water, licht en geluid komen voor in de natuur. 
Het zijn verschijnselen in de natuur. 
Natuurverschijnselen zijn dingen die gebeuren in de natuur. 
Bij Nask leer je hoe deze natuur-verschijnselen werken. 

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Biologie
Er is nóg een vak dat gaat over de natuur, dat is het vak biologie. 
Maar biologie gaat over de levende natuur, dus over mensen, dieren, planten, schimmels en bacteriën. 
Natuur- en scheikunde gaat over de niet-levende natuur.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij NASK kijk je WEL / NIET naar de wereld om je heen
A
Wel
B
Niet

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Natuur- en scheikunde gaat over natuur-verschijnselen. Wat zijn natuur-verschijnselen?
A
planten om je heen
B
dieren om je heen
C
dingen die gebeuren in de natuur
D
planten en dieren om je heen

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je drukt thuis op de schakelaar en het licht gaat aan. Licht is WEL / NIET een natuur-verschijnsel.
A
Wel
B
Niet

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Biologie gaat WEL / NIET over de levende natuur.
A
Wel
B
Niet

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Muziek hoort bij NASK / BIOLOGIE.
A
NASK
B
BIOLOGIE

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een bloeiende bloem hoort bij
NASK of BIOLOGIE
A
NASK
B
BIOLOGIE

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je doet het licht aan als het donker wordt.
Licht hoort bij NASK of BIOLOGIE.
A
NASK
B
BIOLOGIE

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bliksem hoort bij NASK, want door bliksem ontstaan
A
geluid en regen
B
regen en wind
C
wind en licht
D
licht en geluid

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Stoffen en materialen 

Water, hout en steen zijn stoffen uit de natuur.
Stof: waarvan is het gemaakt. 
Soms kun je van een stof iets anders maken. 


Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeelden
– Van hout kun je een tafel maken. 
– Van steen kun je een muur maken.

Hout en steen noem je daarom materialen. Een materiaal is een stof waarvan je een voorwerp kunt maken. 


Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hout is een materiaal, want je kunt hier wel of geen voorwerpen van maken
A
wel
B
niet

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom is vloeibaar water geen materiaal?

A
Het is wel een materiaal, je kunt er een voorwerp van maken
B
Het is geen materiaal, je kunt er geen voorwerp van maken

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Stoffen veranderen 
Water ken je als een vloeistof. 
In natte was zit water. 
Als je de was te drogen hangt, dan verandert het water in waterdamp. 
Waterdamp kun je niet zien. 
Als het vriest, dan verandert water in ijs. 

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stoffen veranderen

Water kan dus veranderen in waterdamp of in ijs.
Waterdamp en ijs zijn allebei water, maar in een andere vorm. 
Van waterdamp en ijs kun je weer water maken.

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stoffen veranderen
Stoffen kunnen ook op een andere manier veranderen.
Als hout verbrandt, dan verandert het in houtskool, as en rook. 
Van houtskool, as en rook kun je geen
hout meer maken. 
Het hout is voor altijd veranderd
in andere stoffen. 

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stoffen veranderen
Natuur- en scheikunde gaat over natuur-verschijnselen. Natuur- en scheikunde gaat ook over stoffen.
Bij natuurkunde veranderen stoffen van vorm. 
Bij scheikunde veranderen stoffen in andere stoffen. 
Biologie gaat over de levende natuur, dus over mensen, dieren, planten, schimmels en bacteriën.

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je verbrandt hout.
Het hout verandert dan WEL of NIET in andere stoffen.

A
wel
B
niet

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als een stof verandert in andere stoffen, dan is dat NATUURKUNDE of SCHEIKUNDE
A
Natuurkunde
B
Scheikunde

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een ijzeren spijker in de tuin is gaan roesten.
Roesten is scheikunde, want het ijzer aan de buitenkant van de spijker is WEL of NIET veranderd in een andere stof.
A
Wel
B
Niet

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een stof verandert van vorm.
Dat is WEL of NIET natuurkunde.

A
Wel
B
Niet

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag

  • Wat ga je doen? -> je leerdoelen voor zelfstandig werken
  • Grote ronde

  • Kleine ronde

  • Observeren

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Onthouden
Natuur- en scheikunde gaat over natuur-verschijnselen.
Natuur- en scheikunde gaat ook over stoffen.
Bij natuurkunde veranderen stoffen van vorm. 
Bij scheikunde veranderen stoffen in andere stoffen. 
Biologie gaat over de levende natuur, dus over mensen, dieren en planten.

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Onthouden
Een stof is waarvan iets gemaakt is.
Een materiaal is een stof waarvan je een voorwerp kunt maken. Materialen kun je indelen in metalen en niet-metalen.
Staal is een hard en sterk metaal.
Aluminium is een licht metaal.
Voorbeelden van niet-metalen zijn: glas, steen, papier, hout en kunst-stof.

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag

  • Aan welk leerdoel werk je? hoe ga je dat doen?
  • Grote ronde

  • Kleine ronde

  • Observeren  

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Grote ronde

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kleine ronde

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Instructie

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Observeer
timer
5:00

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Werkwijze

  • Grote ronde

  • Kleine ronde

  • Instructie

  • Observeren  

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Grote ronde

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kleine ronde

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Observeer

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Grote ronde

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kleine ronde

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Instructie

Slide 46 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Observeer

Slide 47 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions