B6 Gedrag bij mensen DEZE

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Vormen van leren

Welke vormen van leren zijn er ook alweer?

Welke vorm van leren is hier te zien?

1. Gewenning
2. Klassieke conditionering
3. Operante conditionering
4. Inprenting

Intelligentie is aangeboren of aangeleerd

1. Meer aangeboren dan aangeleerd
2. Meer aangeleerd dan aangeboren
3. Allebei ongeveer evenveel

Domme en slimme ratten

Ratten in een doolhof - hoe snel leren ze de weg?

Slimme ratten met elkaar doorfokken -> slimme groep

Domme ratten met elkaar doorfokken -> domme groep

Normale omstandigheden: het leervermogen tussen de twee groepen verschilt 

Domme en slimme ratten

Maar.....

In een prikkelarme omgeving daalt het leervermogen van de slimme ratten sterk, de domme ratten hebben er geen last van.

In een rijke omgeving ontwikkelt het leervermogen van de domme ratten zich tot het niveau van de slimme (die zelf niet beter werden).

Geef kinderen boekjes en puzzels, maar ook uitdagende lichamelijke activiteiten (bomen klimmen etc.). Of sociale situaties (zelf een boodschapje doen etc).

Domme en slimme ratten

Sterker nog:

De domme ratten in een rijke omgeving waren slimmer dan de slimme ratten in een saaie omgeving.

B6 Gedrag bij mensen

leerdoel 

Je kunt aan de hand van een context toelichten wat de overeenkomsten en verschillen zijn tussen gedrag bij mensen en dieren.

Begrippen: rolpatronen, rolgedrag, cultuur, waarden en normen

Nu lezen 

B6 Gedrag bij mensen blz .130 t/m 134 

Beïnvloeden van gedrag

We bekijken de volgende video. 

Beantwoord de volgende vraag in je schrift:

Door welke trucs trappen wij in reclame?

overeenkomsten gedrag mensen/dieren

- gedrag door prikkels

- intern of extern

- motivatie ontstaat door interne prikkels

- motivatie + externe prikkels --> gedrag

- leerprocessen: zeer belangrijk bij mensen

Sleutelprikkels bij mensen

Kenmerken van baby's (en jonge dieren) zijn een sleutelprikkel bij mensen voor verzorgingsgedrag.

Voor mensen geldt dat sleutelprikkels moeilijk te weerstaan zijn, maar het kan wel.

Wat maakt dieren zo schattig?

• De meeste mensen vinden jonge dieren lief en schattig. 
• Een korte snuit, grote oren, grote ogen en een mollig, zacht lijf. 

Dit zijn signalen, waardoor mensen de jonge dieren zo schattig vinden.

• Supranormale prikkels zijn signalen die erg opvallen en een sterke reactie oproepen.

Supranormaal!

Reclame

Ook de reclamewereld maakt gebruik van sleutelprikkels om bij ons koopgedrag uit te lokken.

Reclame van Axe: Hoe meer spray hoe aantrekkelijker voor vrouwen je wordt

Fa douchegel: Je wordt een aantrekkelijke vrouw als je Fa gebruikt onder de douche

Page: De puppy met een hoog schattigheidsgehalte inclusief aaibaarheidsfactor moet aangeven dat dit wcpapier heel zacht is. De puppy moet koopgedrag uitlokken.

Maken 

opdrachten 69 t/m 71

Aangeboren en aangeleerd gedrag 

• Aangeboren gedrag 
• Aangeleerd gedrag 

Wat is een voorbeeld van aangeboren gedrag?

1. Een kind strikt de schoenveters nadat zijn ouders hem dat opdragen
2. Een konijn duikt zijn holletje in bij het zien van een vos
3. Een pasgeboren vogeltje opent zijn bek om aan te geven honger te hebben
4. Een man zwaait naar de buurvrouw die langsloopt

Aangeboren gedrag

Aangeboren gedrag

Is dit aangeleerd of aangeboren gedrag?

1. Aangeleerd
2. Aangeboren

Wat is een voorbeeld van aangeboren gedrag

1. Een hond komt terug wanneer je hem roept
2. Kunnen schrijven
3. Een baby huilt wanneer hij honger heeft
4. Als de bel gaat pakken je je spullen in

Welke is aangeleerd gedrag?

1. Alleen plaatje 1
2. Alleen plaatje 2
3. Geen van beide plaatjes
4. Allebei de plaatjes

Gapen in de baarmoeder is ...

1. aangeleerd
2. aangeboren

leerprocessen bij mensen

- imitatie (bv. leren praten)

- inzicht (puzzels en raadsels oplossen)

- conditionering (belonen en straffen)

- gewenning 

- inprenting ( een taal leren als peuter/0 - 3 jaar)

Cultuur

Cultuur = het verschijnsel dat individuen binnen een groep vergelijkbaar gedrag vertonen.         (komt ook wel voor bij intelligente dieren)

Mensen: nadenken over eigen gedrag, beoordelen van eigen gedrag, inlevingsvermogen, voorstellingsvermogen, taal, normen en waarden

Rolpatronen = wat anderen verwachten in bep. situatie. Dit is aangeleerd gedrag (cultuur!)

Het rolpatroon van meisjes is meestal anders dan het rolpatroon van jongens.
Geef daarvan twee voorbeelden.

Door de vrouwenemancipatie zijn de rolpatronen in veel gezinnen veranderd.
a. Hoe waren vóór de emancipatie meestal de rolpatronen in een gezin?
b. Hoe zien de rolpatronen er in veel gezinnen na de vrouwenemancipatie uit?

Normen en waarden

Waarden = uitgangspunten die mensen gebruiken bij het inrichten van hun leven.      (eerlijkheid, respect, rechtvaardigheid, vrijheid)

Normen = gedragsregels waarvan veel mensen vinden dat je je eraan moet houden

(je mag niet stelen, mensen slaan, overspel plegen)

Normen en waarden zijn cultureel bepaald

Normen en waarden kunnen veranderen

Bedenk een voorbeeld van hoe jouw cultuur je gedrag beïnvloedt

maken 

opdrachten 72 t/m 76, 77a, 78 en 79

Hoe word je hééél langzaam in je rol geduwd?