thema 2 transport

thema 2 transport
1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon

thema 2 transport

Slide 1 - Diapositive

Thema 2
Transport

B1
Transportsystemen

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Homeostase
Door:
  • opgeloste stoffen     te transporteren 

  • warmte te       verdelen 

Slide 4 - Diapositive

Circulatiesystemen bij dieren
     open            vs.       gesloten

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Open bloedsomloop
Gesloten bloedsomloop

Slide 7 - Diapositive

Gewervelden
Gewervelden hebben een bloedsomloop (gesloten circulatie)

  • enkelvoudige bloedsomloop
  • dubbele bloedsomloop

Slide 8 - Diapositive

Enkelvoudige bloedsomloop
Dubbele bloedsomloop

Slide 9 - Diapositive

Bloedsomloop bij gewervelden

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Samenvattend

Slide 12 - Diapositive

Embryonale
bloedsomloop

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Transport
De bloedvaten

Slide 15 - Diapositive

Bloeddruk afhankelijk van
  1. de hartactie; 
  2. de diameter van het bloedvat; 
  3. het volume van het rondgepompte bloed.
Ad 2: Vasoconstrictie betekent dat bloedvaten vernauwen, vasodilatatie betekent dat bloedvaten zich verwijden. Veroorzaakt door actie door gladde spieren.

Slide 16 - Diapositive

Drie typen bloedvaten

Slide 17 - Diapositive

Poortader
  • Bloedvaten van de
    darmwand naar de lever.
  • Vervoert voedingsstoffen naar de lever.

Slide 18 - Diapositive

Bloedvaten (binas 84C2)
verband vorm en functie?

Slide 19 - Diapositive

Bloeddruk - andere bloedvaten

Slide 20 - Diapositive

Leerdoelen:

  • Je kunt de bestanddelen van bloed noemen met hun kenmerken en functies.
  • Je kunt het proces van bloedstolling beschrijven en verklaren
  • Je weet hoe complicaties bij bloedstolling kunnen worden voorkomen

Slide 21 - Diapositive

Samenstelling van het bloed

Slide 22 - Diapositive

Samenstelling van het bloedplasma
  • water
  • zouten
  • bloedgassen
  • plasma-eiwitten
  • hormonen
  • afvalstoffen
  • voedingsstoffen

Slide 23 - Diapositive

Bloedcellen
  • Rode bloedcellen
  • Witte bloedcellen
  • Bloedplaatjes
Ontstaan allemaal in het beenmerg (binas 84I)

Slide 24 - Diapositive

Bloedstolling

Slide 25 - Diapositive

3

Slide 26 - Vidéo

Slide 27 - Vidéo

Weefselvloeistof en lymfe

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Diapositive

Oorzaken oedeem
- Door het afsterven van cellen komen grote hoeveelheden eiwitten in de weefselvloeistof voor, waardoor de colloïd-osmotische druk van de weefselvloeistof stijgt
- Te weinig eiwit in het bloedplasma
- De lymfevaten kunnen verstopt raken
- Een te hoge bloeddruk, waardoor te veel weefselvloeistof uit het haarvat geperst wordt en te weinig weer teruggaat

Slide 39 - Diapositive

Voor een onderzoek wordt van iemand bloed afgenomen. Het bloed wordt opgevangen in twee buizen: 1 en 2. De inhoud van buis 1 wordt direct na afname onderzocht op de aanwezigheid van fibrinogeen en fibrine. Buis 2 laat men enige tijd staan, tot zich boven in deze buis een heldere, iets gelige vloeistof bevindt en onder in de buis een rood stolsel. Dan onderzoekt men ook de inhoud van buis 2 op de aanwezigheid van fibrinogeen en fibrine.
A
In de buizen 1 en 2 vindt men vooral fibrine
B
In buis 1 vindt men vooral fibrine en in buis 2 vooral fibrinogeen
C
In buis 1 vindt men vooral fibrinogeen en in buis 2 vooral fibrine
D
In de buizen 1 en 2 vindt men vooral fibrinogeen

Slide 40 - Quiz

Vier gebeurtenissen zijn:
1) de bloeddruk in de ader van het orgaan daalt,
2) de bloeddruk in de ader van het orgaan stijgt,
3) de bloeddruk in de slagader van het orgaan daalt,
4) de bloeddruk in de slagader van het orgaan stijgt.
Door welke van deze gebeurtenissen vindt een toename plaats van de hoeveelheid lymfe die uit dit orgaan wordt afgevoerd?
A
1 en 3
B
1 en 4
C
2 en 3
D
2 en 4

Slide 41 - Quiz

Waardoor verlaat aan het begin van een haarvat, vocht het haarvat?
A
Osmotische druk
B
Filtratie
C
Resorptie
D
Bloeddruk

Slide 42 - Quiz

Wat wordt er weergegeven met de blauwe pijlen?
A
Bloeddruk
B
Lymfe
C
Osmotische druk
D
Plasma

Slide 43 - Quiz

Wat bevind zich niet in weefselvloeistof ?
A
witte bloedcellen
B
afvalstoffen
C
rode bloedcellen
D
zuurstof

Slide 44 - Quiz

Hoe kan oedeem ontstaan?
A
te weinig eiwitten in voeding
B
verstopte lymfevaten
C
hoge bloeddruk
D
A, B en C zijn allemaal goed

Slide 45 - Quiz

Slide 46 - Vidéo

Slide 47 - Vidéo