Bezittelijk voornaamwoord

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1,2

Classe 1

- herhaling dagen

- herhaling ww. être

- leren bezittelijk voornaamwoord

- herhaling les heures

Les jours de la semaine

Vertaal de dagen van de week naar het Frans. Sleep blauw naar rood!

On est quel jour?

> On est....

woensdag

donderdag

vrijdag

zaterdag

dinsdag

maandag

zondag

mardi

vendredi

mercredi

lundi

samedi

jeudi

dimanche

Quelle heure est-il?

1. Il est dix heures et quart
2. Il est deux heures moins dix
3. Il est dix heures dix
4. Il est minuit

quelle heure est-il?

1. trois heures et demie
2. quatre heures et demie
3. trois heures et quart
4. quatre heures et quart

Vul de juiste vorm van être in:
Vous ________ (être)

1. suis
2. es
3. êtes
4. sommes

Vul de juiste vorm van être in:
Nous ________ (être)

1. suis
2. es
3. êtes
4. sommes

Bezittelijk voornaamwoord

Het bezittelijk voornaamwoord in het Frans gaat over het zelfstandig naamwoord van de zin

1. Eens
2. Oneens

De bezittelijke voornaamwoorden!

(jouw) ça c'est _______ portefeuille?

1. mon
2. ton
3. son

Welke drie vormen van het bezittelijk vnw. gebruik ik in het meervoud?

1. mon, tes, sa
2. mon, ton, son
3. mes, tes, ses
4. ma, ta, sa

Als een woord vrouwelijk enkelvoud is maar begint met een klinker, welk bezittelijk voornaamwoord krijg je dan?

1. Mon/ton/son
2. Ma/ta/sa

Welke woordjes gebruik je in het Frans voor jouw?

1. mon, ma, mes
2. ton, ta, tes
3. son, sa, ses
4. mon, ton, son

Zijn hond is ziek
..... chien est malade

1. mon
2. ton
3. son
4. sa

Vertaal in het frans: hoe laat is het ?

Quelle heure est-il?

1. Il est douze heures.
2. Il est minuit.
3. Il est midi.
4. Il est presque midi.

Aan de slag met PO

Wil jij dat ik kijk naar je tekst en hoor hoe jij uitspreekt ? Kom dan bij mij