Quiz vitale functies 16-5-2024

Quiz vitale functies 
met de door jullie ingestuurde vragen 
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Quiz vitale functies 
met de door jullie ingestuurde vragen 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je nog
over de vitale functies?

Slide 2 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een hoge bloeddruk?
A
130 / 90 mmHg
B
130 / 80 mmHg 
C
140 / 90 mmHg

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de Latijnse benaming voor haarvaten?

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de Latijnse benaming van de bovenste holle ader?
A
Vena cava anterior
B
Vena cava superior
C
Vena cava inferior
D
Vena cava posterior

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe wordt een snelle en diepe ademhaling genoemd, die vervlakt totdat een pauze intreedt? 
A
Tachypneu
B
Eupneu
C
Cheyne-Stokes
D
Kussmaul

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een normale hartslag als je flink bewogen hebt?
A
tussen de 60 en 80
B
tussen de 200 en 220
C
tussen de 140 en 180
D
tussen de 120 en 150

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe laag mag de saturatie zijn bij iemand met COPD? 
A
90%
B
95%
C
89%
D
92%

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de normaal waarde van de systolische bovendruk?
A
80 mmHg
B
120 mmHg
C
140 mmHg
D
90 mmHg

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welke saturatie meting moet je bij een patiënt zonder COPD of astma 112 bellen?
A
onder de 95%
B
onder de 90%
C
onder de 85%
D
onder de 80%

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn indicaties om de ademhaling te controleren?
A
Wanneer iemand zich verslikt tijdens het drinken
B
Longaandoening
C
Bewusteloosheid
D
Hersenaandoening 

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De betrouwbaarste polsslag meet je gedurende...
A
15 seconden
B
30 seconden
C
90 seconden

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Op welke volgorde meet je EMV score?
A
verbale sponse, motor response, eye opening
B
motorische response, verbale sponse, eye opening
C
Eye opening, motorische respons, verbal response

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zie je als je met het lampje op je pupil schijnt?
A
Pupil wordt vergroot
B
Pupil is niet meer zichtbaar
C
Pupil wordt verkleind

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verschil tussen osmose en diffusie?
A
bij diffusie zijn het deeltjes die zich verplaatsen van laag naar hoog
B
bij diffusie zijn het deeltjes die zich verplaatsen van hoog naar laag. Bij osmose zijn dit geen deeltjes die zich verplaatsen maar water H2O
C
osmose zijn deeltjes die zich verplaatsen van hoog naar laag. gassen gaan via allemaal osmose. Bij  Diffusie zijn is dit h2o 

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar liggen de vitale functies in de hersenen?
A
Frontaal kwab
B
Cerebellum
C
Truncus cerebri
D
Temporaal kwab

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent ABCDE

Slide 17 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noem je de 3 meestvoorkomende vaten in het lichaam?
A
1. arteriën 2. venen 3. capillairen
B
1. arteriën 2. venetie 3. capillairen
C
1. arteriën       2. venen       3. capituleren

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar staat EMV voor?
A
Eye Movement Verbale
B
Emotie Moves Vront
C
Eye Master Verbaal
D
Eurocard Master Visa

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verschil tussen diffusie en osmose? 

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat heeft de dokter rectaal toegediend bij zijn patiënt?
A
Komkommer
B
Pen
C
Thermometer
D
Waterfles

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heet het punt voordat de arteria pulmonaris wordt gesplitst in tweeën?
A
arteria pulmonalis sinistra
B
venae pulmonaris dextra
C
truncus pulmonalis
D
vena cava inferior

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de latijnse benaming voor longblaasje?
A
respiratoir epitheel
B
bifurcatio tracheae
C
alveoli pulmonalis
D
pleura visceralis

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom is te veel zout eten niet goed voor je?
A
je nieren moeten te hard werken om dit uit te scheiden en raken beschadigd
B
je lever kan dit heel moeilijk verwerken en deze raakt beschadigd
C
je bloed kan niet zoveel zout tegelijk opnemen en dit beschadigd je bloedvaten
D
zout verlaagd je bloeddruk enorm en dit kan leiden tot een flauwte

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de allereerste stap die je doet bij het tellen van de hartslag?
A
Leg de benodigdheden binnen handbereik
B
Plaats de toppen van je wijs-, middelvinger aan de binnenkant van de pols. Doe dit aan de duimzijde op de polsslagader.
C
Vraag de cliënt een ontspannen houding aan te nemen, met de armen naast het lichaam.
D
Pas handhygiëne toe.

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Diffusie is de verplaatsing van deeltjes, van lage naar hoge concentratie.
Juist
Onjuist

Slide 26 - Sondage

Diffusie is de verplaatsing van deeltjes, van een hoge naar lage concentratie. Bijvoorbeeld zuurstof beweegt uit de alveoli (longblaasjes) naar de capillaire vaten. Of de beweging van Co2 uit de capillaire vaten naar de alveoli, om vervolgens uitgeademd te worden.
Waar let je op bij het tellen van de ademhaling?
A
Geur
B
Geluid
C
Diepte
D
Allemaal

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Evalueren

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions