Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Welkom
Deze les gaan wij aan de slag met
Paragraaf 3.4 en 3.5
Slide 1 - Diapositive
Burgerlijke cultuur
Schilderijen, boeken en bouwkunst waren populair in de Republiek der Nederlanden
Er was wel gewetensvrijheid (recht op eigen opvattingen en geloof) maar geen volledige godsdienstvrijheid (b.v: geen katholieke kerken bouwen, wel schuilkerken)
Slide 2 - Diapositive
Bouwkunst. Toen: Stadhuis. Tegenwoordig: Paleis op de Dam
Literatuur: gedichten van Joost van de Vondel en Jacob Cats
Slide 3 - Diapositive
Welke mensen in de Republiek, kochten schilderijen?
A
De superrijken
B
De rijken
C
Rijken en adel
D
Bijna iedereen
Slide 4 - Quiz
Hoeveel schilderijen zijn er ongeveer gemaakt in de gouden eeuw, schat men?
A
500.000
B
5 miljoen
C
50 miljoen
D
500 miljoen
Slide 5 - Quiz
Hoeveel mensen zullen er ongeveer geleefd hebben in de Republiek rond die tijd?
A
2 miljoen
B
0.2 miljoen
C
20 miljoen
D
200.000
Slide 6 - Quiz
In de omringende landen in de 17e eeuw, was kunst vaak alleen weggelegd voor de
A
Armen
B
Burgers
C
Boeren
D
Adel
Slide 7 - Quiz
Gewetensvrijheid
Gereformeerden (calvinistische protestanten) hadden de meeste rechten:
- alleen calvinisten konden
regent worden!
- Katholieke kerk was verboden,
maar werd gedoogd (kerken
mochten niet opvallen --> foto:
schuilkerk)
Slide 8 - Diapositive
Kijk goed naar deze afbeelding!
Slide 9 - Diapositive
Wat voor soort kerk is dit?
A
R.K. Schuilkerk
B
Normale protestantse kerk
C
Normale R.K. Kerk
D
Synagoge (joodse kerk)
Slide 10 - Quiz
Bekijk deze foto goed!
Slide 11 - Diapositive
Welk soort kerk is dit?
A
Katholieke schuilkerk
B
Gewone protestantse kerk
C
Gewone katholieke kerk
D
Protestantse schuilkerk
Slide 12 - Quiz
Waarom is dit een katholieke schuilkerk?
A
Beelden en laag plafond
B
Losse stoelen en kroonluchters
C
Smal en hoog
D
Gouden altaar en sober
Slide 13 - Quiz
Waarom is dit een protestantse kerk?
A
Heiligen en goud
B
Glas in lood ramen
C
losse stoelen
D
Sober en geen beelden
Slide 14 - Quiz
Invloed Calvinisme
Voor gereformeerden was de bijbel (Gods woord) zeer belangrijk
Oude bijbelteksten werden bestudeerd (uit het Grieks en Hebreeuws)
1673: de Statenbijbel (nieuwe vertaling) was na 20 jaar af
Slide 15 - Diapositive
Noem eens een gevolg van het uitkomen van de Statenbijbel
Slide 16 - Question ouverte
Invloed Calvinisme
Strenge dominees probeerden soms met succes goddeloos vermaak te verbieden in steden zoals: toneel, dans, orgelmuziek, kermissen, gokken, katholieke feesten (Sinterklaas)
De regenten stonden echter allerlei volksvermaak vaker gewoon toe
Slide 17 - Diapositive
Waar zou volksvermaak toe kunnen leiden volgens strenge calvinisten?
A
Zonden en goddeloosheid
B
Een slechte economie
C
meer criminaliteit
D
Negatief beeld over NL
Slide 18 - Quiz
In Amsterdam en andere steden van de Republiek leefden
A
Alleen Calvinisten
B
Calvinisten en Joden
C
Calvinisten, Joden en Katholieken
D
Joden en Katholieken
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Vidéo
Welke conclusie kun je trekken uit dit fragment over de Republiek?
A
Er kwamen weinig migranten naar de Republiek
B
Er kwamen veel migranten naar de Republiek
C
Er kwamen teveel migranten naar de Republiek
D
Er waren problemen met migranten in de Republiek
Slide 21 - Quiz
Waardoor kwamen veel migranten niet naar de Republiek?
A
Vanwege oorlog
B
Ze kwamen voor werk
C
Vanwege hun geloof
D
Het klimaat was er beter
Slide 22 - Quiz
In Leiden en andere steden in de Republiek waren migranten...
A
crimineel
B
lastig
C
onmisbaar
D
met teveel
Slide 23 - Quiz
Migranten hebben in de Republiek een enorme bijdrage geleverd aan...
A
de economie
B
de infrastructuur
C
de industrialisatie
D
de vooroordelen
Slide 24 - Quiz
Vanuit welk gebied kwamen GEEN migranten naar de Republiek
A
Engeland, Duitsland en Frankrijk
B
zuidelijke Nederlanden
C
Spanje en Portugal
D
Verenigde Staten
Slide 25 - Quiz
Hoe noemen we de protestanten die uit Frankrijk naar de Republiek kwamen?
A
Huzaren
B
Hugonezen
C
Hugenoten
D
Hagenezen
Slide 26 - Quiz
Wetenschap in de 17e eeuw?
Slide 27 - Carte mentale
Wetenschap
Voor rijke inwoners van de Republiek was het mogelijk om te gaan studeren aan universiteiten.
Wetenschappers delen kennis en de resultaten van hun onderzoeken.
Bekende Nederlandse wetenschappers waren Christiaan Huygens en Antoni van Leeuwenhoek
Slide 28 - Diapositive
Vrijheid
In de Republiek was meer vrijheid en tolerantie dan in andere landen.
De bestuurders van de Republiek vertelden de mensen niet hoe ze moesten leven of welke godsdienst ze moesten aanhangen.
Veel geleerden konden in de Republiek (meestal) schrijven wat ze wilden, zonder gevaar te lopen
Slide 29 - Diapositive
Hugo de Groot
1583-1645
Hugo de Groot schreef boeken over geschiedenis, wetgeving en godsdienst.
Sommige van zijn ideeën worden vandaag nog steeds gebruikt.
Het allerbekendst is hij misschien wel van zijn ontsnapping in een boekenkist.
Slide 30 - Diapositive
Atlas Major
1662
Joan Blaeu brengt een grote hoeveelheid kaarten
en tekeningen uit, gebundeld in een serie boeken: de Atlas Major
Slide 31 - Diapositive
Schilderkunst
Ook in de schilderkunst is er een Gouden Eeuw.
Rembrandt van Rijn, Johannes Vermeer, Jan Steen en Frans Hals
zijn de belangrijkste Nederlandse schilders uit die tijd
Slide 32 - Diapositive
Slide 33 - Vidéo
Wie heeft de verrekijker ontdekt?
A
Hans Lipperhey
B
Galileo Galilei
C
Copernicus
D
Christiaan Huygens
Slide 34 - Quiz
Welke techniek paste Lipperhey toe?
A
2 lenzen op elkaar houden in een koker
B
2 lenzen achter elkaar houden in een koker
C
4 lenzen in een buis
D
4 geslepen lenzen in een buis
Slide 35 - Quiz
Welke uitvinder ontwikkelde de verrekijker tot een telescoop?
A
Hans Lipperhey
B
Christiaan Huygens
C
Frederik Telescoop
D
Galilei
Slide 36 - Quiz
Galileo Galilei was de eerste wetenschapper die beweerde dat de aarde om de zon draaide!
A
Juist
B
Onjuist
Slide 37 - Quiz
De Nederlander Christiaan Huygens
A
Maakte de telescoop nog beter!
B
Ontdekte Saturnus en Mars
C
Ontdekte de ringen om Saturnus
D
Ontdekte buitenaards leven
Slide 38 - Quiz
De Griekse filosofen hadden in de Oudheid beweerd dat de Aarde het middelpunt was
A
Juist
B
Onjuist
C
D
Ontdekte de maan rond Mars
Slide 39 - Quiz
De wetenschappelijke revolutie
Geleerden hadden altijd de teksten van de Bijbel en Aristoteles geloofd
In de 17e eeuw ontdekte geleerden door onderzoek dat dit niet altijd klopte
Door proeven en waarnemingen te doen ontstonden natuurwetenschappelijke ontdekkingen
Slide 40 - Diapositive
Slide 41 - Vidéo
Waarom past Huygens goed bij de wetenschappelijke revolutie?
A
Hij vond dingen uit
B
Hij was wiskundig en slim
C
Hij vertrouwde op waarnemingen
D
Hij filosofeerde vaak
Slide 42 - Quiz
Slide 43 - Vidéo
Wat stelde Newton vast?
A
Natuurwetten gelden altijd en overal
B
Natuurwetten gelden niet altijd
C
Alle voorwerpen oefenen aantrekkingskracht uit op elkaar
D
Sommige voorwerpen hebben geen last van zwaartekracht
Slide 44 - Quiz
Wetenschapsacademies in de 17e eeuw
Regeringen ontdekten het belang van de nieuwe wetenschappen (scheepvaart en navigatie, wapens voor het leger)
De Franse en Engelse koning richtten koninklijke academies van wetenschappen op