Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 80 min
Éléments de cette leçon
Les 19.1 - afronden biofyscia
Lesplanning:
Doornemen planning laatste weken
Afronden biofysica
Herhaling H2 beweging - rekenen
Slide 1 - Diapositive
Planning laatste weken
Planning gewijzigd omdat in 5VWO meer lessen hebben met het 60-minutenrooster.
Week
Les 1
Les 2
19
Afronden PO biofysica + Herhaling H2
Hemelvaart
20
Veldwerk BIO
Herhaling H4
21
Pinksteren
Herhaling H2 + H4 modelleren
22
Herhaling H1 + modelleren
Herhaling H1 + modelleren
23
Herhaling H5 + modelleren
...
24
CTW:CP H1, H2, H4 en H5
Slide 2 - Diapositive
Afronden PO biofysica
timer
30:00
Slide 3 - Diapositive
Herhaling H2 beweging
Slide 4 - Diapositive
Overzicht
H2
Rekenen met snelheid en versnelling
Nettokracht en versnelling
Vrije val en de valversnelling
v,t- diagram, s,t-diagram en a,t-diagram - soort beweging - raaklijn - opppervlakte
Slide 5 - Diapositive
De formules
Bij een eenparige versnelling:
vgem=ts
vgem=2vbegin+veind
a=ΔtΔv
Fnetto=m⋅a
Tip
v_gem is niet hetzelfde als Δv.
Slide 6 - Diapositive
Een auto versnelt eenparig van 36 km/h naar 90 km/h in 4,2 seconden. Bereken de versnelling van de auto.
A
3,6 m/s²
B
13 m/s²
C
36 m/s²
D
2,3*10² m/s²
Slide 7 - Quiz
Gegeven:
v_begin = 36 km/h
v_eind = 90 km/h
t = 4,2 s
Gevraagd: a = ?
Slide 8 - Diapositive
Een andere auto versnelt eenparig van 36 km/h naar 90 km/h en legt tijdens deze versnelling 105 meter af. De versnelling van de auto is ... m/s²
Slide 9 - Question ouverte
Gegeven:
v_begin = 36 km/h
v_eind = 90 km/h
s = 105 m
Gevraagd:
a = ?
Slide 10 - Diapositive
Versneld, vertraagd of eenparig
Versneld
Vertraagd
eenparig
Slide 11 - Question de remorquage
Een persoon maakt een hoge sprong met behulp van een trampoline. Hiernaast zien we de persoon op het hoogste punt. De krachten zijn correct weergegeven in...
A
tekening I
B
tekening II
C
tekening III
D
tekening IV
Slide 12 - Quiz
Vrije val
Hoeveel meter legt een parachutist af in de eerste 10s?
Wat is zijn snelheid op dat moment?
a = 9,81 m/s²
s = v_gem * t
a = Δv/ Δt Δv = a * t v_gem = 0,5 * a * t
s = 0,5 * a * t * t
= 0,5 * 9,81 * 10 * 10 = 4,9*10² m
Δv = a * t = 9,81 * 10 = 98,1 m/s
Slide 13 - Diapositive
Eieren
Je staat op de dak van school en houd een ei in je hand, 11 meter boven de grond. Je natuurkunde docent (1,6 m) loopt voorbij met een constante snelheid van 1,20 m/s. Als je het ei, op het hoofd van je docent wilt laten vallen, waar moet je docent dan lopen op het moment dat je het ei laat vallen.
Verwaarloos de luchtwrijving.
Slide 14 - Diapositive
Als je het ei, op het hoofd van je docent wilt laten vallen, waar moet je docent dan lopen op het moment dat je het ei laat vallen.