NN 2F 3.2 PV VT
berispen (t.t.)
Waarom ... je vader Karel?
Waarom ... je vader Karel?
1 / 8
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
berispen (t.t.)
Waarom ... je vader Karel?
Waarom ... je vader Karel?
Slide 1 - Question ouverte
Houden (t.t.)
... de agent al het verkeer tegen?
... de agent al het verkeer tegen?
Slide 2 - Question ouverte
Vinden (t.t.)
... jij dat een fijne school?
... jij dat een fijne school?
Slide 3 - Question ouverte
geloven, vertellen (v.t.)
Ik ... niet wat karel mij ...
Ik ... niet wat karel mij ...
Slide 4 - Question ouverte
breien (v.t.)
Mijn moeder ... een trui.
Mijn moeder ... een trui.
Slide 5 - Question ouverte
vertonen (v.t.)
Vanavond ... Karel zijn nieuwe dia's.
Vanavond ... Karel zijn nieuwe dia's.
Slide 6 - Question ouverte
praten (v.t.)
De jongens ... de hele avond.
De jongens ... de hele avond.
Slide 7 - Question ouverte
bidden (v.t.)
Mijn oma ... altijd voor het eten.
Mijn oma ... altijd voor het eten.
