OSRACT per 3 les 4 gebruiks- en verbruiksartikelen

periode 3 les 4 Osract
Gebruiks- en verbruiksartikelen
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
Sociale en recreatieve activiteitenMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

periode 3 les 4 Osract
Gebruiks- en verbruiksartikelen

Slide 1 - Diapositive

Doelstelling
Aan het eind van de les 
1. weet je wat het verschil is tussen gebruiks- en verbruiksartikelen
2. Kun je benoemen wat kosteloos materiaal is en wat je daarmee kunt doen

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we doen
1. theorie
2. filmpjes kijken
3. theorie
4. quizvragen

Slide 3 - Diapositive

Verbruiksartikelen
Zijn materialen die je verbruikt. Je kunt ze niet onbeperkt gebruiken. Ze zijn uiteindelijk op.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Welke verbruiksartikelen heeft juf Sanne gebruikt?

Slide 6 - Carte mentale

Gebruiksartikelen
Zijn artikelen of materialen die lang meegaan. Je kunt ze keer op keer gebruiken. Uiteindelijk slijten ze wel en zul je ze moeten vervangen. 

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Welke gebruiksartikelen heb je gezien in het filmfragment?

Slide 9 - Carte mentale

Verbruiksartikelen 
Gebruiksartikelen 
  • Lijm
  • Stiften
  • Papier
  • Verf 
  • Duurzame materiaal 
  •  Fietsjes 
  • Blokkendozen
  • Leesboeken
  • Computerspellen 

Slide 10 - Diapositive

Werken met kosteloos materiaal

Slide 11 - Diapositive

Knutselen met kosteloos materiaal
Met materialen die je normaal gesproken weggooit kun je kinderen hele leuke dingen laten maken.

Denk aan:
eierdozen, melkpakkem, shampooflessen, boterkuipjes, luciferdoosjes, waxinelichtbakjes, papieren bekertjes, kroonkurken

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

verf is een
A
gebruiksartikel
B
verbruiksartikel

Slide 14 - Quiz

Een fiets is een
A
verbruiksartikel
B
gebruiksartikel

Slide 15 - Quiz

Een pen is een
A
gebruiksartikel
B
verbruiksartikel

Slide 16 - Quiz

gum is een
A
gebruiksartikel
B
verbruiksartikel

Slide 17 - Quiz

Een blokkendoos is een
A
gebruiksartikel
B
verbruiksartikel

Slide 18 - Quiz

Lijm is een
A
gebruiksartikel
B
verbruiksartikel

Slide 19 - Quiz

Een schommel is een
A
gebruiksartikel
B
verbruiksartikel

Slide 20 - Quiz

Zijn de lesdoelen bereikt?
Aan het eind van de les
1. weet je wat het verschil is tussen gebruiks- en verbruiksartikelen
2. Kun je benoemen wat kosteloos materiaal is en wat je daarmee kunt doen

Slide 21 - Diapositive

Volgende week:
1. Snoezelruimte en veiligheid
2. Verder werken aan de opdracht

Slide 22 - Diapositive