6.1 Van beschrijving naar formule

H6/5 Formules en grafieken/ Hoeken
HV: blz. 202 deel A  TL: blz. 186 deel A
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

H6/5 Formules en grafieken/ Hoeken
HV: blz. 202 deel A  TL: blz. 186 deel A

Slide 1 - Diapositive

Planning
LESDOEL: hoe je een formule bij een beschrijving maakt
introductie leerdoel
Uitleg §6.1/ 5.1
Aan de slag
Hoe ging de les?

Slide 2 - Diapositive

HV:  Vandaag §6.1 met dit Leerdoel:

Slide 3 - Diapositive

TL:  Vandaag §5.1 met dit Leerdoel:

Slide 4 - Diapositive

Eerst...
een fascinerend natuurverschijnsel!

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

a. we lezen deze tekst hieronder samen
b. dan beantwoord je de vraag
Dit is geen simpele vraag.
Concentreer je dus goed!
timer
1:00

Slide 7 - Diapositive

uitleg TL

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Op welke afstand is het onweer ongeveer?
A
2 km
B
2 + 2/3 km
C
2.5 km
D
3 km

Slide 11 - Quiz

Dit is het teleurstellende antwoord van het Uitwerkingenboek...

Slide 12 - Diapositive

Oplossing:
Het duurt voor de donder 3 seconden om 1 km af te leggen.
Dus als je de donder hoort na 8 seconden, dan is deze 
8 : 3 =                  km ver weg.
 Of ook 2.7 km, afgerond.
Omdat het antwoord 'ongeveer' werd gevraagd, is ook 2.5 km goed.
2+32

Slide 13 - Diapositive

Een regel in woorden over donder en bliksem is:
Als je de tijd in seconden die het de donder neemt om je te bereiken, deelt door 3, krijg je de afstand in km. 

Slide 14 - Diapositive

Deze REGEL IN WOORDEN veranderen we nu in een
FORMULE.
tijd in seconden : 3 = afstand in km

Slide 15 - Diapositive

Oplossing:

Slide 16 - Diapositive

Van tekst naar een woordformule 
In een woordformule staat op een korte en handige manier hoe je iets berekent. 
  • Het is een regel in woorden met wiskundige symbolen.
  • Een formule heeft altijd twee onbekenden. 
Algemene vorm woordformule:
Uitkomst= ... + ... x aantal 


Slide 17 - Diapositive

Maak nu zelf een Formule!
In de volgende slide krijg je een situatie uit het dagelijks leven uitgelegd.
Je gaat hier zelf
-  een Formule bij maken en
-  een Berekening met deze Formule maken

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

antwoorden?
Formule .... ?

Slide 20 - Carte mentale

Slide 21 - Vidéo

vr 1 Om een woordformule te maken van de opstelling van de tafel en stoelen hiernaast moeten we eerst de regelmaat ontdekken!
Je ziet dat om elke tafel steeds 4 stoelen staan. Dus als je weet hoeveel tafels er zijn doe je dat 
x 4  maar let op! Er staan op het uiteinde nog 2 extra stoelen (rode cirkels)
Aantal tafel x 4 + 2 = aantal stoelen

Slide 22 - Diapositive

vr 3 Nog eens: Bij deze tafel staan er steeds 6 stoelen om de tafel. Dus als je weet hoeveel tafels er staan doe je dat x 6 en dan weet je hoeveel stoelen je nodig hebt.
Aantal tafels x 6  Dit is nog niet af!  Er staan ook nog 2 stoelen op de korte kant van de tafel.
Formule:  aantal tafels x 6 + 2

Slide 23 - Diapositive

vr 7 het maakt niet uit hoeveel m2 er nodig is, die 25 euro is éénmalig!
Kosten =  aantal m2 x ? + 25

Slide 24 - Diapositive

Elke m2 
die je koopt 
kost je 15 euro!
Kosten =  aantal m2 x 15 + 25

Slide 25 - Diapositive




Schrijf de formule op voor de totale kosten.

Slide 26 - Question ouverte

Aanpak: Hoe maak ik een formule bij een beschrijving? 

Slide 27 - Diapositive




Slide 28 - Question ouverte

Oplossing

Slide 29 - Diapositive

THV1  
Hoe?
Zelfstandig
Hoe lang?
±15 minuten
Wat?
Afmaken HV §6.1
                  TL  §5.1



Klaar?
Nakijken met antwoordboek

Slide 30 - Diapositive

Vragen?
Zijn er nog vragen?

Slide 31 - Diapositive

Hoe ging de les?

Slide 32 - Diapositive