Bijvoeglijke naamwoorden

Bijvoeglijke naamwoorden
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2ISK

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Bijvoeglijke naamwoorden

Slide 1 - Diapositive

Planning
- huiswerk bespreken
- bijvoeglijke naamwoorden
- toets thema 3

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

De ... auto staat in de straat. (rood/rode)

Slide 6 - Question ouverte

De ..... man loopt op straat. (grappig/grappige)

Slide 7 - Question ouverte

Het ..... meisje loopt op straat. (mooi/mooie)

Slide 8 - Question ouverte

Dian schreef een .... mail. (keurig/keurige)

Slide 9 - Question ouverte

De ..... zin zorgde voor veel verwarring. (onduidelijk/onduidelijke)

Slide 10 - Question ouverte

Juf Suzi heeft de .....zin toen aangepast. (lastig/lastige)

Slide 11 - Question ouverte


Slide 12 - Question ouverte


Slide 13 - Question ouverte


Slide 14 - Question ouverte


Slide 15 - Question ouverte