Herhaling kracht en beweging - les 1

Herhaling rekenen aan bewegingen
  1. Herhaling rekenen aan bewegingen
  2. Groep op school: bespreken SO
    Groep thuis: opgave katapult
  3.  Bespreken opgave katapult
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Herhaling rekenen aan bewegingen
  1. Herhaling rekenen aan bewegingen
  2. Groep op school: bespreken SO
    Groep thuis: opgave katapult
  3.  Bespreken opgave katapult

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelfstandige les
  • Lang niet iedereen gemaakt :(
  • Afstand berekenen bij een niet constante snelheid 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions



Overzicht H2
  • Rekenen met snelheid en versnelling
  • Nettokracht en versnelling 
  • Vrije val en de valversnelling

  • v,t- diagram, s,t-diagram en a,t-diagram
       - soort beweging
       - raaklijn
       - opppervlakte

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions



De formules








Bij een eenparige versnelling:
vgem=ts
vgem=2vbegin+veind
a=ΔtΔv
Fnetto=ma

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een auto versnelt eenparig van 36 km/h naar 90 km/h in
4,2 seconden.
Bereken de versnelling van de auto.
A
3,6 m/s²
B
13 m/s²
C
36 m/s²
D
2,3*10² m/s²

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een auto versnelt eenparig van 36 km/h naar 90 km/h en legt tijdens deze versnelling 105 meter af.
De versnelling van de auto is ... m/s²

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions


Een auto versnelt eenparig van 36 km/h naar 90 km/h en legt tijdens deze versnelling 105 meter af. 
De versnelling van de auto
is ... m/s²
  • Δv = 54 km/h = 15 m/s 
  • v_gem = (36 + 90) / 2 = 63 km/h
                     = 17,5 m/s
  • s = 105 m 

  • a = Δv / Δt 
  •                          s = v_gem * t 
                               t = s / v_gem 
                                  = 105 / 17,5 
                                  = 6,0 s
  • a = 15 / 6 = 2,5 m/s² 

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Versneld, vertraagd of eenparig
Versneld
Vertraagd
eenparig

Slide 8 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Je gooit een bal recht omhoog. Op het hoogte punt...
A
zijn de snelheid en de versnelling nul.
B
is de versnelling van de bal niet nul, maar de snelheid wel.
C
is de snelheid van de bal niet nul, maar de versnelling wel.
D
zijn de snelheid en de versnelling van de bal niet nul.

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vrije val

Hoeveel meter legt een parachutist af in de eerste
10s?
Wat is zijn snelheid op dat moment?
  • a = 9,81 m/s²
  • s = v_gem * t 
  •                              a = Δv/ Δt 
                                  Δv = a * t   
                                  v_gem = 0,5 * a * t   
  • s = 0,5 * a * t * t
  •     = 0,5 * 9,81 * 10 * 10 = 4,9*10² m 

  • Δv = a * t   = 9,81 * 10 = 98,1 m/s
     

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Katapult
Met een katapult schiet je een steen met een snelheid van 20 m/s recht omhoog. De katapult bevindt zich op een hoogte van 1,60 m boven de grond als de steen de katapult verlaat.
Verwaarloos in deze opgave de luchtwrijving. 
  1. Hoe hoog bevindt het hoogste punt zich boven de grond?
  2. Met welke snelheid komt de steen op de grond terecht?

10 minuten voor het einde van de les gaan we deze opgave bespreken.
Eerder klaar, start dan met de eindopgaven van H2 (pagina 85).

Groep op school
Bespreken SO

Slide 11 - Diapositive

Bespreken SO
  • Opgave 8 
  • Les uit wat er gebeurt met de wrijvingskracht (vanuit formules denken). 
Katapult

v_begin = 20 m/s 
h_begin = 1,60 m 
a = 9,81 m/s²

Hoe hoog bevindt het hoogste punt zich boven de grond?
  • s = v_gem * t

  •               a =  Δv/Δt 
  •               9,81 = 20 / Δt 
  •               Δt  = 20 / 9,81 = 2,04 s

  • s = v_gem * t  = 10 * 2,04 = 20,4 m
  • h = 20,4 + 1,6 = 22 m

  • Het hoogste punt bevindt zich
    22 meter boven de grond.
Tip
Bereken eerst na hoeveel seconden de steen het hoogste punt bereikt.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Katapult

Met welke snelheid komt de steen op de grond terecht?

v_begin = 0 m/s
a = 9,81 m/s²
s = 22 m
  • a = Δv / Δt 
  •  9,81 = Δv / Δt 
  •                             s = v_gem * t 
                                  t = s / v_gem 
                                  t = s / 0,5 Δv
  • 9,81 = Δ v / (s / 0,5Δv)
  • 9,81 = 0,5 * Δv² / s
  • 9,81 = 0,5 * Δv² / 22 
  • 215,82 = 0,5 * Δv²
  • 431,64 = Δv² 
  • Δ v = 20,78 
  • Met een snelheid van 21 m/s

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions