Werkwoordspelling 3 (tt vt herhalen)

TEGENWOORDIGE TIJD (t.t.)
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
SpellingBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

TEGENWOORDIGE TIJD (t.t.)

Slide 1 - Diapositive

Welke drie stappen gebruik je bij de tegenwoordige tijd?

Slide 2 - Question ouverte

Welke drie smaken zijn er?

Slide 3 - Question ouverte

VERLEDEN TIJD (v.t.)

Slide 4 - Diapositive

Welke vier stappen gebruik je bij de verleden tijd?

Slide 5 - Question ouverte

Welke letters tellen niet mee bij
't kofschip x?

Slide 6 - Question ouverte

breien [tt]

De kinderen _____________ voor de eerste keer.
timer
0:40

Slide 7 - Question ouverte

beleven [vt]

De kinderen _____________ toen samen avonturen.
timer
0:40

Slide 8 - Question ouverte

flossen [tt]

Marit _____________ om de dag.
timer
0:40

Slide 9 - Question ouverte

breien [vt]

Wij _____________ vorig jaar op school een trui.
timer
0:40

Slide 10 - Question ouverte

vouwen [tt]

Wij _____________ de kleding op.
timer
0:40

Slide 11 - Question ouverte

vergroten [vt]

Toen _____________ onze ouders de keuken.

timer
0:40

Slide 12 - Question ouverte

rennen [tt]

Karel _____________ over de weg naar het bos.

timer
0:40

Slide 13 - Question ouverte

luisteren [tt]

Morgen _____________ ik naar beide verhalen.


timer
0:40

Slide 14 - Question ouverte

verwoesten [vt]

Toen _____________ de tovenaar het gebouw.



timer
0:40

Slide 15 - Question ouverte

dweilen [tt]

Ik _____________ de vloer.

timer
0:40

Slide 16 - Question ouverte

adopteren [tt]

De kinderen _____________ een hond.
timer
0:40

Slide 17 - Question ouverte

beleven [vt]

Afgelopen weekend _____________ Kim iets.
timer
0:40

Slide 18 - Question ouverte

verbouwen [vt]

Afgelopen jaar _____________ jij je kamer.
timer
0:40

Slide 19 - Question ouverte

tekenen [tt]

Fiona _____________ graag.
timer
0:40

Slide 20 - Question ouverte

antwoorden [tt]

Hij _____________ op de vragen.
timer
0:40

Slide 21 - Question ouverte

proberen [vt]

Gisteren _____________ ik een vlinder te vangen.
timer
0:40

Slide 22 - Question ouverte

fluisteren [tt]

De meisjes _____________ over hun geheimen.

timer
0:40

Slide 23 - Question ouverte

Hoe werd er gewerkt?

Slide 24 - Carte mentale

Wat heb je deze
les geleerd?

Slide 25 - Carte mentale

Ik wil extra uitleg over de tegenwoordige tijd
A
Ja
B
Nee

Slide 26 - Quiz

Ik wil extra uitleg over de verleden tijd
A
Ja
B
Nee

Slide 27 - Quiz

Welke drie stappen gebruik je bij de tegenwoordige tijd?

Slide 28 - Question ouverte

Welke drie smaken zijn er?

Slide 29 - Question ouverte

Welke vier stappen gebruik je bij de verleden tijd?

Slide 30 - Question ouverte

Welke letters tellen niet mee bij
't kofschip x?

Slide 31 - Question ouverte