Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Grammatica G
Grammatica G
1 / 16
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
16 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
80 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Grammatica G
Slide 1 - Diapositive
Programma
-Herhalen persoonsvorm
5 min
-Herhalen onderwerp en gezegde
5 min
-Werkwoordelijk gezegde
5 min
-Naamwoordelijk gezegde
10 min
-Zelfstandig oefenen
35 min
Slide 2 - Diapositive
Huiswerk controleren + nakijken
Open je schrift.
Ga naar Google Classroom.
In de map "Nederlands h1t" vind je een kopje met "Antwoorden".
Daarin staan de antwoorden van Grammatica E+F.
Kijk je gemaakte opdrachten na.
Slide 3 - Diapositive
Leerdoelen
Wat behandelen we vandaag?
Je weet wat de kenmerken en onderdelen zijn van een werkwoordelijk en naamwoordelijk gezegde;
Je kan bepalen of een zin een werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde geeft en je kan het gezegde aanwijzen;
Je kan beredeneren wat het werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde is;
Je kan zelf zinnen zoeken en bedenken met werkwoordelijke en naamwoordelijke gezegdes.
Slide 4 - Diapositive
Hoe vind je de persoonsvorm?
Slide 5 - Carte mentale
Hoe vind je het onderwerp?
Slide 6 - Carte mentale
Onderwerp en persoonsvorm
Onderwerp -->
hetgene iets doet of iets is in de zin.
Persoonsvorm -->
het belangrijkste werkwoord in de zin. 2 manieren om de persoonsvorm te vinden:
1. Andere vorm;
2. Andere tijd;
(3.) Vragende zin.
Papa gaat slapen.
Mama is lief.
Slide 7 - Diapositive
Hoe vind je het gezegde?
Slide 8 - Carte mentale
Werkwoordelijk en naamwoordelijk gezegde
Alle werkwoorden in de zin.
Werkwoordelijk gezegde
Naamwoordelijk gezegde
beschrijft wat het onderwerp
doet
beschrijft wat het onderwerp
is.
Wat
hij is, hoort erbij en noem je het
naamwoordelijk deel.
Tobias
is
voetballer.
let op scheidbare werkwoorden
Heeft ook een werkwoordelijk deel met een koppelwerkwoord. Ik
ben
een beetje moe.
kan met hulpwerkwoorden worden aangevuld
Kan met hulpwerkwoorden worden aangevuld. Simon
is
soldaat
geweest.
te
hoort erbij
Blijven hoort ook bij zijn. Worden ook.
wederkerend voornaamwoord hoort erbij
Als
zijn
of
blijven
de betekenis heeft van
bestaan, zich bevinden
of
plaatsvinden
, is het geen koppelwerkwoord.
Slide 9 - Diapositive
Werkwoordelijk gezegde
Naamwoordelijk gezegde
Ik was een piraat
Slide 10 - Question de remorquage
Werkwoordelijk gezegde
Naamwoordelijk gezegde
Jesper is naar het circus geweest
Slide 11 - Question de remorquage
Werkwoordelijk gezegde
Naamwoordelijk gezegde
Wanneer is hij naar Groningen verhuisd?
Slide 12 - Question de remorquage
Werkwoordelijk gezegde
Naamwoordelijk gezegde
Haar broer schijnt met een zaklamp
Slide 13 - Question de remorquage
Stappenplan
Mama houdt van bloemen.
Livia is dierenarts van beroep.
Leo hoeft het huiswerk niet te doen.
Bepaal de persoonsvorm
Welk werkwoord verandert er?
Bepaal het onderwerp
Wie/wat + persoonsvorm.
Bepaal het gezegde
Alle werkwoorden in de zin (dus ook persoonsvorm!!).
Benoem het gezegde
Werkwoordelijk of naamwoordelijk?
Slide 14 - Diapositive
Oefeningen
Wie?
Zelfstandig.
Wat?
Grammatica G werkwoordelijk en naamwoordelijk gezegde, opdracht 4, 5, 7 en 10.
Hoe?
Oefenboek blz 104-106.
Handboek blz 144-147.
Hulp?
Docent.
Tijd?
Tot 14:40.
Uitkomst?
Je beheerst de leerdoelen.
Klaar?
-Huiswerk dinsdag, Zie LessonUp/Magister/Studiewijzer.
-Huiswerk volgende week, Zie LessonUp/Magister/Studiewijzer.
Slide 15 - Diapositive
Welke leerdoelen beheers je nu?
Deze leerdoelen beheers ik nu al
Deze leerdoelen beheers ik nog niet. Dus ga ik hier nog mee verder oefenen/lezen. Anders vraag ik hulp aan de docent.
Je weet wat de kenmerken en onderdelen zijn van een werkwoordelijk en naamwoordelijk gezegde.
Je kan bepalen of een zin een werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde geeft en je kan het gezegde aanwijzen.
Je kan zelf zinnen zoeken en bedenken met werkwoordelijke en naamwoordelijke gezegdes.
Je kan beredeneren wat het werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde is.
Slide 16 - Question de remorquage
Plus de leçons comme celle-ci
Grammatica E+F
September 2024
- Leçon avec
17 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Grammatica E werkwoordelijk en naamwoordelijk gezegde
October 2024
- Leçon avec
17 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Taalverzorging E
November 2024
- Leçon avec
21 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Grammatica enkelvoudige zin
February 2025
- Leçon avec
26 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Grammatica F voorwerpen
October 2024
- Leçon avec
11 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Grammatica hoofd- en bijzin
September 2024
- Leçon avec
19 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
§9 Samengestelde zin
January 2025
- Leçon avec
23 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2L nwg en wwg grammatica E
November 2024
- Leçon avec
31 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2