Les 6. 3.7 DNA naar eiwit [les 1]

Welkom

Tas van tafel
Laptop pakken & in Lesson-Up
Pen, potlood & notitieschrift pakken

1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom

Tas van tafel
Laptop pakken & in Lesson-Up
Pen, potlood & notitieschrift pakken

Slide 1 - Diapositive

Planning

Slide 2 - Diapositive

Deze les:
- Uitleg LessonUp met leerdoelen 3.7
- Zelfstandig werken aan leerdoelen

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen
- Je kent de moleculaire structuur van DNA

- Je kent de weg van DNA naar eiwit 

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

aantal chromosomen
DNA bestaat uit twee 
We lezen samen uit het boek:

De structuur van het DNA-molecuul lijkt op een gedraaide ladder, een soort wenteltrap, dubbele helix genoemd. Het molecuul is opgebouwd uit twee hele lange ketens van telkens dezelfde bouwstenen, namelijk een desoxyribose (een suikermolecuul), een fosfaat (een stof waar het element fosfor - P - in zit) en een stikstofbase. Zo'n bouwsteen wordt een nucleotide genoemd. Desoxyribose en fosfaat vormen de zijkanten van de ladder. Tussen deze twee ketens liggen de 'sporten' van de ladder: telkens twee stikstofbasen die een paar vormen.
Binas tabel 71

Slide 6 - Diapositive

DNA bestaat dus uit desoxyribose, een fosfaatgroep en stikstofbasen. Er zijn 4 soorten stikstofbasen: A, T, G, C. Waar staan deze 4 letters voor? (binas)

Slide 7 - Question ouverte

Bekijk tabel 71B.
a. Welke twee stikstofbasen vormen altijd een binding met twee H-bruggen?
b. Welke twee stikstofbasen vormen altijd een binding met drie H-bruggen?

Slide 8 - Question ouverte

aantal chromosomen
DNA bestaat uit twee 
De stikstofbasen:

A - adenine
T - thymine
C- cytosine
G - guanine




Adenine zit altijd vast aan thymine (A-T of T-A)
Cytosine zit altijd vast aan guanine (C-G of G-C)
Waarom zit A altijd aan T en C altijd aan G? 
Tabel 71 B

Slide 9 - Diapositive

Ik heb een streng DNA met de volgende code AATGTCGTC. Hoe codeert de daarbij horende streng DNA?

Slide 10 - Question ouverte

Waarom kunnen A&G of C&T niet tegenover elkaar staan?

Slide 11 - Question ouverte

aantal chromosomen
DNA bestaat uit twee 
Het aflezen van DNA en hier een ketting van aminozuren van maken (eiwit/ enzym) gebeurt in de ribosomen.

En dan nu...... 'de code'.

Elke 3 stikstofbasen coderen voor één soort aminozuur. 
Een ketting aminozuren vormen weer een eiwit.
Welke aminozuren, en de volgorde, maken een eiwit uniek. 
De volgorde van DNA bepaalt dus de volgorde van de aminozuren en dus welk eiwit je maakt.

Slide 12 - Diapositive

Aminozuren zijn de bouwstenen van eiwitten. Dat betekent dat het DNA eigenlijk de code is voor aminozuren.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Kan DNA de celkern uit?
A
Ja, altijd
B
Nee, nooit
C
Enkel voor eiwitsynthese
D
Hangt van het celtype af

Slide 14 - Quiz

RNA
DNA kan worden gekopieerd tot RNA

RNA kan de celkern wel uit

Wat zijn de verschillen tussen RNA en DNA?

Slide 15 - Diapositive

Ik heb een streng DNA met de volgende code AATGTCGTC. Hoe codeert de daarbij horende streng RNA?

Slide 16 - Question ouverte

Bekijk tabel 71G.
Welk aminozuur hoort er bij AAA?

Slide 17 - Question ouverte

We hebben de DNA code CGCCGAATC. Welke aminozuren horen hierbij (T1, 2p)
PS: eerst naar RNA gaan

Slide 18 - Question ouverte

Bij de vorige vraag zagen we voor welk aminozuur de code ATC staat. Wat gebeurt er met het te vormen eiwit als de eerste A veranderd in een C? (probeer zo volledig mogelijk te antwoorden) (T2)

Slide 19 - Question ouverte

Welke streng is dan het gen?
We hebben twee strengen DNA. Deze zijn verschillend van elkaar en dus krijg je andere aminozuren. De coderende streng bevat het gen. De matrijsstreng staat daar tegenover en bevat dus niet het gen

Slide 20 - Diapositive

Lees deze tekst door

Slide 21 - Diapositive

Een stuk DNA heeft een matrijsstreng van de volgende code ATGCCAATT. Welke RNA code hoort hierbij? En welke aminozuren? (T2, 3p)

Slide 22 - Question ouverte

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Lien

Huiswerk


3.7 Basiskennisvragen 
+ Uitwerken deze LessonUp
Vragen over kruisingen? KWT!

Slide 25 - Diapositive