2.3 Het verteringsstelsel

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

2.2 Het verteringsstelsel

Lesdoelen

Je kan alle organen van het verteringsstelsel benoemen.

Je weet wat er gebeurd als een voedingsstof wordt verteert.

Je snapt wat darmperistaltiek is en hoe het werkt.

Wat is verteren?

Vetten, eiwitten en koolhydraten: te groot om via de darmwand opgenomen te kunnen worden in het bloed. 

Enzymen zijn hulpstoffen: te grote voedingsstoffen kleiner   maken.

Enzymen die door verteringsklieren worden gemaakt "breken" deze voedingsstoffen daarom in kleine stukken.

Opname in bloed

Wat is verteren?

Vetten, eiwitten en koolhydraten: te groot om via de darmwand opgenomen te kunnen worden in het bloed. 

Mechanische vertering: Kiezen maken het voedsel kleiner

Chemische vertering: Enzymen zijn hulpstoffen, te grote voedingsstoffen kleiner maken.

Kiezen

We kauwen om het voedsel kleiner te maken.

Waarom kauwen?

Klein kauwen maakt oppervlak groter

Enzymen in verteringssappen kunnen beter verteren

Werking enzymen

s

• 
  

Werking enzymen

Enzymen die door verteringsklieren worden gemaakt "breken" deze voedingsstoffen in kleine stukken.

De te grote voedingsstof (te groot voor opname in het bloed) verandert in kleine verteringsproducten. 

Nu wel opname in het bloed mogelijk.

Chemische vertering

Werking amylase: 

Zetmeel wordt glucose

    Welke van de voedingsstoffen moet je verteren?

WEL verteren

NIET verteren

glucose

vetten

zetmeel

vitamines

eiwitten

mineralen

water

Verteringsklieren met enzymen

- mond

- maag

- alvleesklier

- dunne darm

Beweging voedsel in de darm

Het voedsel gaat van mond naar ..... anus.

Het voedsel verplaatst zich door darmperistaltiek; samentrekken van de kringspieren en lengtespieren.

Darmperistaltiek

Welke klieren in het verteringsstelsel maken volgens jou verteringssappen? (anoniem)

Speekselklieren
Maagsapklieren

Alvleesklier

Darmsapklieren

Hoe heet de vertering die plaats vindt met enzymen?

Noem zo veel mogelijk organen van het verteringsstelsel (anoniem)

Doen

1. Lees 2.2

2. Maak  van 2.2 opdr 4,5,6,8. 

2. Maak ook verdieping 7, 9, 10 of oefening 1,2,3

3. Leer  2.2 

Wat heb je vandaag geleerd? (anoniem)