27-01-2023 Grammatica - soorten werkwoorden

GRAMMATICA
Mevrouw Duinhouwer
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

GRAMMATICA
Mevrouw Duinhouwer

Slide 1 - Diapositive

LESPROGRAMMA
  • Nabespreken toets
  • Soorten werkwoorden
  • Werkwoordvormen



Slide 2 - Diapositive

Nabespreken toets
Bij een onvoldoende mag je een reparatietoets doen
De voorwaarden zijn: 
  • Je schrijft een plan van aanpak (hoe ga je ervoor zorgen om een voldoende te halen?)
  • Deadline voor deze plan van aanpak is volgende week vrijdag (3 februari)

Slide 3 - Diapositive

Vorige les

Slide 4 - Diapositive

Woordsoorten
  1. lidwoord
  2. zelfstandig nw
  3. bijvoeglijk nw / 4. st. bijv nw.
  4. werkwoord
  5. voorzetsel
  6. aanwijzend voornaamwoord
  7. vragend voornaawoord 

Slide 5 - Diapositive

Deze les
Soorten werkwoorden
Werkwoordsvormen

Slide 6 - Diapositive

Soorten werkwoorden

Er zijn verschillende soorten werkwoorden:

1.  Zelfstandig werkwoord (zww)

    - Belangrijkste werkwoord in de zin

   -  Heb je maar één werkwoord? Dan is dit sowieso een zww.

   -  Heb je meerdere werkwoorden? Dan is vaak het laatste werkwoord van de zin het zww.

2.  Hulpwerkwoord (hww)

Heb je meer werkwoorden in de zin? Dan is er één werkwoord het zww en zijn alle andere werkwoorden  hww.

3. Koppelwerkwoord (kww)

Komt alleen voor in een naamwoordelijk gezegde.



Slide 7 - Diapositive

Voorbeelden hww en zww
Wij schrijven netjes in ons schrift.
In de winkel hebben ze brood gekocht.
Ik hoop nog ver te kunnen fietsen.

Slide 8 - Diapositive

Koppelwerkwoorden
Er zijn negen koppelwerkwoorden. 
Het zijn: zijn, worden, heten, blijven, schijnen, lijken, blijken, dunken en voorkomen.  
Een koppelwerkwoord staat nooit alleen. Er hoort altijd een bijvoeglijk naamwoord of een zelfstandig naamwoord bij. (samen vormen ze het naamwoordelijk gezegde).


Let op bij zinnen als: Hij wordt vlug geholpen.
Wordt geholpen is een werkwoordelijk gezegde, want wordt is een werkwoord en geholpen ook. Het zijn twee werkwoorden en dan t kan nooit een naamwoordelijke gezegde zijn en dan kan wordt dus ook geen koppelwerkwoord zijn. 

Slide 9 - Diapositive

Samengevat:
zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord

1. Zoek alle werkwoorden uit de zin. Staat er maar één in? Dan is dit automatisch een zelfstandig werkwoord.

2. Staan er méér werkwoorden in? Zoek de persoonsvorm. Dit is een hulpwerkwoord. Streep dit hulpwerkwoord weg.

3. Herhaal stap 1 en 2 totdat er maar één werkwoord overblijft. Dit is het belangrijkste werkwoord in de zin en dus een zelfstandig werkwoord.

Slide 10 - Diapositive

GRAMMATICA WOORDSOORTEN
zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord

Wij willen vanmiddag gaan vissen.

pv = willen
willen = hww

Slide 11 - Diapositive

GRAMMATICA WOORDSOORTEN
zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord

Wij willen vanmiddag gaan vissen.
Wij gaan vanmiddag vissen.

pv = gaan
gaan= hww

Slide 12 - Diapositive

GRAMMATICA WOORDSOORTEN
zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord

Wij willen vanmiddag gaan vissen.
Wij gaan vanmiddag vissen.
Wij vissen vanmiddag.

vissen = zww

Slide 13 - Diapositive

Sleep alle werkwoorden naar "hulpwerkwoord" en "zelfstandig werkwoord" of "koppelwerkwoord".
hulp-
werkwoord
zelfstandig
werkwoord
koppel-
werkwoord
hebben
gisteren
Jan en Piet
gevoetbald.

Slide 14 - Question de remorquage

Sleep alle werkwoorden naar "hulpwerkwoord" en "zelfstandig werkwoord" of "koppelwerkwoord".
hulp-
werkwoord
zelfstandig
werkwoord
koppel-
werkwoord
is
altijd
Isabel
aardig
voor ons
geweest.

Slide 15 - Question de remorquage

Sleep alle werkwoorden naar "hulpwerkwoord" en "zelfstandig werkwoord" of "koppelwerkwoord".
hulp-
werkwoord
zelfstandig
werkwoord
koppel-
werkwoord
zal
ongetwijfeld
Voetballen
zijn hobby
blijken
te zijn.

Slide 16 - Question de remorquage

Sleep alle werkwoorden naar "hulpwerkwoord" en "zelfstandig werkwoord" of "koppelwerkwoord".
hulp-
werkwoord
zelfstandig
werkwoord
koppel-
werkwoord
zal
ongetwijfeld
Voetballen
zijn hobby
blijken
te zijn.

Slide 17 - Question de remorquage

hulpwerkwoord
zelfstandig werkwoord
Morgen
wordt
het
feest
gevierd.

Slide 18 - Question de remorquage

hulpwerkwoord
zelfstandig werkwoord
Hij 
kocht 
het
mooie
cadeau.

Slide 19 - Question de remorquage

hulpwerkwoord
zelfstandig werkwoord
Zij
laten
hun
auto
morgen
repareren. 

Slide 20 - Question de remorquage

hulpwerkwoord
zelfstandig werkwoord
Hij 
heeft
weer
niet
geluisterd.

Slide 21 - Question de remorquage

hulpwerkwoord
zelfstandig werkwoord
Max
zou
dat
gedaan
kunnen
hebben.

Slide 22 - Question de remorquage

Werkwoordsvormen
Theorie blz. 82

Slide 23 - Diapositive

Opdracht
KERN 
5
8
10
(p. 82-83)

Slide 24 - Diapositive